dinsdag 14 februari 2012

Dag 17 - Ahipara en Cape Reinga

Het weerbericht voorspelt regen voor vandaag en het is inderdaad bewolkt als ik opsta. Ik ontbijt samen met het Australisch meisje op de veranda en dan is het tijd om te vertrekken. Vandaag ga ik van de Oostkust naar de Westkust, naar het plaatjse Ahipara. Dit plaatsje markeert het begin van Ninety Mile Beach. Een zandstrand van 64 mijl lengte die de westkust vormt van een laatste, dunne strook land met als uiterste punt 'Cape Reinga', het meest noordelijkste puntje van Nieuw Zeeland. Het op en neer rijden via de weg naar Cape Reinga duurt in totaal 4 uur. Je kunt ook over het strand (90 Mile Beach) rijden, maar er zijn maar 2 toegangswegen en je moet rekening houden met het tij. Het wordt afgeraden om dit met de auto te doen, maar toch wil ik rijden op Ninety Mile Beach...

Maar zover is het nog niet. De weg van Paihia naar Ahipara slingert door bergachtig, tropisch landschap. En slingeren is hier letterlijk. Bochten volgen elkaar in razend tempo op. Het lijkt wel een achtbaan. Aangekomen in Ahipara schijnt de zon door het gebroken wolkendek. Ik check me in bij het hostel en ga dan direct door naar m'n eerste activiteit van de dag: Quad Bike rijden op Ninety Mile Beach.

Dit keer ben ik niet alleen, maar is er ook een Duitser die mee gaat. Samen met de gids zijn we met z'n drieen. Dat zorgt ervoor dat we het tempo er goed in kunnen houden. De quad is een stevig machien met 5 versnellingen. Gas geven gaat met je duim en remmen met de handrem. Eitje.
We scheuren weg over het strand en gaan dan al snel een gravelpad op. Ik rij als achterste en verdwijn in een dikke stofwolk. Het pad leidt naar de top van een hoog duingebied. Daar volgt een uitdagende rit door zwaar terrein. Grote keien, diepe sporen en kleine beekjes moeten met veel stuurmanskunst bedwongen worden. Voluit gas geven is er niet bij. Tot we bovenaan een heel hoog zandduin staan met uitzicht over zee. We duiken het zandduin af en rijden weer het strand op. We scheuren door de vloedlijn, rijden de zandduinen op en af en verdwijnen dan weer in het ruig begroeide heuvellandschap achter de duinen. Na een kleine 2 uur  zijn we weer terug bij de auto. Pikzwart van het stof maar een hele gave ervaring rijker.

Ninety Mile Beach heb ik gehad maar Cape Reinga heb ik nog niet gezien. Ik bel met Jim en spreek om 4 uur af, dat geeft me nog even de tijd om te douchen in het hostel en te lunchen. Dan weer in de auto op weg maar de 2e activiteit vandaag.

Om kwart voor 4 rij ik de parkeerplaats van het plaatselijke vliegveld op. Jim zit nog in de lucht dus maak ik een praatje met de plaatselijke beheerder van de vliegclub. Voor het clubhuis staat een merkwaardig uitzient vliegtuig. Het is een Fletcher Crop Duster, een sproeivliegtuig die ik ook in het vliegtuigmuseum in Auckland heb gezien. Dit toestel is van Jim en hij besproeit er nog dagelijks de velden mee in de omgeving.

