woensdag 28 maart 2012

Dag 61 - 64: Milford Track

Het is een verdacht zonnige dag voor een gebied waar het gemiddeld zo'n 250 dagen per jaar regent. Ook de voorspellingen voor de komende dagen zijn zonnig en dat komt mooi uit. Vandaag begin ik aan de Milford Track, een 4-daagse wandeltocht van in totaal zo'n 55km door het prachtige fjordenlandschap. Per dag beginnen er maximaal 40 'vrije' wandelaars aan de tocht en 40 'begeleide' wandelaars. De wandeltocht is zo beroemd dat je ruim een half jaar van tevoren je plekje moet reserveren.

Tijdens de boottocht van een uur naar het startpunt van de wandeltocht maak ik al kennis met de eerste medewandelaars. Een Belg ben ik al eerder tegen gekomen in het hostel in Bluff. Verder is er een grote groep jonge Israeli's aan boord. Veel van hen maken een grote reis zodra ze klaar zijn met hun verplichte 2-jarige militaire diensttijd. En natuurlijk de nodige Duitsers. Die kom je hier in Nieuw Zeeland wel heel vaak tegen. Ook nog het Amerikaanse meisje, die met mij mee is gelift naar het startpunt van de boot. De rest van de medewandelaars zal ik later vanavond in de eerste overnachtingshut ontmoeten.

De hutten tijdens deze tocht zijn modern maar eenvoudig. Stromend vers bergwater, verlichting op zonne-energie die stipt om 10 uur 's avonds uitgaat en een keuken voorzien van gasstellen. Pannen moet je zelf meesjouwen, inclusief alle rommel en lege verpakkingen van het voedsel die je bij je draagt. Een apart toiletgebouwtje met enkel wc's en wasbakken. Geen douches, maar bij de meeste hutten is wel een plek in de buurt waar je kunt zwemmen in het ijskoude bergwater. Maar van die optie maak ik maar geen gebruik.

Zodra de wandelaars binnenkomen verdelen ze zich over de grote slaapzalen. Dan is het koken, eten en luisteren naar de hutbeheerder. Die uitgebreid vertelt over de flora en fauna in de omgeving en wat we de volgende dag tijdens de wandeltocht kunnen verwachten. Bij de huishoudelijke mededelingen wordt de hutbeheerder bij elke volgende hut steeds strenger. Vooral de groep Israeli's heeft er een handje van om rommel achter te laten en de gebruikte kookhoek niet schoon te maken.

De avonden zijn gezellig. De groep leert elkaar al snel beter kennen en er ontstaat zowaar een groepsgevoel, wat voor dit soort individuele tochten toch wel bijzonder is. De eerste avond speel ik Canasta met een Australisch gezin, vader, moeder en 3 kinderen. De volgende avonden gaan de wandelaars steeds vroeger naar bed. Ik kan het goed vinden met Brooks, een boomlange Amerikaan uit Los Angeles. Hij is daar docent op een High School met kinderen uit de wat lagere sociale klasse en dat levert interessante verhalen op. Zo is er speciale 'school' politie die daar op school rondloopt, volledig gewapend en met kogelvrije vesten aan. Dat is in Nederland toch ondenkbaar.

De wandeltocht door het Fjordenlandschap is werkelijk adembenemend mooi. De eerste dag is een makkie van 5km door de bossen tot de eerste hut. Daarna volgt de route een slingerende rivier door een diepe valei, lang geleden gevormd door gletjsers. Het landschap lijkt op tropisch regenwoud. Grillig gevormde bomen, bedekt met groen mos dat in slierten naar beneden hangt. Het is bijna sprookjesachtig. Langzaam werkt de tocht zich langs de bergwand omhoog tot je op de 3e dag begint met een stevige klim om een hoge bergpas te passeren. Van daaruit heb je een fantastisch uitzicht over de twee valleien aan beide zijden van de pas. Een lange afdaling volgt en deze nieuwe vallei is mogelijk nog mooier dan de vorige. Overal stromen watervallen van de wanden naar beneden terwijl je door een sproojesbos wandelt. Het water is ongelooflijk helder en kun je zo drinken. In de vele meren worden de omliggende bergen in het rimpelloze water weerspiegelt. De route is duidelijk aangegeven en eenvoudig te volgen. Hangbruggen en constructies van houten trappen maken het voor iedereen mogelijk om deze tocht te lopen. Aan het einde van de 3e dag is er een kleine side trip naar een gigantische waterval van  bijna 600 meter hoogte. Als je nat wilt worden kun je achter de waterval doorlopen, maar ik hou liever mijn spullen droog. De laatste dag is een lange wandeling over vlak terrein naar het eindpunt, Sandfly point. Daar worden we met de boot opgehaald en in Milford Sound afgezet.

Het laatste punt heet niet voor niets Sandfly Point. De hele tocht is vergeven van wolken van deze, kleine, irritante steekvliegjes. Ze zijn een motivatie om niet te lang stil te blijven staan en waar mogelijk te schuilen binnen in de schuilhutten onderweg. De 'begeleide' wandelaars hebben hun eigen hutten en schuilhutten. Deze zijn een stuk luxer dan die van ons. De begeleiders voorzien ze onderweg van thee en koffie en hun overnachtings'hutten' zijn kleine complexen voorzien van luxe als opgemaakte bedden, warme douches, electriciteit en een restaurant waar goed gegeten en gedronken kan worden. Maar ja, de prijs is er dan ook naar, zo'n NS$1000 per dag.

Dit onderscheid tussen luxe en spartaans versterkt alleen maar het groepsgevoel van de 'vrije' wandelaars. Voedsel wordt gedeeld en diegenen die het zwaar hebben worden door iedereen geholpen. Zo sjouwen twee Israeli's een heel stuk de rugzak van een ouder vrouwtje die iets teveel spullen heeft meegenomen. Aan het einde van de tocht wordt er uitgebreid afscheid genomen. Het busje terug naar Te Anau zit vol met tochtgenoten en we besluiten om 's avonds met z'n allen nog pizza te gaan eten in het plaatsje. Een mooi einde van een prachtige en gezellige wandeltocht.

Dag 59 - 60: Fiordland

5:30u in de ochtend gaat het alarm van mijn telefoon. Moeizaam sta ik op, neem een douche en pak m'n spullen bij elkaar. Om 6:30 word ik bij mijn hostel in Te Anau opgehaald door Mike. Behalve het kooiduiken met haaien organiseert Mike ook duiktrips in Milford Sound. De rit naar Milford Sound duurt vanaf Te Anau nog zo'n keine 2 uur. Knikkebollend zit ik achter in de auto terwijl we over een verlaten weg door het donkere landschap rijden. Ik vraag me maar niet af hoe Mike zich voelt, want die is vannacht uit Bluff komen rijden. Gisteren heb ik er de hele dag over gedaan om vanuit Bluff in Te Anau te komen, maar als je doorrijdt dan moet dat in een uurtje of 3 ook lukken. Opgeteld zit Mike dus 5 uur achter het stuur en gaat dan nog de duiktrip doen. Pffffff ik word al moe bij de gedachte en ik was al niet al te wakker.

Milford Sound ligt in Fiordland Nationaal Park, een reusachtig natuurgebied bestaande uit bergen, valleien, meren, rivieren, watervallen, regenwouden, bossen en fjorden. Het indrukwekkende landschap wordt goed zichtbaar als het licht begint te worden. Massieve, loodrechte bergwanden rijzen op uit helderblauwe bergmeren. Tientallen watervallen stromen als smalle, witte linten langs de bergwanden naar beneden. Het heeft gisteren flink geregend, zoals het in dit gebied heel vaak flink regent. Soms valt er wel tot 8 meter (!) regen per jaar. Het zoete, koude regenwater stroomt langs de hellingen naar beneden en ligt als een troebele, olieachtige laag op het warmere zilte zeewater in de fjorden. De troebele laag schermt het zonlicht af en zorgt ervoor dat er op zo'n 15 meter diepte onderwaterleven voorkomt dat normaal veel dieper zwemt of groeit. Dit maakt van de fjorden een unieke locatie om te duiken.

We zijn met een klein groepje van 5 duikers en Mike als duikgids en mijn duikbuddy. We varen een stuk de fjord bij Milford Sound op. Het fjordenlandschap is adembenemend met de vele bergen en watervallen. Voor de wand van een loodrechte berg gaan we voor anker en dan te water. Het zoete water is koud en we duiken zo snel mogelijk door de gelige, troebele laag naar het heldere zoute water dat een stuk comfortabeler aanvoelt. We volgen Mike op zo'n 8 meter diepte over de bodem. Onderweg zien we bomen van 'zwart' koraal, die onder water helder wit zijn. Onderweg komen we veel verschillende soorten vissen en grote kreeften tegen. Mijn lucht is 10 minuten eerder op dan de rest van de groep en ik keer weer terug naar de oppervlakte en de boot. Na een pauze van een uur varen we door naar een tweede duikstek in de fjord. Ook hier gaan we weer door de troebele laag naar het heldere zoute water. We dalen tot zo'n 16 meter en nu is er geen bodem. De fjord is hier wel honderden meters diep. We volgen de fjordwand en bewonderen het bijzondere onderwaterleven. Als ik nog 50 bar over heb in m'n tank geef ik dat aan Mike door. Hij maakt een gebaar wat lijkt op einde duik en ik ga naar de oppervlakte. Later begrijp ik van Mike dat ik door hat kunnen duiken en hij bedoelde met het gebaar dat ik op gelijke hoogte als hij moest aflevellen. Lesje voor de volgende keer.

Ik rij terug naar Te Anau met een Zwitsere duiker, Leandro. We eten een hapje in het dorp en dan ga ik me voorbereiden voor een 4-daagse wandeltocht met rugzak door dit gebied. De beroemde Milford Track, een van de mooiste wandelingen schijnt...

zondag 25 maart 2012

Dag 57 - 58: Bluff & Stewart Island - Big White Shark Diving

Mike en George zijn net een komisch duo. Mike is de schipper en eigenaar van de boot en het activiteitenbedrijfje. George is een oudere, blanke Zuid-Afrikaan die vandaag zijn hulpje is op de boot. George doet alles fout en Mike legt hem overdreven duidelijk uit hoe hij het graag zou willen. Gezien de beperkte ruimte op de boot gebeurd dit erg publiekelijk. Het helpt de arme George hierbij ook niet dat hij wat hardhorend is.

Nadat ik gisteren van Wanaka op m'n gemak naar Bluff ben gereden, sta ik vanochtend om 8 uur klaar in de haven om te vertrekken. Samen met nog 10 anderen gaan we vandaag duiken in een kooi tussen de haaien. En als het meezit zien we dan de grote witte haai, oftwel de mensenhaai. Zodra het Mike en George samen gelukt is om van wal te steken zetten we koers richting Stewart Island. Het gaat behoorlijk tekeer in de straat van Foveaux, de zee tussen Bluff en Stewart Island. Het tij, in combinatie met de wind en de ondiepe straat zorgt voor metershoge golven. Vorige week is er nog een schippersboot omgeslagen door een monstergolf en zijn er 8 mensen omgekomen. De boot baant zich een weg over en door de golven, lijkt soms even los te komen om dan met een harde klap weer op het water te smakken. Gelukkig wordt de zee rustiger als we in de luwte van de kust van Stewart Island komen. We gaan voor anker en Mike laat de grote metalen duikerskooi, die op het bovendek staat, met een kraan achter het schip in zee zakken. Dit lukt aardig ondanks de hulp van George, die altijd net het verkeerde touw in handen heeft tijdens dit karweitje.

Mike geeft instructie over het gebruik van de kooi en de duikuitrusting. Hij vertelt net dat het soms wel enige uren kan duren voor er haaien te zien zijn, of we horen George een kreet uitslaan en een hoop gespartel in het water. Iedereen snelt naar de reling en we zien nog net hoe een reusachtige witte haai terug het water induikt. George staat onbeholpen met het einde van een gerafeld touw in zijn handen. 'George, please do not use the bait now' smeekt Mike. Een grote moot tonijn die als aas moet dienen is onverwachts te grazen genomen nadat George die aan een lange lijn het water in heeft gegooid. Iedereen is opgewonden nu. Er kunnen er 3 tegelijk in de kooi en we gaan gelijk aan de slag om ons om te kleden in een wetsuit.

Ik ben de tweede lichting die te water gaat in de kooi. Vanaf het dek hebben we al kunnen zien dat er minstens een grote haai rond de kooi zwemt. Voorzichtig dus met er van bovenaf inkruipen. Van de kooi afvallen in de zee is nu geen optie. De kooi ligt precies op de waterlijn en is aan de boot vastgemaakt. Die deinen dus samen op en neer op de golven aan de oppervlakte. Onder water in de kooi klem ik mijn voeten onder een touw op de bodem en hou me vast aan een railing aan de binnenkant van de kooi. Op ooghoogte is de kooi over een hoogte van 30cm volledig open over de volle breedte. Zo heb je een mooi uitzicht naar buiten en kunnen de echt grote haaien niet naar binnen komen. Grote brokken tonijn worden aan een touw voor de kooi gesleept als lokaas. En het is al direct raak. Een reusachtige witte haai zwemt vlak voor de kooi langs achter het aas aan. Hij is zeker 4 meter lang en zijn gestroomlijnde lijf zit onder de grote krassen en littekens. Vlak naast zijn rugvin zit een transponder vastgeprikt. Deze bedreigde diersoort wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Hij zwemt geruisloos voorbij met zwarte, lege ogen die nietsziend in de kooi staren. Dan haalt hij uit naar het aas. Een indrukwekkende bek vol vlijmscherpe tanden. Hij mist en ramt hard met zijn kop tegen de kooi, zijn ogen nu wit weggedraaid. In zijn haast om weg te komen slaat hij met zijn staart een aantal maal tegen de kooi. Ongelooflijk wat een kracht en snelheid. Ik zou nu niet graag buiten de kooi zwemmen. In het volgende half uur zwemmen een drietal grote witte haaien de hele tijd rond en onder de kooi. Ze komen erg dichtbij, staren naar binnen en draaien dan weer weg. Het is oppassen geblazen om niet 1 haai helemaal de hoek om te volgen en dan per ongeluk je hoofd uit de kooi te steken. Er zwemmen er nog 2 rond in de buurt en ze zijn bijtgraag.

Na een half uur is de volgende lichting aan de beurt. We blijven nog een tijdje voor anker liggen en wie wil kan nog een keer de kooi in. Ik heb het echter koud gekregen en neem een warme douche en kleed me aan. De zee wordt steeds ruiger en op een gegeven moment besluit Mike om de kooi omhoog te halen. Het is met deze deining niet langer verantwoordelijk om er in te kruipen. Met een korte tussenstop op Stewart Island snellen we over de wilde oceaan weer terug naar Bluff. Hier heb ik in het saaie havenplaatsje alle tijd om deze ervaring op me in te laten werken.

zaterdag 24 maart 2012

Dag 56 - Wanaka in de regen

Blammm. Het dubbelloopsgeweer geeft een flinke terugslag tegen m'n schouder en wang die op de kolf ligt. Voor me spat een oranje kleiduif uit elkaar. Vier van de vijf schoten al raak. Volgens de schietbaanmeneer ligt het gemiddelde op 4 raak van de 20 schoten. Niet slecht bezig dus. Nieuwe patroon in de loop. Voetpedaal indrukken. 21, 22, 23, 24 en daar schiet de kleiduif weg in een willekeurige richting. Richten, mee blijven bewegen, korrel net onder het oranje schijfje. Blammm. Mis. Oefff, de volgende schoten heb ik een klein inzinkinkje en mis ik de meeste schoten. Uiteindelijk heb ik 8 van de 20 kleiduiven om zeep geholpen. Niet slecht, maar er zit meer in. Maar niet vandaag meer met de shotgun, ik heb een zere wang en een lamme arm na die 20 schoten.

De ochtend was droog maar bewolkt begonnen. Net nadat ik mijn was buiten op de waslijn heb uitgehangen begint het te gieten. En het regent nog steeds. Geen vliegweer en dus mooi de tijd om andere dingen te doen. Het eerst bezoek ik het 'Toys & Transportation Museum' bestaande uit vier grote hangaars naast het vliegveld. Buiten in de regen staan wat tanks en vliegtuigen opgesteld waaronder een mooie Mig 21 in camouflagekleuren. Binnen in de eerste hangaar krijg ik een soort 'Gore' deja vu gevoel. Eindeloze rijen met kasten vol met stoffig speelgoed en prullaria. Daartussen rijen met oude auto's, voornamelijk uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Talloze vliegtuigmodellen hangen aan het plafond of zijn simpelweg uitgestald op de daken van de auto's. Alles is hutje mutje volgepropt. De andere hangaars zijn niet anders ingericht. Propvol. Een hangaar staat vol met oude brandweerwagens, zoveel en krap naast elkaar gezet dat je er niet tussendoor kunt lopen. In een andere hangaar staan een aantal oude vliegtuigen tussen de rijen autos opgesteld. De collectie auto's loopt door onder de vleugels tot aan de romp. Tegen de wanden staan kasten met de meest vreemde verzamelingen. Buitenboordmotoren, Star Wars speelgoed, een vitrine vol met smurfen poppetjes, een collectie oude naaimachines, poppenhuizen, speelgoedvliegtuigen, strijkijzers. Bedenk het en je kunt het hier vinden. Ongelooflijk en ontzettend vermoeiend.

Even uitrusten en lunchen op het vliegveld en dan door naar de schietbaan aan de overkant. Na het kleiduifschieten heb ik de smaak te pakken en ik koop een doosje patronen voor het .22 geweer. Na wat inschieten een blanco doelvelletje naar het einde van de schietbaan transporteren en 10 schoten hierop lossen. Negen van de 10 in de roos. Oei, best goed. De laatste 10 schoten schiet ik uit de losse hand, zonder gebruik te maken van een steun. Een stuk moeilijker maar toch ook wel weer een aardige score. Hmmm.... nieuwe hobby erbij ?

Het blijft de rest van de middag regenen. In de lounge van het hostel zit iedereen rustig een boekje te lezen of op een laptop te werken. Ik sluit me hierbij aan en lees m'n boek uit dat zich afspeelt in Fiordland in Nieuw Zeeland. Leuk, in dat gebied zit ik volgende week bijna de hele week.

vrijdag 23 maart 2012

Dag 55 - Wanaka in een Tiger Moth

Een groene overall, daarover een dikke schapenleren vliegersjas, handschoenen en een leren helm met ingebouwde headset en een ouderwetse vliegeniersbril. Zo liepen de piloten er in de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw ook bij. Het bijbehorende vliegtuig is de Tiger Moth. Een tweedekker die voor en tijdens de tweede wereldoorlog veel gebruikt werd als opleidingsvliegtuig. Peter helpt me in de achterste, krappe zitplaats. Slingert met de hand de propellor aan en kruipt voorin. Off we go. Direct na take off krijg ik de controls en voorzichtig probeer ik deze uit. Even aanvoelen wat de stick en rudder doen in zo'n oude kist. Voelt prima en ik maak wat bochten linksom en rechtsom. Op 3000 voet neemt Peter de controls weer over en demonsteert een stall en twee slagen spin. Het vliegtuig spint makkelijk, maar is er gelukig ook weer makkelijk uit te halen. Tenminste... als je voldoende hoogte hebt. Ik krijg de controls weer en we vliegen naar het laagvlieggebied, een vlakte met wat weilanden en bomen. Hier oefenen we het laag ober het landschap vliegen. Fanastisch gezicht om de dubbeldeks vleugels van doek, hout en staalkabel naast je te zien terwijl we vlak over de bomen scheren. De cockpit is open en de wind blaast in m'n gezicht. Wat een heerlijk primitieve manier van vliegen. Ook hier ligt een grasstrip en oefenen we wat touch & go's. Ik voel meer mee dan dat ik zelf vlieg, maar dat is maar goed ook. Zo'n oude staarwielkist landen is toch heel anders dan een modern toestel. Na de landing terug op Wanaka stap ik met een grote grijns uit. Heerlijk dit soort vliegen.

Maar de vliegdag is nog niet over. Na een pauze, waarin ik het lokale vliegtuigmuseum bezoek, gaan we 's middags weer bergvliegen in de Piper Cherokee. De nadruk ligt nu op het landen op verschillende 'veldjes' die hier verstopt liggen in het landschap. Deze worden vaak gebruik door crop dusters (sproeivliegtuigen). Wederom geen standaard circuits maar we passen de nadering van de strip aan op de omgeving. De strips zijn allemaal kort en smal en lopen op of af in het oneven terrein. Eentje ligt hobbelig op de rug van een langgerekte heuvel, geen marge om aan de zijkant van de smalle baan te raken. Na wat touch & go's op een drietal strips gaan we langzaam vliegen door een vallei. Twee standjes flaps en dan weer 360 graden bochten draaien. Zo werken we onze weg weer terug naar Wanaka airfield. Na de vlucht voel ik me behoorlijk moe. Dat is toch heel intensief vliegen zo. Maar super leerzaam en natuurlijk genieten van de prachtige omgeving. Die verveeld hier nooit.

Ik voel me te moe om nog met de shotgun te gaan schieten op de schietbaan, maar Wanaka heeft meer te bieden. Even verderop aan de weg ligt Wanaka Puzzle World. Bij binnenkomst zie ik allemaal tafeltjes staan waar volwassenen druk in de weer zijn met allerlei soorten puzzels, breinbrekers en spelletjes. Na het betalen van de entree krijg je toegang tot een aantal ruimtes met optische illusies. Zo is er een kamer waarin je wordt aangestaard door 170 beroemde gezichten die de muren vormen. Als je door de zaal loopt draaien de gezichten allemaal mee en blijven je aanstaren. Freaky. Een andere ruimte is helemaal onder een hoek gebouwd, maar alle objecten erin staan 'recht'. Dus voor je gevoel sta je zelf scheef. Dat leidt tot vreemde effecten zoals een waterval die omhoog stroomt of biljartballen die op een tafel omhoog rollen. Lastig om je evenwicht te bewaren in deze ruimte. Tenslotte is er buiten nog een groot labyrinth gebouwd waarin je de 4 hoektorens moet zien te vinden. Het kost me ruim een uur dwalen voordat ik deze gevonden heb en dan ook weer terug ben bij de uitgang.

Echt heel moe nu kom ik weer terug in het hostel, prachtig gelegen aan de rand van het meer. Tijd voor een laat middag dutje die overgaat in een luie avond op de bank. Morgen toch echt die shotgun gaan uitproberen.

donderdag 22 maart 2012

Dag 54 - Wanaka in een Piper Cherokee

Ja hoor het is weer zover. De vliegkriebels spelen weer op. Gelukkig is er in Wanaka hiervoor een medicijn te vinden: het plaatselijke vliegveld. Peter Hendriks is een Nieuw Zeelander met duidelijk Nederlandse voorouders. Hij heeft zijn eigen vliegbedrijfje in Wanaka en hij geeft onder andere bergvliegcursussen. Lijkt me reuze interessant om daar eens een paar lessen in te nemen, want dat is iets wat in Nederland toch een beetje lastig is om te doen.

Maar voor het zover is dump ik eerst rond het middaguur de meeliftende Duitser en mijn bagage in het hostel. De vliegles is pas  om 3 uur dus ik heb nog wat tijd te doden. Doden... hmmm..... onderweg vlak bij het vliegveld heb ik een bordje gezien 'Try a shot'. Het blijkt een schietbaan te zijn waar je met allerlei leuk wapentuig kunt spelen. Vandaag kies ik maar eens het .22 geweer. Vijfentwintig kogels later ben ik 3 velletjes met gaatjes rijker. Niet slecht geschoten al zeg ik het zelf. En gelukkig is de schietbaanmeneer het met me eens. Morgen maar eens een shotgun proberen.

De Piper Cherokee is nog warm van de laatste vlucht dus het starten is zo gebeurd. Uittaxien naar de baan, laatste checks en dan vol gas in take off. In een rechte lijn vliegen we over Wanaka en stijgen onderwijl rustig naar een hoogte van 4000 voet. Wanaka is ook weer zo'n gezellig klein plaatsje gelegen aan een prachtig bergmeer midden in het Alpen massief. We beginnen met een oefening contour-vliegen: het volgen van het berglandschap tussen de bergen door. We volgen de grillige loop van een vallei. Tijdens het vliegen geeft Peter instructie. Let op wat de wind doet tussen de bergen en altijd zorgen dat je voldoende ruimte hebt voor een 'ontsnappingsplan'. Zo oefenen we een paar keer een ruime 360 graden bocht tussen de bergenwanden in de vallei. Ook is het belangrijk om niet blindelings de bocht om te vliegen om de berg te volgen maar de bocht zo ruim nemen dat je zeker weet dat er na die bocht niks in de weg staat. Klinkt logisch eigenlijk. Al spelend tussen de bergen zien we beneden ons in het dal een smalle grasstrip naast een rivier liggen. Prima ding om een 'striplanding' op te oefenen. Alles wat ik geleerd heb over netjes een circuit vliegen kan overboord. Er is simpelweg geen ruimte voor tussen de bergenwanden van de vallei. Een paar S-bochten brengen uitkomst en tegen stall-speed aan glijden we naar het kortje veldje. Landen, remmen, aan het einde omkeren, vol gas en direct weer in take off. We oefenen deze striplanding een paar keer en dan vliegen we tussen de valleien door weer terug naar Wanaka. Dat smaakt naar meer...

's Avonds bezoek ik nog een andere bezienswaardigheid in Wanaka. De plaatselijke bioscoop. Een zaaltje volgezet met oude bankstellen en zelfs een volkswagen kever waar je in kunt gaan zitten. Lekker relaxed liggend op een bankstel kijk ik de eerste helft van de film 'J. Edgar Hoover'. Maar de film is een beetje traag en saai en in de pauze smeer ik 'm terug naar mijn hostel. Morgenochtend vroeg vliegen als  het weer meezit.

Dag 52 - 53: Queenstown

Queenstown, de 'toy' town van het Zuidereiland. Gelegen aan een groot helderblauw bergmeer, omgeven door een ruig berglandschap. De plaats voor alle avontuurlijke outdoor-activiteiten waar Nieuw Zeeland bekend om staat. Bungi jumpen, jetboating, canyonning, noem maar op. Talloze boekingskantoortjes in de gezellige winkelstraatjes en heerlijke terrasjes aan het water bij het meer. De hemel is strak blauw en het het zonnetje schijnt volop. Tandemparagliders dwarrelen de hele dag naar beneden van de hoge berg waar Queentown tegenaan ligt. Kortom, geen slechte plaats om te zijn. Zeker niet als je wat geld te besteden hebt, want de activiteiten hier zijn stevig aan de prijs.

Ik kom rond het middaguur aan en besteed vrijwel de hele middag aan het ronddwalen door het plaatsje, op terrasjes zitten en proberen om wat activiteiten te boeken. Dat is lastiger dan je denkt. Het hoogseizoen is definitief voorbij en voor Queenstowns begrippen is het nu erg rustig. Activiteiten zijn niet meer volgeboekt en bij vele is het de vraag of ze doorgaan omdat er een minimum aantal deelnemers nodig is. Uiteindelijk boek ik voor morgenmiddag een jetboating tour die zeker wel doorgaat. Helaas precies midden op de dag zodat er geen ruimte meer is voor een andere activiteit.

Rond een uurtje of 5 ga ik een biertje drinken met Guhntar Rowe. Hij heeft vroeger voor iOpener wat ontwikkelwerk gedaan vanuit Nieuw Zeeland en het is leuk om hem nu in het echt te ontmoeten. In het dagelijkse leven doet hij off-road adventure activiteiten. Quadbike en motorbike tours en dat soort dingen. Het is gezellig en we spreken af om morgenmiddag weer een biertje te gaan drinken na zijn werk.

De volgende ochtend is het wederom stralend weer. Op straat ontmoet ik de Duitser die vorige week met me meegereden is naar Dunedin. Hij reist op een laag budget en heeft een verwonding aan zijn enkel. Een slechte combinatie in Nieuw Zeeland en zeker in Queenstown. Geen geld voor activiteiten en niet de mogelijkheid om de enige gratis activiteit in de omgeving te doen: wandelen. Hij bietst een lift naar Wanaka morgenochtend. Prima hoor.

Churros met warme chocoldemelk als ontbijt op een terrasje aan het water. Straatmuzikanten op bijna elke hoek van de straat. Een warme, zomerse herfstdag. Het leven kan een stuk slechter. Om 12 uur vertrekt de tour. Een bus brengt ons door het mooie berglandschap naar Skippers Canyon. Onderweg vertelt de buschauffeur met veel humor over het verleden. Eind 19e eeuw heerste hier de goudkoorts en veel goudzoekers kwamen in het ruige gebied hun geluk beproeven. Rijdend door het gebied kun je de barre omstandigheden van die tijd goed voorstellen. De smalle gravelweg die we langs ravijnen en door nauwe bergpassen volgen zou ik niet graag met mijn auto rijden. Door de canyon stroomt een ondiep riviertje waarop we een stukje gaan varen met een jetboat. Dat is een speedboat die wordt voortgestuwd door een waterstraal in plaats van een schroef. De 450pk motor ramt er zo'n 25.000 liter water per minuut doorheen en dat geeft ons een vaartje van zo'n 70 a 80 km/u.  Zo scheren we over het water tussen de soms erg nauwe wanden van de canyon door. Toegegeven, het is best spectaculair.

Terug in Queenstown ga ik met de kabelbaan naar de top van de berg die over het plaatsje en het meer uitkijkt. Een late lunch met prachtig uitzicht. Guhntar heeft het te druk om een biertje te gaan drinken maar ik kom 2 Zwitsers tegen die ik ook al in het hostel in Invercargill heb ontmoet. Gezamenlijk eten we de beroemde Queenstown Ferg Burger (een mega grote hamburger) en daarna stappen in het centrum. Het is woensdagavond en niet heel erg druk maar in de bar 'Cowboy' vermaken we ons prima met bier drinken, poolen en de rodeo stier berijden. Het is al laat als ik weer in het hostel terug kom en ik moet morgenochtend voor 10 uur uitgechecked zijn. Maar snel gaan slapen.

maandag 19 maart 2012

Dag 51 - Gore

Gore is drie keer niks. Letterlijk.

Bijvoorbeeld:

1. vanavond slaap ik alleen op een slaapzaal met 4 bedden in het vrijwel uitgestorven, onsympatieke hostel
2. vanavond zat ik alleen in de plaatselijke bioscoop met 250 stoelen een film te kijken (John Carter)
3. vanavond was ik het enige levende wezen op straat toen ik terugliep naar het hostel

Vanmiddag was het nauwelijks ietsjes beter:

1. Het vliegtuig museum wat ik  bezocht was een moderne hangaar met wat Tiger Moths en nog 3 a 4 andere vliegtuigtypes. Niet heel erg interessant, maar de entree was dan ook maar 5 dollar. Saai.

2. De ernaast gelegen vliegtuigwerkplaats lijkt wel een stap terug in de tijd. Zo'n 100 jaar ongeveer. Een oude hangaar waar het zonlicht door hoge ramen binnenvalt in grote stoffige ruimtes. De geur van versgezaagd hout. Het geluid van getimmer en geklop. Bijna geen elektrisch apparaat te vinden. En overal vliegtuigonderdelen. Rekken vol met houten geraamtes van vleugels. Overal half afgebouwde vliegtuigrompen van hout en doek. Vettig glimmende  vliegtuigmotoren op houten kisten omgeven door bakjes met onderdelen. Heel wat anders dan de steriele werkplaats van Alpha die ik in Hamilton heb bezocht, maar wel met een zekere ambachtelijke charme. Verrassend.

3. En dan als laatste het plaatselijke Air Force Museum, aangeduid als bezienswaardigheid op het stadsplattegrondje. Na het volgen van officiele bewegwijzering door heel Gore kom ik uit op een soort woonerf met een aantal helblauw geschilderde schuren en een grote garage. In een van de schuren staat een vervallen, stoffige Tiger Moth tweedekker te vergaan onder wat vieze doeken. Uit een andere schuur komt de eigenaar me welkom heten. Een oud mannetje met een grote bril met meekleurende glazen. Het ene glas is donkerder dan het andere glas, wat wel past bij de vervallen uitstraling van het geheel. Op het woonerf staat het karkas van een oude helicopter, ook weer weggestopt onder wat stukken zeildoek. Ik word uitgenodigd om het museum te bekijken en  nieuwsgierig volg ik het oude baasje de garage in. Er hangt een vochtige, muffe lucht. Aan de muren hangen krantenknipsels en foto's. Op planken aan de wanden staan rijen waardeloze prullaria. Baseball caps, slordig in elkaar gezette vlietuigmodelletjes, muizenvallen, lege bierflesjes en kinderspeelgoed. De tweede ruimte is niet veel beter en ik probeer zo weinig mogelijk adem te  halen terwijl ik het mannetje langs het gestripte karkas van een onherkenbaar vliegtuig volg. Wat een rommel. Ik bedank de man hartelijk voor de rondleiding, doneer wat kleingeld voor de instandhouding van dit 'museum' en maak daarna dat ik wegkom. Goor.

Tsja, ik had me iets meer voorgesteld van deze tussenstop op weg naar Queenstown. Maar ik had al gewaarschuwd moeten zijn door de plaatsnaam... Gore.

Dag 50 - Invercargill

"Nee helaas, er zijn geen golven. Geen surfles vandaag". Da's wel balen. Het is 10 uur 's ochtends en mijn activiteit van vandaag gaat niet door. Het is dreigend weer en het heeft vanochtend al flink geregend. Ik kijk uit over de baai van Curio Bay. Een prachtig zandstrand en inderdaad een rustige zee met wat kleine golfjes. Maar vlak bij het strand zwemmen dolfijnen. Het zijn de kleine Hector-dolfijnen die ik ook al heb gezien in Akaroa. En het zijn er een hoop.

Ik bedenk me geen minuut en spurt het strand op. Enkel in m'n zwembroek duik ik de koude zee in. Als ik wat dieper het water in loop komen de dolfijnen naar me toe. Nieuwsgierig draaien ze op een tiental centimeters om heen. Buitelen voor me in en uit het water en surfen dan op de golven naar het strand, waar ze in de branding met een mooie sprong omdraaien en weer terug komen. Ik zwem een paar keer met ze mee op de golven, maar ze zijn daar veel beter in dan ik. Hun snuit steekt uit de voorkant van de golf terwijl ze hard meezwemmen. Dit is ongelooflijk gaaf. Echt zwemmen met speelse dolfijnen. Ze zijn ontzettend snel en zoeven van alle kanten vlak langs me heen. Als hun rug boven water komt hoor ik ze ademhalen door het blaasgat voor hun rugvin. Verderop buitelt er eentje hoog de lucht in om dan met een mooie duik weer te water te gaan. Wauw.

Ik heb blijkbaar het goede voorbeeld gegeven want er komen nog wat mensen het water in. Na bijna 3 kwartier spelen vind ik het mooi geweest. Het is koud en het begint weer te regenen. Na een lekkere warme douche in het hostel vertrek ik op weg naar Invercargill. Dit is een klein stadje vlakbij Bluff, het meest zuidelijke havenplaatsje van Nieuw Zeeland. Hier vertrekt morgen de boot voor mijn activiteit die me morgenavond zal afzetten op Stewart eiland.

Aangekomen te Invercargill word ik gebeld door het kantoortje van de activiteit van morgen. De activiteit wordt gecancelled. Er is gisteren een ongeluk op zee gebeurd en 8 mensen uit Bluff en omgeving zijn omgekomen. Omdat het zo'n kleine gemeenschap is waar iedereen elkaar kent, zijn de tours vanuit Bluff de komende week gecancelled. Sneu maar ook wel balen. Het regent en in Invercargill is verder weinig te doen. Dan maar wat internetten in het hostel en een beetje relaxen en kletsen met de andere gasten. Misschien dat ik met wat omgooien van mijn plannen volgende week toch nog terug kan komen om de activiteit te doen.

zondag 18 maart 2012

Foto's t/m dag 49

En hier wat foto's in willekeurige volgorde t/m dag 49.

Sleep tijdens zweefvliegles, Omarama

Station van Dunedin

Elephant Rocks ergens onderweg

Diorama crash Red baron

Marlborough Sounds

Epic zweefvliegen in de bergen

Nugget point, catlins

Zeeleeuwen op het strand, catlins

Toen de mountainbike het nog deed

Kayakken bij Mt cook

Ijsschotsen in Glacier Lake

Zweefvliegcursus met Grizz

Kewa's eten rubber

Pancake rocks

Moeraki boulders

Onderweg in de Zuidelijke Alpen

Zweefvliegen in de bergen

Mooi groen is niet lelijk, Zomburlesque, Dunedin

Schiereiland bij Dunedin


bergwandeling Arthurs Pass

Kerkje in Omarua
Yellow Eyed pinguin, curio bay, catlins

Dag 49 - Catlins Coast

Om 9 uur 's ochtends ben ik bij de Count Down supermarkt om voorraad in te slaan voor de komende dagen. De Catlins Coast is het ruige kustgebied in het uiterste zuiden van het Zuidereiland en ik verwacht daar weinig winkels of internet en telefoondekking. Plan is om vandaag relaxed de zuidelijke kustweg te gaan volgen en waar mogelijk af te slaan om bezienswaardigheden te gaan bekijken.

Het is prachtig weer en met een lekker muziekje aan laat ik Dunedin achter me. Het eerste uitstapje leidt via een onverharde weg naar Nugget Point. Op een hoge klif in zee staat een witte vuurtoren die via een smal wandelpad bereikt kan worden. Ver beneden me steken ruwe rotsen uit zee, de nuggets, waarop je zeehonden lui ziet zonnebaden. Bovenop de klif voor de oude vuurtoren heb je een prachtig uitzicht over zee en de ruige Catlins kust. Hierna vervolg ik de gravelweg naar Cannibal Bay. Op het kleine parkeerplaatsje bij het strand staan nog 2 campers. Het zandstrand is omgeven door hoge kliffen en verderop zie ik een paar mensen staan. Als ik erheen wandel zie ik waarnaar ze kijken. Een stuk of 15 reusachtige zeeleeuwen liggen op het strand te luieren. Een paar grote robben schuifelen wat heen en weer en steken hun kop in de lucht en slaan wat klanken uit. Soms volgt een korte achtervolging als de een te dicht bij de ander komt. De beesten zijn echt gigantisch groot en ik blijf op gepaste afstand en zorg dat ik niet tussen hen en de zee kom, hun vluchtweg. Na een tijdje liggen ze allemaal lui in het zand en scheppen af en toe een grote vin zand over zich heen. Wel bijzonder om hier zo tussen die reusachtige, wilde beesten te lopen.

Ik vervolg m'n weg naar een andere plaats aan de kust, Jack's Blowhole. Een diep gat in de rotsen waar het zeewater doorheen geperst wordt. Maar op de parkeerplaats bij het strand hoor ik dat de 30 minuten wandeling daarheen niet echt de moeite waard is. Die 30 minuten besteed ik dan maar aan het kletsen met een kiwi die me uitnodigd voor een biertje en het avondeten. Helaas heb ik andere plannen en ik vervolg m'n weg langs de kust. Het landschap is afwisselend maar altijd groen. Soms glooiende heuvels, dan weer stijle bergen, uitgestrekte weilanden of dichtbegroeide bossen. En dat in alle combinaties. Ik rij rustig door en laat wat bezienswaardigheden zoals watervallen links liggen.

Tegen het einde van de middag kom ik aan in Curio Bay, mijn eindbestemming voor vandaag. In het hostel blijk ik toevallig mijn twee kamergenoten al te kennen. De een is Richard, de messenmaker uit Dunedin, die hier een weekendje komt duiken. De ander is Patrick, een Zwitser die ik weken eerder in een hostel aan de westkust heb gesproken. Met Patrick wandel ik na het avondeten naar het 'petrified forest' een kleine 10 minuten verderop. Een versteend plateau van miljoenen jaren oude boomstammen en boomstompen ligt in zee en is bereikbaar bij laag tij. Bizar om te bedenken dat de versteende boomstammen die ik hier zie wel 180 miljoen jaar oud zijn. Het is tegen zonsondergang en dan komen ook hier de pinguins aan land om terug te keren naar hun nest. En ja hoor, een paar ruim halve meter hoge 'yellow eyed' pinguins waggelen op hun grappige manier vlak langs me heen. Op het plateau zijn wel een stuk of 40 mensen om dit schouwspel vast te leggen. Wat moeten die pinguins wel niet denken ?

De rest van de avond speel ik wat spelletjes schaak met Patrick en Richard. Morgen wordt er weer minder weer opgegeven. Hopelijk niet te slecht...

zaterdag 17 maart 2012

Dag 48 - Dunedin

"Bij mijn volgende optreden word ik opgesloten in een gevangenis van toffees en dan lik ik me een weg naar buiten" zegt Audrey lachend. Audrey is Performance Artist en ze zit naast me in het theater. Ze nodigt me uit om morgenavond naar een ander optreden van haar te komen. Dan speelt ze een drinkspelletje met het publiek. Het publiek stelt haar vragen in de trent van "have you ever..." en als ze liegt dan drinkt ze een glas wijn leeg. Zo jaagt ze er wel een aantal flessen doorheen en wordt ze op het podium ladderzat. Jammer dat ik morgen alweer onderweg ben.

En het leek zo'n normaal dagje te worden in Dunedin. 's Ochtends lekker uitslapen en dan in het centrum op een terrasje een heerlijk ontbijtje wegwerken. Vervolgens urenlang door de stad slenteren. Museum bezoeken, wat bijzondere gebouwen fotograferen , lunchen in het plaatselijke park en een fikse wandeling naar het stijlste straatje van de wereld. En die natuurlijk beklimmen.

Maar Dunedin is een bruisende studentenstad waar altijd wat te doen is. En toevallig is er nu een Frans filmfestival en een theaterfestival. Nou een beetje cultuur kan nooit kwaad denk ik zo na al die buitensport activiteiten van de laatste tijd. Om 6 uur ga ik naar de franse film "Heat Wave" of in het Frans "Apres le Sud". Een aardig drama waarin de levens van 4 mensen vervlochten raken in de zinderende hitte van Zuid-Frankrijk. Het dramatisch einde zie je al lang aankomen en is even onheilspellend als onafwendbaar. Vervolgens ga ik naar het Octagon, het centrum van Dunedin met de centrale straten in de vorm van een achthoek. In het midden is er een theathervoorstelling met het thema vuur. Maar helaas begint het wat later dan gepland en voordat ik de eerste vlammen en explosies heb gezien ga ik alweer door naar het theater Sammy, wat verderop in de stad. Op aanraden van iemand uit het hostel ga ik daar de voorstelling Zombrulesque zien.

Zombies en Burlesque. Klinkt interessant, whatever Burlesque ook moge zijn, met zombies erin zal het wel bloederig zijn. In het theater komen Audrey en haar vriend naast me zitten. De voorstelling begint en een zombie-verteller introduceert 4 knappe zombie-dames. De muziek begint te spelen en al dansend en acterend ontdoen de zombie-dames zich van hun kledij. En zo volgt er scene op scene waarin in wisselende samenstelling zombie-dames dansend en springend uit de kleren gaan. Geniaal is de scene waarin op muziek uit Kill Bill de witte verpleegster door 4 zombies de kleren van het lijf wordt gescheurd. Het publiek is razend enthousiast, inclusief mijzelf, maar Audrey naast me spant wel de kroon. Ze gilt en roept en verzucht dan  'oh ik ben zo gelukkig nu'. Het scheelt maar weinig of ze ontdoet zich van haar kleding en springt het podium op. Na afloop van de voorstelling mengen de actrices zich onder het publiek om een praatje te maken en op de foto te gaan. Audrey kan het niet meer aan en trekt haar shirt uit en gaat met de acteurs op de foto. Interessant avondje zo :-)

Inmiddels weet ik ook Burlesque betekent: pikant, platvloers.

Morgen naar het woeste, verlaten zuiden van Nieuw Zeeland, de Catlins.

vrijdag 16 maart 2012

Dag 47 - Otago Peninsula

Het regent en waait. Onaangenaam weer en mijn plan om vanochtend wat foto's te gaan maken in Oamaru valt letterlijk in het water. Toch besteed ik de ochtend nuttig met het plannen van de komende dagen. Hostels bellen, activiteiten boeken en lezen wat er te doen en te zien is. Was ik eerst nog bang dat ik de dagen in het zuiden van het Zuider-eiland moeilijk gevuld zou krijgen, nu kom ik bijna dagen tekort. Een Duitser hoort van mijn plannen en bietst een lift naar Dunedin vanmiddag.

Tegen het middaguur klaart het weer op en loop ik toch nog snel een rondje door Oamaru. Daarna vertrek ik  met de Duitser naar het zuiden, richting Dunedin. Onderweg stoppen we nog even om de beroemde ronde keien van Moeraki te bekijken. Het zijn stenen zo groot en rond als een flinke skippybal en ze liggen verspreid over het strand. Volgens het bordje zijn ze miljoenen jaren geleden gevormd diep in de aarde en de tijd heeft ze naar boven en buiten toe gewerkt, net als eeuuhmmm ... ehhh tsja :-)

Dunedin wordt het (Schotse) Edinburgh van Nieuw Zeeland genoemd. Het is een grote, uitgestrekte stad gebouwd tegen stijle heuvels rondom een diepe inham aan zee. Overal zie je kerken, kathedralen en gebouwen zoals je die inderdaad in Schotland zou verwachten. Het is vreemd om weer in een grote stad te zijn. Het verkeer is ongeduldig, er rijden politieauto's rond (die heb ik al tijden niet meer gezien) en het is druk op straat. En de straten tegen de heuvels op zijn stijl, erg stijl.

Na de Duitser en mijn spullen in het hostel gedumpt te hebben besluit ik niet in de stad te blijven maar naar het uiteinde van het naastgelegen schiereiland te rijden, Otago Peninsula. Daar huist op de klif aan het einde van het schiereiland een albatroskolonie en het is vandaag een mooie winderige dag om ze te zien vliegen. Na een klein uurtje rijden langs een mooie maar smalle kustweg kom ik bij het bezoekerscentrum. De klif is volledig afgezet met een hek en enkel voor een tour van NS$ 40 kun je de albatroskolonie bezoeken. Tsja, ik word wel eens beetje moe van de manier waarop ze hier maximaal aan het toerisme willen verdienen. Dan maar geen albatrossen en ik stap weer in de auto en rij de kustweg terug. Onderweg zie ik een intrigerend bordje 'Hoiho Knive Maker' met daaronder een pijl. Ik besluit de pijl te volgen en vervolgens wordt het een ware speurtocht over het halve schiereiland om bij de messenmaker terecht te komen. Als ik tenslotte voor zijn huis sta, staat er buiten een bord: Hoiho Knive Maker  - Closed. Maar nu ik die hele weg heb afgelegd laat ik me daar niet door afschepen en ik loop de tuin in tot achteraan waar een werkplaats is. Op mijn geroep komt de messenmaker naar buiten. Hij stelt zich voor als Richard en hij blijkt een Nederlander te zijn die ruim 30 jaar geleden naar Nieuw Zeeland is verhuisd en hier de edele kunst van het messen smeden is gaan uitoefenen.
Enthousiast toont hij me zijn collectie messen en vertelt me hoe hij ze maakt. Zijn specialiteit is messen van Damascus Staal. Een eeuwenoude manier van smeden waarbij een stuk staal honderden of zelfs duizenden keren wordt dubbelgevouwen en weer platgeslagen. Het uiteindelijk resultaat na polijsten en etsen is een blad dat een heel fijn netwerk van vloeiende lijntjes heeft. Hij verscheept zijn messen over de hele wereld en heeft ruim 2 jaar aan orders liggen. Ook niet gek als je bedenkt dat hij soms wel 2 maanden aan een mes werkt. Zie hier wat foto's van zijn werk: http://www.flickr.com/photos/70349851@N00/sets/72157611434806508.

Richard geeft me nog een goeie tip en op de terugweg bezoek ik Sandfly Bay. Een strand aan de andere kant van het schiereiland. Als ik over het strand wandel kom ik 2 slapende zeeleeuwen tegen. Ze liggen lui in het zand en af en toe rollen ze om of steken een vin de lucht in. Ik durf niet te dichtbij te komen want het zijn grote beesten en ze schijnen nog best snel te zijn. Even verderop waggelen 2 pinguins in een duinkam. Zo... heb ik toch nog gratis mijn portie wildleven gekregen. De terugweg in de avondschemer is een weg met prachtige vergezichten, die hoog over de kliffen van het schiereiland loopt. Het is bijna donker als ik  terugkom in Dunedin. Snel wat in de stad gaan eten en dan lekker naar bed. Maar eerst weer een stijle heuvel beklimmen om bij het hostel te komen.

woensdag 14 maart 2012

Dag 46 - Oamaru

'Je hebt een mooie vlucht gehad gisteren he' zegt de medewerkster van het hotel als ik de sleutel van mijn kamer kom inleveren. Tsjee, hoe weet zij dat nou weer? Als ik het gezellige cafeetje binnenstap voor mijn ontbijt weet ook daar al iedereen van mijn lange vlucht gisteren. Dagmar zet meteen een kop thee voor me en Lana schotelt me een heerlijke boerenomelet voor. Met Rebecca heb ik een lang gesprek over vliegen. Zij doet hier een cursus en heeft eergisteren een angstige ervaring gehad tijdens het vliegen in de bergen. Ze vloog samen met Gabriel en kwamen toen in rotor terecht, heftige turbulentie in de bergen. Hoewel alles onder controle was, is ze daar toch flink van geschrokken. Na het ontbijt maak ik een rondje over het veld om nu definitief van iedereen afscheid te nemen. Wat een bijzondere plek is dit toch.

Ik volg de toeristische route naar Oamaru aan de Oostkust. Het berglandschap maakt plaats voor een groen heuvellandschap waarin af en toe scherpe rotspartijen nog hun tanden laten zien. Oamaru is een havenplaatsje met een oud centrum in victoriaanse stijl. Maar bij toeristen is het voornamelijk bekend om de pinguin-kolonies die hier leven. Elke ochtend waggelen de pinguins over het strand naar zee om daar een dagje rond te zwemmen en 's avonds waggelen ze weer terug  naar hun nest. Er is een speciale tribune gebouwd waar je voor NS$ 22 dit ritueel kunt aanschouwen. Maar volgens lokale bewoners kun je ook bij de haven rond zonsondergang de pinguins terug zien komen.

Dus hang ik rond zonsondergang wat rond in de haven samen met wat andere toeristen die niet willen betalen voor de 'show'. We turen ingespannen naar de zee en het naastegelegen strandje terwijl het donkerder en donkerder wordt. Maar geen strandende pinguin te bekennen en een voor een haken de toeschouwers af. Na 3 kwartier heb ik het ook wel gezien en wandel rustig terug naar mijn gevangeniskamer in de kelder van het hostel. Morgen weer op weg.

dinsdag 13 maart 2012

Dag 45 - (un)Finished Business

Terug in Omarama op het vliegveld. Niemand kijkt vreemd op als ik weer binnenstap en ik word begroet alsof ik even een pak melk ben wezen halen. Buiten is het kastelenweer. De zon schijnt en overal boven de bergen verraden plukjes wolken dat er thermiek in de lucht zit. Geen wonder dat ik op de terugweg van Mount Cook de verleiding niet kon weerstaan en de afslag naar Omarama nam.

Ze weten ook precies waarom ik weer kom: de ultieme, urenlange zweefvlucht in de bergen. De kist staat buiten al klaar en de kansen op deze vlucht worden met me afgewogen. Het is thermisch, maar die thermiek is misschien moeilijk te pakken te krijgen. Maar als dat lukt dan zou Gabriel, een 26 jarige Franse toppiloot en instructeur, dat voor elkaar moeten krijgen.

Ook Dagmar, de eigenaresse van het gezellige cafeetje op  het vliegveld, begroet me alsof ik niet weggeweest ben en voor ik het weet zit ik weer uitgebreid aan de lunch met Gabriel en een aantal andere piloten. Wat een vreemde plek is dit toch. 

Ik ben aan de beurt na de afhandeling van een busje vol Chinezen die plotseling zijn komen aanrijden en allemaal een half uurtje willen vliegen. Na de landing zie ik een van de Chinezen geel van ellende kotsend uit een kist kruipen. Gabriel komt grijnzend naar me toe en zegt dat het goed is in de lucht.

Ingespen en wegwezen. Gabriel laat me de start doen die wat hotsend en botsend gaat maar dan vliegen we. We worden een stuk verderop afgezet door het sleeptoestel, aan het begin van het bergmassief dat loopt tot aan de westkust. Gabriel laat alle electronische toeters en bellen uit en vertrouwt volledig op z'n gevoel om te bepalen waar er thermiek zit en waar niet. Samen met mij oefent hij dat en dat is waanzinnig leerzaam. Ik voel me hopeloos onhandig als ik zie met welk gemak hij het toestel volledig gecoordineerd en met een constante snelheid gecentreerd in een thermiekbel laat draaien. Bij mij zwabbert de neus van links naar rechts en schiet de snelheidsmeter op en neer. We oefenen  het draaien en gecoordineerd vliegen zonder op de instrumenten te kijken. Hij kan het goed uitleggen en het kwartje begint te vallen. Al oefenend volgen we de ridges dieper het bergmassief in. Om nu echt verder te komen neemt Gabriel de besturing over en demonstreert zijn vakbekwaamheid. We scheren met de vleugels vlak langs bergtoppen op zoek naar thermiek, dan strak indraaien en omhoog cirkelen om voldoende hoogte te winnen om het dal over te steken naar de volgende bergketen. Hoger en hoger tot de ruige pieken bedekt raken met sneeuw en ijs. We suizen verder vlak onder de wolken en vliegen vlak langs en vlak over scherpe, donkere bergkammen. Zo dichtbij dat het soms lijkt of de vleugel de bergwand schraapt. We stijgen tot 8000 voet (ruim 2.5km) en het uitzicht over het woeste Alpenlandschap is adembenemend. In het Westen zien we zelfs de Tasmanzee tussen de bergtoppen door glinsteren. Dan wordt het weer tijd om terug te keren. Ik krijg de besturing en ik volg de weg terug over en langs de vele bergkammen. Zolang ik die netjes blijf volgen verliest het toestel nauwelijks hoogte. En zo zoeven we terug tot het landschap weer goudbruin wordt en de bergen weer heuvels. Vlak voor de landing geef ik de besturing over aan Gabriel die het toestel netjes laat uitrijden tot vlak voor de hangaar.

De vlucht heeft in totaal drie-en-een-half uur geduurd. Wat een waanzinnige ervaring. Hiermee moet ik straks in Nederland verder gaan, om dan ooit nog eens hier terug te komen voor een bergvliegcursus. Het is al half 8 als ik in het gezellige cafeetje aanschuif voor het avondeten.

zondag 11 maart 2012

Dag 43 - 44: Mount Cook

Buiten is het grijs, de bewolking hangt laag over en tussen de omliggende bergen en het regent gestaag. Zoals verwacht gaat het kayakken in het nabijgelegen gletsjermeer niet door. Misschien vanmiddag, als volgens de voorspelling het weer weter wordt.

Mount Cook heeft gelukkig een groot Visitors Centre waar ik een paar uurtjes kan doorbrengen. De hoogste bergtoppen van Nieuw Zeeland hebben hier al vanaf de 19e eeuw vele mensen getrokken voor beklimmingen, expedities en vakanties. Maar de bergen hebben inmiddels ook al vele levens genomen. Dit alles wordt in het bezoekerscentrum boeiend in beeld gebracht.

Het blijft regenen en om 1 uur wordt het kayakken voor vandaag definitief gecancelled. Morgen wordt het beter weer, dan proberen we het opnieuw. Ik vul de tijd met uitgebreid lunchen in een cafeetje. Wat later in de middag trekt het enigzins open en stopt de regen. Net lang genoeg voor een mooie wandeling in de omgeving met tussen de wolken door uitzicht op ruige bergen, gletsjers en snelstromende rivieren, wit van de mineralen die door de smeltende gletsjers in het water terecht zijn komen.

's Avonds vult de berghut zit met een schoolklas die hier in de bergen 2 dagen op excursie gaat. Weer eens wat anders dan de efteling. Met de leraren deel ik nu een slaapzaal.

De volgende ochtend is het wederom bewolkt maar het regent niet. Hier en daar zijn er zelfs wat gaten in de bewolking en er is goede kans dat het een mooie dag gaat worden. Het kayakken op het Tasman Gletsjermeer gaat door en met twee busjes wordt de groep naar het meer gebracht.

Net als in het Abel Tasmanpark ondergaan we hier de veiligheidsinstructies en de verkleedpartij met zwemvest en spatschort. De organisatie is als de dood dat een kayak kantelt in het ijskoude water dus zijn ze allemaal voorzien van 2 extra drijvers, een aan elke kant. Net de zijwieltjes op een kinderfiets.

Van de bewolking is slechts een smalle band overgebleven die halverwege de bergen hangt. Het meer is melkwit van de mineralen en daarin drijven de witblauwe punten van een flink aantal ijsbergen en ijsbergjes. De gids herinnert ons eraan dan 90% van de ijsberg onder water ligt en dat we dus niet te dicht bij de grote ijsbergen moeten komen. Ze zijn heel instabiel en kunnen makkelijk kantelen en zo je kayak omver werpen. We volgen de gids over het uitgestrekte meer. Nog geen 30 jaar geleden was het meer er nog niet en was dit allemaal gletsjer. Nu zien we de gletjser als een breed donker lint vol met scheuren en barsten van de tegenoverliggende berg aflopen, recht het meer in. Alleen aan de voorkant, waar de ijsbergen afbreken, is het gletsjerijs helderblauw. Tijdens het rondvaren verdwijnt de bewolking volledig en steekt Mount Cook met zijn scherpe besneeuwde top fier uit boven de bergen rondom het meer. Het kalme, witte water waarin de grillig gevormde ijsbergen ronddobberen met het ruige berglandschap daaromheen is betoverend mooi.

Maar de gids heeft een missie. Hij schept er een zichtbaar genoegen in om hard met zijn kayak tegen ijsbergjes aan te varen om ze te laten kantelen waarna hij ze te lijf gaat met zijn ijsbijl zodat de ijsbrokken in het rond vliegen. Op mijn vraag hoeveel ijsbergen hij al in zijn leven heeft vermoord lacht hij schaapachtig. Het sarcasme was 'm vast niet helemaal ontgaan. Maar goed, zijn gehak heeft een doel. Het verzamelen van ijsblokjes voor de whiskey die we na afloop krijgen. Twaalf jaar oude whiskey met duizend jaar oud ijs. Wel leuk bedacht.

De rest van de middag breng ik door op een mooi uitkijkpunt, gevonden na een wandelingetje in de bergen. In het gras, lekker uit de wind en in het zonnetje met prachtig uitzicht op Mount Cook een boekje lezen. Heerlijk relaxen zo.

Terug in de berghut heb ik een aardig gesprek met Dean Buchanan. Een, naar nu blijkt, best bekende Nieuw Zeelandse kunstenaar die hier een maandje in de bergen werkt aan wat opdrachten. Het is een beetje zonderling figuur met een grote voorliefde voor Nazi curiosa. Trots laat hij me een foto zie van hem in een gala SS-uniform. Tsja... je komt wel bijzondere mensen tegen zo.

Morgen gaan we weer verder op reis, maar ik weet nog niet precies wat te doen en waarheen. De opties zijn eindeloos.

zaterdag 10 maart 2012

Dag 42 - Gliding no waves

Ik krijg een bescheiden applausje tijdens de ochtendbriefing om 10 uur vanwege mijn solo gisteren. Dit wordt pas m'n derde dag in Omarama maar het voelt alsof ik hier al jaren elk seizoen kom. Het is bijna einde vliegseizoen en er lopen nog maar een paar piloten rond, naast het handjevol personeelsleden van de vliegschool. Ze kennen me allemaal bij naam en met iedereen heb ik wel een praatje. De een heeft foto's gemaakt van mijn starts en landingen, de ander schrijft een blog voor de vliegschool en wil een 'interview' met mij ( http://www.glideomarama.com/Blog) en weer een ander heeft gehoord dat ik een 'simulatie-expert' ben (kuch kuch) en wil wat advies over een mogelijke zweefvliegsimulator voor de vliegschool. Ook in het gezellige cafeetje op het vliegveld lijkt het of ik een jarenlange vaste klant ben. De uitbaatsters verwelkomen me vanaf m'n eerste bezoek al met 'Hi Manuel'  en weten wat ik die dag gedaan heb voordat ik het kan vertellen. Ongevraagd krijg ik de lunch van de dag voorgeschoteld en er wordt luchtig gedaan over de rekening die oploopt. Ach betaal morgen maar ofzo.

De bedoeling vandaag is om met Grizz een lange vlucht boven de bergen te gaan maken. Daar kan de luchtstroming gaan golven en als je op die golven zweeft dan kun je heel lang bovenblijven en heel erg hoog uitkomen. Zo hoog dat we zuurstofapparatuur aan boord hebben en hele warme kleding aantrekken. Een snelle performance glider staat voor ons klaar. Nu is het alleen het weer dat nog moet meewerken. En dat ziet er niet heel rooskleurig uit helaas. In de verte bij Mount Cook zijn wel de tekenen van 'waves' te zien in de lucht, maar door de flinke bewolking en weinig wind zal het een hele opgaaf worden om daar te komen met de zwever. Je daar op de goede hoogte laten afzetten door de sleper is wel een optie, maar een heel erg dure.

Rond half 3 besluiten we het erop te wagen. De sleper sleept ons naar een nabijgelegen bergketen en daar begint Grizz het gevecht om naar boven te komen. Scherp draaiend weet hij elk zuchtje stijgwind uit te nutten. Maar het blijkt hier niet genoeg en we vliegen het dal in naar een gebiedje waar de zon op het land schijnt. Grizz leest als een doorgewinterde spoorzoeker de tekenen van mogelijke termiek. Een rimpeling op het water, een plukje wolken in de lucht, een stofwolkje op het land. Allemaal aanwijzingen die ons mogelijk kunnen doen laten stijgen. Maar het zit er gewoon niet in vandaag. Al vechtend en draaiend verliezen we hoogte. Terugkeren naar ons veld lukt niet meer en we bereiden ons voor op een buitenlanding. Gelukkig is er een ander vliegveldje in de buurt en met ons laatste beetje hoogte spoeden we daar heen.

We worden hartelijk begroet door Chris, de eigenaar van een rondvluchtbedrijfje hier op het veld. Hij heeft een oude tweedekker waarmee hij toeristen rondvliegt en hij heeft een lange staat van dienst in de vliegerij. Ook is hij ruim voorzien van spraakwater wat ons gedwongen verblijf een stuk gezelliger maakt. Na een uurtje landt de sleper op het veld om ons op te halen. Op de terugweg proberen we nog wat stijg te vinden, maar het weer is er gewoon niet naar.

Na betaling van de cursus en de barrekening neem ik afscheid van iedereen. Vreemd gevoel om hier weg te gaan. Ik rij naar de berg die we vandaag vliegend niet konden bereiken, Mount Cook. In de grote berghut waar ik overnacht zijn nog 3 andere mensen. Weer een hele slaapzaal voor mezelf alleen.

vrijdag 9 maart 2012

Dag 41 - Zweefvliegcursus laatste dag

Dammmm, ik word wakker met een stevige buikpijn. Klam zweet op m'n voorhoofd en ik voel me niet echt geweldig. Dat mag niet gebeuren, het is wederom een prachtige dag om te vliegen. Snel op internet opzoeken wat dit nu weer is. Hmmmm, nog maar een levensverwachting van 2 uur... dat schiet dus ook niet op. Ik ijsbeer wat door m'n kamer, probeer wat te liggen, dwing mezelf wat te eten en een kop thee te drinken. Dit moet overgaan. En zowaar om half 10 trekt de pijn met wat geborrel en gesis in mijn buik weg, net op tijd voor de briefing van 10 uur.

Om half elf sleurt het sleepvliegtuig ons weer de lucht in. Naar 3000 voet en dan gaan we er meteen stevig tegenaan. Eerst wat aerobatics. Wat hoge bochten in serie (lazy eights), wat ei-vormige loopings en een stallturn. Daarna oefenen we stalls en spins en het herstel daarvan. Dat gaat allemaal lekker en de volgende vlucht doen we weer een serie andere oefeningen. De take off gaat nu een stuk vloeiender dan mijn eerste van gisteren. De daaropvolgende vluchtjes gaan we het circuitwerk oefenen. We zijn net opgestegen en verlaten het veld of Grizz gooit de kabel los. Gesimuleerde kabelbreuk. Scherpe draai en snel weer landen. De volgende vlucht gooit Grizz de kabel los als we net tien meter boven de grond zijn. Enige optie is neus naar beneden en recht vooruit landen. Gelukkig is het veld lang genoeg. Dan nog een paar circuitjes om het landen te perfectioneren. Inmiddels doe ik al het vliegwerk en de radio zelf. Tevreden met het resultaat gaan we lunchen in het gezellige cafeetje op het veld.

Om een uurtje of 3 gaan we weer aan de slag. Waarschijnlijk een beetje een lunchdip want mijn handen en voeten zijn niet helemaal meer gecoordineerd. Achter me hoor ik Grizz foeteren dat hij zeeziek wordt van mijn gewaggel. Het tweede vluchtje gaat gelukkig een stuk beter en ik land keurig op de vooraf afgesproken plaats. Ik geef aan dat de volgende mijn laatste vluchtje van de dag wordt. Ik vind het wel weer welletjes. Grizz is het hiermee eens en stapt uit. "Grizz where are you going ?" vraag ik nog enigzins onschuldig. "You are on your own now" is zijn korte antwoord.

Solo. Verdorie dit vluchtje wordt mijn solo. Geen foeterende Grizz meer achterin. Niemand om me het leven te redden als ik echt stomme dingen doe. Helemaal mijn verantwoordelijkheid om mezelf en de kist veilig op te laten stijgen en weer te laten landen. Maar ik voel mezelf er wel klaar voor. Ik doe de preflight checks vanaf m'n briefje: CBSIFT CBE. Geef oke om de kabel aan te laten haken. De wing runner (man aan de vleugel) seint alles veilig. Via de radio geef ik het sleeptoestel opdracht om de sleep te beginnen. Daar gaan we. Ik volg netjes het toestel voor me en in no time vlieg ik een klein metertje boven het gras. Dat gaat lekker snel zo. Het sleeptoestel komt ook los en samen beginnen we de wijde klimmende bocht tot midden boven het veld. Ik voel me wel relaxed zo alleen in de kist en vrolijk fluit ik een liedje. Er is toch niemand die me nu horen kan. 1500 voet boven het veld gooi ik de kabel los en daar zweef ik. Ik maak wat bochten en zorg dat ik in de buurt van het veld blijf. Hoewel het een warme dag is, staat er geen wind en is er weinig beweging in de lucht. Als ik 500 voet gedaald ben meld ik via de radio dat ik aan het landingscircuit ga beginnen. Weer wat checkjes waaronder even kort de luchtrem uitproberen. Die werkt. Langzaam glijdt de kist parallel aan het veld naar beneden. De bocht naar het dwarsbeen neem ik flauwtjes zodat ik de hele tijd het veld in het oog kan houden. Een stukje rechtuitvliegen en dan een redelijk stijle bocht naar final. De baan ligt recht voor me en ik mik op de bandenrij helemaal aan het begin. Luchtremmen uit. Die hebben stevig effect en het toestel zakt als een baksteen. Prima zo. Met de luchtrem regel ik het glijpad naar het mikpunt. Snelheid is goed. Dan ben ik alweer vlak boven het veld. Neus ietsjes omhoog om af te vangen en langzaam laat ik het toestel op het gras zakken. Rem aantrekken en even later sta ik stil en kantelt de zwever op een van z'n lange vleugels. Wowww, dat ging best lekker. Grizz komt aanwandelen en feliciteert me met mijn solo en de nette landing. De rest van de dag loop ik met een grijns van oor tot oor. Tijd voor een biertje.

Na het avondeten in het cafeetje wordt ik afgezet bij de Hot Tubs. Hier krijg ik buiten in de koele avondlucht een eigen houten vat gevuld met heerlijk warm water. In de warmwaterkachel worden wat houtblokken gegooid en een grote schoorsteen begint direct driftig te roken. Ik laat me tot m'n kin in het warme water zakken en kijk uit over de bergen en een meertje. Heerlijk genieten en ontspannen na 2 drukke dagen.

De zweefvlieglessen zijn nu voorbij. Morgenmiddag proberen om samen met Grizz een lange vlucht te maken hoog boven de bergen. Gliding the waves...

donderdag 8 maart 2012

Dag 40 - Zweefvliegcursus dag 1

Ik steek mijn duim op naar de man die de linkervleugel omhoog houdt. Het vliegtuig voor me begint langzaam te rollen en gaat dan sneller en sneller. Ik probeer het zweefvliegtuig met de voeten recht achter de sleepkist te houden en met de stick de vleugels horizontaal. Toch slingeren we van rechts naar links en hotsen en botsen we over de hobbelige grasbaan. We komen even los en stuiteren dan weer over de grond. Dan vliegen we definitief en ik voel met iets meer ontspannen. Nog geen meter boven de baan stuur ik het toestel achter de sleper aan die wat later ook loskomt en een langzame klim begint. Geconcentreerd en met kleine stuurcorrecties laat ik het zweefvliegtuig de sleper volgen. Mijn eerste zelf uitgevoerde take off met een zweefvliegtuig achter een sleper is een feit.

Het is pas mijn derde vlucht vandaag maar mijn instructeur met de toepasselijke naam Grizzly is vastbesloten me in twee dagen tijd een stoomcursus zweefvliegen te geven. Bij de eerste vlucht gaf hij me de controls op veilige hoogte. Op de tweede vlucht direct na het loskomen. En nu mocht ik het dus helemaal zelf doen. Ook bij het vliegen is hij niet kinderachtig. We gaan direct op zoek naar thermiek en ik cirkel al snel boven een scherpe bergkam. Er is een kleine thermiekbel en het is lastig om de zwever er, in nauwe cirkels vliegend, in te houden. Toch stijgen we en het uizicht is magnifiek. De hemel is azuurblauw met overal kleine plukjes wolken. Het berglandschap beneden me is adembenemend. In de verte Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw Zeeland volledig met sneeuw bedekt. Om ons heen een ruig donkerbruin berglandschap met scherpe bergkammen, valleien en wat verderop een groot diepblauw meer. Een arend ziet ons circelen en vliegt naar ons toe. Hij gebruikt de thermiek veel efficienter en stijgt snel boven ons uit. Ik probeer hem in ruime cirkels te volgen. Waanzinnig wat een gevoel.

Die middag doen we na een korte pauze nog 2 vluchten waarbij ik zelf van start tot landing het toestel bestuur. We scheren op vleugelafstand langs bergkammen, cirkelen boven bergtoppen en suizen van wolkje naar wolkje op zoek naar thermiek. Gecontroleerd vliegen met een zwever is andere koek dan met een motorvliegtuig. De coordinatie tussen handen en voeten moet optimaal zijn, alles draait om efficientie. Een lastig maar uitdagend spelletje. Terug op de grond krijg ik twee dikke boeken mee als studiemateriaal voor vanavond.

Naast  het veld staat een gezellig klein cafeetje waar we na afloop in de zon een biertje drinken op de veranda. Ik blijf hangen en nuttig er ook mijn avondeten, gezellig kletsend met de eigenaresse. Zo kom ik te weten dat vannacht de Aurora Australis te zien is, het Zuiderlicht. Om 12 uur 's nachts stap ik in m'n auto en rij naar de aangewezen plek om dit verschijnsel te zien. Ik volg ruim een half uur een gravelweg diep het binnenland in. De volle maan is zo helder dat ik m'n koplampen niet hoef te gebruiken. Maar waar ik ook kijk, nergens aan het hemelspant enige vorm van een kleurrige gloed te zien. Onverichter zaken keer ik weer terug naar m'n hotel. Morgen weer vliegen :-)

woensdag 7 maart 2012

Dag 39 - Omarama

De wolken hangen donker en laag over de bergen. Geen slechte dag om de hele dag in de auto te zitten. Tegen beter weten in neem ik de 'scenic route' die over de bergkammen leidt. Dezelfde weg die ik gisteren een stuk op de mountainbike verkend heb. Maar door de wolken is het uitzicht minimaal en bij tijden is het zo mistig dat ik in een slakkegangetje de kronkelende bergweg probeer te volgen. Vanaf Christchurch is het een lange saaie weg naar het Zuiden. Onderweg zet ik Giselle en haar fiets af in Rakaia. Het regent, niet echt een lekkere dag om te gaan fietsen. Even verderop, in Ashburton, zie ik een bordje 'Aviation Museum'. Het wordt een snelle tussenstop bij een hangaar met een tiental vliegtuigen. Wel leuk maar niet heel interessant. Vanaf Geraldine slingert de weg de bergen in naar het Westen. Het uitzicht zou prachtig moeten zijn. Besneeuwde bergtoppen weerspiegelt in helderblauwe meren, prachtige valleien met riviertjes. Maar er is niks van te zien door de laaghangende bewolking en regen. Aan het einde van de middag kom ik aan bij mijn hotel op het vliegveld van Omarama. Een plaatsje midden in de bergen. Een luxe hotelkamer voelt wel een beetje decadent na alle hostels van de afgelopen tijd.

Hopelijk is het de komende dagen goed weer want er moet nu echt gevlogen gaan worden.

Dag 38 - Fietsen met Hector Dolfijnen

Om half 8 gaat de wekker en om 8 uur wandel ik het hostel uit op weg naar het haventje van Akaroa. Voor vandaag heb ik een combi-activiteit geboekt. 's Ochtends zwemmen met dolfijnen en 's middags mountainbiken.

Als 7 mensen zich in een wetsuit hebben gehesen gaan we aan boord van de boot die ons bij de dolfijnen brengt. Het is lekker weer met een stevig windje wanneer we de haven uitvaren de baai in. Onderweg vertelt de tourbegeleider nog wat over de Hector Dolfijn. Zo komen we te weten dat dit de kleinste dolfijnsoort ter wereld is, met een lengte van ongeveer anderhalve meter en dat deze alleen in Nieuw Zeeland voorkomen. Verder is het beest beschermd omdat er nog maar tweeduizend van zijn. Ze zijn ook nieuwsgierig en speels. Nou dat willen we dan wel eens zien.

Buiten de baai op zee blijven we vlak bij de kust, zoekend naar de dolfijnen. Al snel worden ze gespot en zet de boot koers naar de zwarte rugvinnen die af en toe boven water komen. Een paar dolfijnen komen even dicht bij de boot, maar verdwijnen dan weer. Blijkbaar geen zin om te spelen. Het zoeken gaat zo even door tot er wat dolfijnen dicht genoeg bij de boot blijven. Via een trapje gaan we allemaal het koude water in. Drijvend in ons wetsuit worden we door de tourbegeleider gemaand om onder water geluiden te maken. Hij staat op de achtersteven en wijst en roept 'daar zijn ze', en dan weer een andere kant op '...en daar ook'. Er staat een stevige deining en tussen de golven door probeert iedereen een glimp van de dolfijnen te zien. Maar die komen niet dichterbij en na een kwartier spartelen gaat iedereen weer aan boord. De zoektocht begint weer opnieuw. Even later gaan we weer te water als er dolfijnen zijn gespot. Ze komen nu wel dichterbij. Zoeven onder water tussen ons door en verdwijnen dan weer. Ondertussen staat de tourbegeleider vanaf de achtersteven enthousiast te roepen. We spartelen nog even vruchteloos in het water en gaan dan weer aan boord. Wederom op zoek naar dolfijnen die wel even willen spelen. Er staat een stevig windje en het is best koud. Dit is toch niet helemaal wat ik verwacht van zwemmen met dolfijnen. Maar goed, even later is het weer raak en worden we allemaal weer de zee in gemanouvreerd. Een paar dolfijnen zwemmen naar de groep, draaien er eens nieuwsgierig omheen, zoeven er met hoge snelheid doorheen en zijn dan weer verdwenen. Enthousiast roept de tourbegeleider vanaf de achtersteven 'fantastisch he, dat is het dan, zwemmen met echte wilde dolfijnen, nu moeten we weer terug naar de haven'. Aan boord op de terugweg zit ik met enigzins gemengde gevoelens. Ik snap ook wel dat het wilde beetsen zijn die je niet kunt dwingen om te komen spelen, maar zo'n beest snapt toch ook wel dat ik voor die NS$ 140 verwacht dat hij minstens even een salto uit het water recht voor mijn neus moet maken...

Terug bij het hostel is er wat onduidelijkheid over het tijdstip waarop ik ga mountainbiken. Dat geeft me even de kans om een wasje te doen en lekker aan het water te lunchen. Dan mag ik een mountainbike uitzoeken bij het activiteitenkantoortje. Er staat nogal wat roestig, kapot spul, maar met even zoeken heb ik een fiets gevonden waarbij de remmen het doen en de banden in orde lijken. Er zit zelfs een reparatiesetje met fietspomp bij. Met een busje word ik een stijle berg opgereden net buiten het plaatsje. Met een kaartje in m'n hand en de verplichte fietshelm op is het nu aan mij. Ik zou natuurlijk direct weer de stijle berg af kunnen rijden, maar dan ben ik binnen een kwartier weer terug in Akaroa. Ik besluit dus wat van de omgeving te gaan verkennen. Een weg volgt de toppen van de bergkam die uitkijkt over de baaien beneden me. Prachtig uitzicht. Na een tijdje zo rondgefietst te hebben, waarbij heel wat stijle heuveltjes bedwongen zijn ,ga ik tevreden met mezelf nog even in de berm liggen om uit te rusten en van het zonnetje te genieten. Een Frans gezinnetje komt langswandelen en ik begroet ze met een vrolijk 'Bonjour'. Na een kwartiertje is het welletjes en begin ik aan de snelle afdaling naar het dorp. De weg naar beneden is erg stijl en ik moet soms stevig remmen om niet uit de bocht te vliegen. Onderweg groet ik weer het wandelende Franse gezinnetje. Plots bedenk ik me dat ik m'n fietshelm in de berm boven heb laten liggen. Enigzins vloekend begin ik weer aan de tocht omhoog om het ding op te halen. Het laatste stuk loop ik met de fiets aan de hand want dan is het zo stijl dat lopen sneller gaat dan fietsen. Het Franse gezinnetje kijkt me verbaast aan als ik ze nu opnieuw passeer. Tsja, wat is helm in het Frans ? Met m'n helm op begin ik weer opnieuw aan de afdaling en passeer opnieuw in volle vaart het Franse gezinnetje. 'Bonjour' roep ik wederom vrolijk. Het gaat lekker hard en ik ben goed bezig tot ik plots een sissend geluid hoor en dan op m'n velg rijd. Ja hoor, een lekke achterband. Ik wandel met de fiets tot een plek waar het een beetje vlak is om de schade kan bekijken. Wat een geluk, in het reparatietasje zit een reserve binnenband. Wat een pech, de reserveband heeft zo'n smal wielrenfietsventiel en daar past het fietspompje niet op. Enigzins vloekend begin ik aan de lange afdaling in de brandende zon naar het dorp met de fiets aan de hand. Het Franse gezinnetje heb ik gelukkig niet meer gezien.

Tsja, het kan niet altijd meezitten. Morgen weer verder op reis. Hopelijk blijft het weer de komende dagen goed want ik heb vreselijk de behoefte om weer eens te gaan vliegen.

dinsdag 6 maart 2012

Dag 37 - Akaroa

Het is even stil op straat als de laatste tonen van Schuberts 'Ave Maria' wegsterven tussen de stalen containers in Christchurch. De dramatiek van het muziekstuk past bij een stad die zijn diepe wonden likt. Het is nog maar een jaar geleden dat een zware aardbeving een groot deel van Christchurch in de puin heeft gelegd. Het centrum is volledig afgesloten met hekken en veel panden daaromheen staan in de stijgers. Met grote, gestapelde zeecontainers is een winkelstraat aangelegd. Straatmuzikanten doen hun best om wat sfeer te brengen maar het recente verleden hangt als een koude, klamme deken over de stad en zijn bewoners.

Dit alles staat in schril contrast met de prachtige weg die vanuit Arthur's Pass naar Christchurch loopt. Ik stuur de auto door valleien, langs rivieren en over uitgestrekte, goudbruine hoogvlaktes met daaromheen een indrukwekkend decor van bergen met wit besneeuwde toppen. Alsof ze met poedersuiker besprenkelt zijn. Aangekomen bij de buitenwijken van Christchurch kan ik mijn nieuwsgierigheid niet weerstaan en sla ik af naar het centrum, op zoek naar sporen van de zware aardbevingen.

Maar Christchurch is niet de eindbestemming van deze reisdag. Na nog een uurtje rijden kom ik aan in het kleine plaatsje Akaroa aan de Oostkust. Een rustig dorpje met een haventje, gelegen aan een van de vele baaien die de kust hier rijk is. In het hostel kom ik in gesprek met Giselle, een West Friezin uit Utrecht. Zij is vandaag op de fiets vanuit Christchurch hier aangekomen. Samen beslissen we wel een goede maaltijd te hebben verdient en zo komen we uit in een deftig restaurantje aan de haven. Lokaal gekweekte zalm weggespoeld met Sauvignon Blanc uit de Marlborough-streek. De jonge serveerster  is zo overdreven, tenenkrommend deftig, dat we na twee flessen wijn ons lachen niet meer kunnen inhouden als ze weer aan onze tafel komt, om met een hoog piepstemmetje en getuite lippen op eerbiedige toon te informeren of het eten ons smaakt.

Morgen weer een actieve dag, niet vergeten de wekker te zetten na al die wijn.

maandag 5 maart 2012

Dag 36 - Temple Basin Skifield

Wel apart. Vandaag en vannacht ben ik de enige bewoner van het hostel. Ik heb het hele gebouw voor mezelf alleen. Voor het slapen gaan loop ik een rondje door alle lege kamers om ramen te sluiten en lichten uit te doen. Ik voel me net de beheerder. Gelukkig is er een TV met een grote voorraad prima films op DVD. Dat lijkt weer een beetje op thuis. Lekker op de bank liggen en een filmpje kijken.

De Brit en de Alaskiaan hoorde ik vanochtend vroeg al vertrekken. De twee Maleisiers liggen om kwart voor tien nog op hun bed. De vorige avond hadden ze nog wilde plannen om met mij vandaag bergen te gaan beklimmen, maar dat zit er nu niet meer in. Dus ga ik alleen op pad. Eerst wat informatie over het weer en een leuke route halen bij het informatiekantoortje een kwartiertje verderop. Het hele gebied is in de winter skigebied en overal in de bergen zijn berghutten en clubhuizen van lokale skiverenigingen. Maar omdat het nu zomer is, zijn alle deze lokaties verlaten of krijgen een onderhoudsbeurt voor de komende winter.

Ik kies een route uit die recht een nabijgelegen berg op gaat naar een ski-stationnetje. Het zonnetje schijnt driftig en al snel gutst het zweet van m'n voorhoofd terwijl ik het paadje stijl de berg op loop. Had ik nu maar 160pk voor m'n neus dan was die 3000 voet hoogteverschil in enkele minuten geslecht. Nu doe ik bijna anderhalf uur over die kilometer de lucht in. Onderweg stop ik regelmatig om van het uitzicht te genieten, maar eigenlijk ook voornamelijk om even bij te komen.

Rond het middaguur kom ik bij de hutten aan, net onder de sneeuwgrens. De toppen van de bergen zijn hier wel wit maar jammer genoeg veels te weinig om lekker vanaf te kunnen rausen met een snowboard. Wat werklui zijn bezig met het opknappen van een hut van een skivereniging. Ik vraag me af hoe ze hier komen want er loopt geen autoweg naar toe en ik heb ook geen werkende skilift gezien. Ze zullen toch niet elke ochtend met al hun materiaal, net als ik zojuist, de berg oplopen ?

Het ski-station ziet er een beetje armoedig uit. Niet te vergelijken met de moderne skifaciliteiten in Oostenrijk of Zwitserland. Een eind verderop, op een stuk rots met uitzicht over het dal, eet ik mijn lunch. Boven me zweven twee roofvogels en ik krijg even de vliegkriebels. Wat zou ik nu graag daar ook rondzweven met een deltavlieger. Ach jah, ik doe nog een halfslachtige poging om de sneeuw te bereiken maar vind dat laatste stuk toch te stijl. Met behulp van de zwaartekracht ben ik binnen een uurtje weer beneden in het dal en niet veel later zit ik buiten op een terrasje warme chocomelk te drinken.

In deze omgeving zijn er ook 'wilde' papegaaien. Grote groene beesten met een flinke snavel en scherpe klauwen. Al snel ben ik er met eentje in gevecht die het heeft voorzien op mijn appelgebak. Brutaal rotbeest. Als ik terugloop naar mijn auto zie ik er twee bovenop zitten die bezig zijn de rubbers van de ruitenwisser en de portieren te slopen. Het moet niet gekker worden.

Terug bij het hostel lekker relaxen buiten in de tuin in het zonnetje en als dat te warm wordt binnen op de bank. Ik vraag me af of er nog nieuwe gasten komen of dat ik de enige overnachter ben vandaag.

zondag 4 maart 2012

Dag 35 - Arthur's Pass

Vanuit de openslaande deuren van het hostel zie ik besneeuwde bergtoppen. Vanuit de andere ramen een groen maar ruig berglandschap. Ik ben in Arthur's Pass, een plaatsje midden tussen de Westkust en de Oostkust, gelegen in de Zuidelijke Alpen. Een langgerekt bergmassief met veel wintersportplaatsjes. Jammer dat het hier nu zomer is, ik zou graag willen snowboarden in plaats van wandelen.

Vanochtend werd ik om 6:58 wakker, 2 minuten voordat mijn wekker zou afgaan. Het plaatsje Punanaiki is bekend om zijn merkwaardige rotsformaties die bestaan uit gestapelde laagjes. Ze heten daarom Pancake Rocks. Een mooie formatie van die rotsen ligt in zee. Bij hoog tij en flinke golven wordt het water door gaten in de rotsen geperst en dat zorgt voor indrukwekkende fontijnen. Om 7.25 is het hoogtij en ik wandel vanuit het hostel naar de rotsformaties, waar een heuse toeristische attraktie van is gemaakt met een keurig aangelegd pad met overal uitkijkpunten en bijbehorende informatiebordjes. Op dit vroege tijdstip ben ik vrijwel de enige die hier rondloop en het moet gezegd, het ziet er best mooi uit allemaal. Maar helaas waar ik ook kijk, geen fontijnen uit de beroemde 'blowholes'. Zou er te weinig golfslag zijn of heb ik me vergist in het tijdstip van het tij ?

Het is prachtig zonnig weer en ik heb de hele dag de tijd. Na mij Pancake-bezoek en ontbijt loop ik een 3 uur durende wandelroute in de omgeving. Eerst volgt die een tijdje de rivier en gaat dan de jungle in om vervolgens plotseling stiekum het ernaast gelegen bergje over te steken. Kost me weer wat zweetdruppeltjes.

's Middags rij ik naar Greymouth, een wat groter plaatsje aan de kust met telefoon en internetbereik. Goed om even bij te tanken. Letterlijk en figuurlijk. Dan door naar Arthur's Pass via de toeristische route. Een mooie slingerweg die me steeds dieper het berglandschap in voert. Aangekomen bij het hostel blijkt het verlaten en op slot. Geen eigenaar te bekennen. Dan maar een biertje drinken in een cafeetje dat ik in de buurt gezien heb.

De mensen hier in de bergen zijn ook ander anders.  Typisch bergvolk. Standaard een baard, verschoten broek met een houthakkersblouse en zware bergschoenen. Daarbij een bijna onverstaanbaar accent waarbij elk woord wordt afgeknauwd.  Maar ach, gelukkig wel vriendelijk. De sleutel van het hostel blijkt onder de mat te liggen en ik betaal 5 dollar extra voor een niet  bestaande wifi internet verbinding. Vannacht zijn er nog 4 andere gasten in het hostel. Een Brit die het hele eind van het uiterste Noorden (Cape Reinga) tot het uiterste Zuiden (Bluff) aan het wandelen is. Zo'n 3000km! Twee Maleisiers en een Alaskiaan. Allemaal vriendelijke mensen in een huiselijk hostel met een prachtig uitzicht.

zaterdag 3 maart 2012

Dag 33 - 34: van West naar Oost (Blenheim) naar West (Punakaiki)

Het Zuidereiland is toch weer heel anders dan het Noordereiland en dat is hier al goed te merken. Geen internet of telefoon buiten de wat grotere bewoonde gebieden. Weinig grotere bewoonde gebieden. Een beperkt aantal wegen rondom grote natuurgebieden en bergketens die met de auto niet toegankelijk zijn, wat soms flink omrijden tot gevolg heeft. De route die ik heb uitgestippelt voor de komende tijd zigzagt dan ook een aantal maal van Oost naar West. Met de smalle tweebaanswegen zal dat betekenen dat ik soms een hele dag in de auto zit. Vandaag is zo'n dag. En morgen ook.

Ik ben nu in  het uiterste Noordwestelijke puntje en er is geen weg langs de westkust naar het Zuiden. Ik moet dus dezelfde weg terug naar Nelson en vanaf daar rij ik door naar Blenheim aan de Oostkust. Onderweg kom ik weer langs de Marlborough Sounds, waar ik met de ferry doorheen ben gevaren. Op aanraden van de hostel-eigenaar sla ik daar af om het fjordenlandschap te bekijken. De weg naar naar French Pass, een van de uiterste bereikbare plaatsen in dit gebied, is 60km lang en volgens de routeplanner duurt dat 2 uur. Al snel kom ik er achter waarom. De bochtige weg die langs de grillige kust loopt gaat al snel over in een onverharde weg. Maar de omrit van in totaal 4 uur is de moeite waard. Het uitzicht over de zee, met daarin de vele groen begroeide eilanden en fjorden is fenomenaal. Aan het einde van de weg is een heel klein nederzettinkje met 1 winkeltje een school en wat huizen aan het water. Op de terugweg krijg ik bijna nog een raar soort vogel onder m'n wielen. Het beest springt net op tijd terug in de berm. Als ik wat later een informatiebord van het natuurgebied bekijk zie ik dat ik bijna een Kema, een bedreigde vogelsoort, van het leven heb beroofd.

Het hostel in Blenheim ligt in een industriegebiedje buiten het plaatsje. Hoewel het van alle faciliteiten is voozien, is het er een ongezellige boel. Maar ik hoef er maar 1 nachtje te slapen en dan weer dwars over het eiland terug naar de Westkust. Blenheim zelf is ook niet zo heel interessant tenzij je de vele wijngaarden wilt bezoeken in de omgeving. Maar daarvoor ben ik niet gekomen, in een nabijgelegen plaatsje is een museum met een indrukwekkende collectie, soms nog vliegende, eerste wereldoorlog vliegtuigen.

De volgende ochtend bezoek ik dus het Omaka Aviation Heritage Centre. Een groot, modern gebouw naast het lokale vliegveld. De tentoonstelling is indrukwekkend. Hier, helemaal aan de andere kant van de wereld, waar de eerste wereldoorlog niet heeft plaatsgevonden staat een unieke verzameling vliegtuigen uit Europa samen met een heleboel spullen van beroemde piloten uit die tijd. Zo liggen hier de persoonlijke spullen van de Red Baron,  de beroemde Duitse ace Manfred von Richthofen, in de vitrines. De vliegtuigen zijn ook niet zo maar neergezet, maar geplaatst in prachtig gedetailleerde levensgrote diorama's. Zo wordt de crash van de Red Baron in beeld gebracht waarbij je kunt zien hoe Britse soldaten in die tijd zijn vliegtuig vrijwel volledig strippen om die spullen als oorlogssouvenirs mee naar huis te nemen. Een ander diorama toont een crash landing van een vliegtuig in een boom. Een veel interessantere manier om het verleden te tonen dan gewoon wat vliegtuigen in een grote zaal neerzetten.

De weg terug naar de westkust gaat nu dwars door het binnenland en volgt de valleien en dalen door het ruige berglandschap. Halverwege de tocht zie ik de benzinemeter angstvallig snel richting leeg gaan, terwijl ik in geen tijden een dorpje of wat ben tegengekomen. Gelukkig is er een bezinestation in een klein plaatsje verderop, maar de benzine is hier een stuk duurder dan in bewoond gebied.

Tegen de avond rij ik langs de westkust naar mijn hostel in het plaatsje Punakaiki. Het regent en grote golven slaan stuk in de  branding. Het hostel is gelukkig een stuk gezelliger dan in Blenheim en kijkt uit over zee. Morgen in twee etappes weer terug naar de Oostkust. 

donderdag 1 maart 2012

Foto's t/m dag 32


Hieronder weer wat foto's van de afgelopen dagen (weken ?).

Waitomo grot met onze binnenband


Met het snipergeweer in de schiettent in Rotorua


De Alpha Aviation fabriek te Hamilton


Geiser(tje) in Rotorua



Vulkaanlandschap, Tongariro



Flightsimulator, Nelson



In een Cessna 150 boven het Abel Tasman Park



Abel Tasman Park vanaf de grond



Oceaankust bjui Golden Bay



Skydive vanaf 15.000ft (5km)


En nog een omdat ik zo vrolijk kijk