Jim is een joviale kerel die na zijn pensioen niet thuis kon blijven zitten en zijn oude liefde "crop dusting" weer is gaan uitoefenen. Hij heeft inmiddels al meer dan 20.000 (!) vlieguren op de teller staan. Tevens is hij de vlieginstructeur van de plaatselijke vliegclub. Wij gaan vliegen met een Tecnam Golf. Een microlight tweezitter die eruit ziet als een gewoon vliegtuig. Met zijn 100Pk Rotaxmotor weet het toch zo'n 100 knopen kruissnelheid te halen, alleen veel goedkoper dan een traditioneel GA toestel. We stappen in en Jim laat de bediening volledig aan mij over. Met behulp van de checklist starten we en dan taxien we naar het begin van de baan. Run-up checks en gaan maar. Flink rechts voeten tijdens de start en bij zo'n 50 knoopjes trek ik de kist van de baan. Het toestel voelt helemaal niet licht aan en vliegt erg stabiel. We stijgen naar 2000 voet en vliegen naar Ninety Mile Beach, die we helemaal gaan volgen tot aan Cape Reinga. Het vliegt allemaal erg gemoedelijk en ik hoef de besturing nauwelijks aan te raken. Vanaf hier zie ik de twee oceanen aan beide kanten van het schiereiland. De wolken vormen een lange band precies over het midden van het schiereiland. Boven de beide kusten is het wolkenloos. Ik daal naar 500 voet als we boven het strand zijn en zo volgen we een tijdje de kustlijn. Jim vertelt honderuit over zijn leven als piloot. Facinerend. Het lijkt vloed te zijn want het strand is niet meer zo breed. Als ik dit tegen Jim zeg, stelt hij voor om op de overgebleven strook strand te landen. Ik vind het prima en geef hem de controls. Behendig landt hij het vliegtuig op de vloedlijn. We rollen wat over het strand en stijgen dan weer op. Ik krijg de controls weer terug. Dat is best cool om zo'n strandlanding te maken. Naarmate we Noordelijker komen, worden de duinen langs het strand hoger. Een populaire activiteit is hier het sandboarden. Met een soort surfbordje van de hoge zandduinen afglijden. Dat wil ik natuurlijk van dichterbij zien en al snel vliegen we laag tussen de enorme zandduinen door. Na de zandduinen wordt het gebied ruiger. Een scherpe bergkam leidt naar Cape Reinga, het uiterste puntje waar een vuurtoren op de rotsen staat. Voor Cape Reinga zie ik in zee een witte streep schuimend water. De donkerblauwe Stille Oceaan en de groene Abeltasman Zee komen hier bij elkaar. We draaien laag om de vuurtoren heen en dan vlieg ik laag tussen de bergkammen door naar de oostkust van het schiereiland. Onderweg laat Jim veldjes zien waar hij z'n crop duster neerzet om van nieuwe sproeilading voorzien te worden. Dit duurt maar 30 seconden en dan stijgt 'ie weer op om z'n lading uit te sproeien over de velden. Een paar minuten later landt hij dan alweer om een nieuwe lading in te nemen. En dit de hele dag door, dag in dag uit. En hij houdt ervan met hart en ziel. Als ik grappig bedoelt opmerk dat hij meer van z'n vliegtuig houdt dan van z'n vrouw, beaamt hij dat volmondig. En hij meent het echt. De veldjes die hij aanwijst zijn onmogelijk. Bijvoorbeeld een grasstrook van een paar meter breed die stijl een heuvel oploopt. We volgen de oostkust die een stuk ruiger is dan de westkust. Prachtige baaien met eilandjes worden afgewisseld met eindeloze velden met eucalyptusbomen waar vroeger gom uit werd gewonnen. Jim kan boeiend vertellen over de omgeving en we zigzaggen van het ene interessante punt naar het andere. Dan zijn we alweer terug bij het veld waar ik een geslaagde landing maak. Terug in het clubhuis bedank ik Jim hartelijk voor deze bijzondere vlucht. Hij zegt dat ondanks dat hij dit stuk wel 1000x heeft gevlogen in zijn leven, hij ook van de tocht heeft genoten. Dan aarzelt hij even en nodigt me dan uit voor de volgende dag op de vliegclub. Dan komen de lokale vliegers bij elkaar om een biertje te drinken en dat is een leuke gelegenheid om andere vliegers te ontmoeten. Ik moet helaas nee zeggen want morgen ga ik de reis naar het zuiden beginnen. Voor de ruim anderhalf uur dat we gevlogen hebben betaal ik NZ$210. Dat is nog eens goedkoop vliegen.

Ik rij terug naar het plaatsje en dwaal wat door de straten met een grote smile op mijn gezicht. Ik ben nog helemaal vol van de vlucht. Ik heb trek in steak en als ik een leuk restaurantje heb gevonden, is er nog enkel een tafeltje over in de tuin. Ik bestel een Corona en een goeie steak en wil net beginnen met lezen in een boek, als ik word uitgenodigd om aan tafel te komen zitten bij een drietal mensen aan een aangrenzend tafeltje. Ik ga op de uitnodiging in en al snel hebben we een levendig gesprek waarbij een hoop gelachen wordt. Het zijn lokale bewoners die veel interesse hebben in de bezoekers van hun streek. Als ik vertel hoe koud het nu is in Nederland, visualiseert een van hen hoe dat een bevroren klokkenspel kan opleveren. We liggen bijna onder tafel van het lachen.

Terug in het hostel blijk ik de enige slaper te zijn op de tweepersoons dorm. Mooi...een privekamer met eigen douche en toilet voor de prijs van een bed. 
Het was weer een bijzondere dag en tevreden ga ik slapen.

1 opmerking: