woensdag 29 februari 2012

Dag 32 - Golden Bay

Ik word weer wakker in het bovenste bed van een stapelbed. Maar dit keer in een ruime kamer in het hostel. Mijn drie kamergenoten zijn al opgestaan en bezig hun spullen te pakken voor het vervolg van hun reis. Ik blijf hier nog een nachtje en zo heb ik vandaag de hele dag om de omgeving te verkennen. En om na te denken over de route die ik de komende dagen wil gaan volgen. Jammer genoeg is er geen telefoon en internet in deze uithoek van het land.

Golden Bay dankt zijn naam aan de lange, goudgele stranden die rondom de grote baai liggen. Het fijne, gele zand is door weer, wind en zee afgesleten van het graniet waaruit een groot deel van de rotsen, bergen en heuvels bestaan. Bij laag tij wordt het strand honderden meters breder. In de poelen die achterblijven badderen zeehondjes en vogels.

Maar vanochtend zie ik enkel de vogels op het strand. De baai met zijn stranden is hier door een hele dunne strook land gescheiden van de Tasman Zee. Het is vanuit de baai maar enkele honderden meters door een duinlandschap wandelen en dan sta ik op het strand die aan de open zee grenst. De kust ziet er hier heel anders uit. Ruiger, met grote grillige rotspartijen in zee. Verderop zie ik hoe de heuvels als stijle kliffen in zee eindigen.

De wandeling eindigt bij het cafe waar ik begonnen ben. Het is lunchtijd en met een kop soep op het terras kijk ik uit over de baai. Het begint te regenen en ik blijf nog even kletsen met een Engelsman die ik mijn hostel als overnachtingstip geef.
Als het weer droog is rij ik door naar een ander strand aan de Tasman Zee. Bizarre rotsformaties met uitgesleten bogen en diepe kloven liggen op het strand en in zee. Het begint weer hoog tij te worden en ik bedenk me dat het niet slim is om nu via het strand terug te wandelen naar m'n auto. Ik beklim een flink begroeide rots die me de weg blokkeert en baan me een weg door het struikgewas tot ik weer bij een wandelpad uitkom. Deze kronkelt gelukkig door het achterliggende heuvellandschap terug naar de parkeerplaats.

Het laatste bezoek van vandaag is aan Cape Farewell. Vanaf de parkeerplaats is het een korte wandeling en dan sta ik bovenaan een hoge klif die loodrecht beneden in zee eindigt. Het uitzicht is prachtig hier. Naar rechts kijkend kun je de kustlijn zien tot aan het Abel Tasmanpark. Beneden me zie ik zeehondjes op de rotsen liggen luieren. Op aanraden van een stel Fransen volg ik via een smal paadje de steile klif tot het uiterste puntje. Dit is Cape Farewell het meest Noordelijke punt van het Zuidereiland.

Terug in het hostel kom ik de Engelsman weer tegen van vanmiddag. Hij heeft m'n tip opgevolg en is nu m'n nieuwe kamergenoot, samen met 2 Engelse meiden. Voor het eten stippel ik de komende dagen uit, wat lastig is zonder internet. Dan is het weer tijd voor tagliatteli met zalm en kaassaus. Hmm... morgen maar een pizzaatje ergens zien te scoren.

Dag 30 - 31: Abel Tasman National Park

Het hostel is nog donker en stil als ik om 6:30 opsta. Zachtjes pak ik mijn spullen, laat de kamersletuel achter op het tafeltje in de woonkamer en vertrek met de auto. Het is een uurtje rijden naar Moteuka, het plaatsje waar de tweedaagse tocht gaat beginnen.

Het Abel Tasman Park is een beschermd natuurgebied vernoemt naar een Nederlandse ontdekkingsreiziger uit de 17e eeuw. Die heeft echter nooit zelf voet aan wal gezet nadat een paar van zijn bemanningsleden door de lokale Maori's een kopje kleiner waren gemaakt. Nu is er geen Maori te bekennen, maar Nederlanders genoeg. Onder andere een stel dat met mij op dezelfde boot zat tijdens de duikcursus in Tutukaka, een aantal weken geleden.

De tocht begint met een ritje met de watertaxi. Uiteraard weer een snelle speedboot die onze groep met hoge snelheid, stuiterend over de flinke golven naar een prachtig goudgeelstrand brengt. We hijsen ons in onze kayak-outfit. Een waterdicht vest, een spatlap als een soort rok rond je middel en een zwemvest. Na de verplichte instructie gaan we te water. Omdat ik samen met de tour-begeleidster in de twee-persoonskayak zit help ik haar de andere kayaks uit de groep te water te laten. Wachten op een vlak stuk tussen redelijk hoge golven door en dan snel de kayak het water in duwen. Met een paar gaat dat best goed, en met een paar een kleine misrekening in de golven. Ach jah, natter dan dat ik al ben zullen ze niet geworden zijn.

We kayakken rustig de zee op naar een eiland voor de kust. Tonga eiland. Hier liggen op de rotsen talloze zeehonden te relaxen. We kunnen redelijk dichtbij komen, maar geen enkele springt in het water om te komen spelen. De kayak-tocht volgt verder de kust. Ik ben er gisteren al overheen gevlogen, maar van zo dichtbij gezien is het behoorlijk indrukwekkend. Een ruige rotsachtige kust waaruit, wat nu blijkt,  junglebegroeiing de heuvels en bergen bedekt. De zee is best ruig, de stevige wind zorgt voor golven van soms wel een meter of 2 hoog en dan is een kayak een klein en laag ding.

We komen weer bij een goudgeel strand aan dat als een halve maan ligt ingeklemd tussen de groene bergen en zo een kleine natuurlijke baai vormt. Terwijl we ons ontdoen van de kayak-outfit begint  het zonnetje door te breken. Na de lunch op het strand begint een wandeltocht langs de kust. Ik loop samen met een Zwitsers stel met wie ik het goed kan vinden. Het smalle wandelpad slingert door de jungle over de heuvels. Af en toe hebben we een adembenemend uitzicht op de helderblauwe zee onder ons met de vele eilandjes en strandjes. Het is 3 uur en vele zweetdruppeltjes later als we uitkomen op een groot strand. Volgens instructie zwaaien we en terstond worden we opgehaald door een klein motorbootje. We worden afgezet op een schip verderop in de baai. Dit is het onderkomen voor de nacht. Het drijvende aquapackers hostel. Als de avond valt wordt het een gezellige boel met een barbeque op het achterdek en sterke verhalen van de schipper. De nacht is helder en de hemel is bezaaid met sterren, die we met behulp van een iPhone kunnen benoemen. Als ik in de krappe, bovenste kooi kruip met nog geen 10cm speling tussen m'n gezicht en het plafond, zie ik dat de rode plekken op de ruwe metalen balk vlak boven me geen roest zijn maar oude bloedvlekken. Ik neem me heilig voor om bij  het wakker worden niet direct overeind te gaan zitten.

Als ik de volgende ochtend wakker word bedenk ik me net op tijd om niet overeind te komen. Dat voorkomt hoofdpijn en misschien nog wel erger. Na het ontbijt worden we met de groep weer afgezet op het strand. Het is nu flink bewolkt en er staat een stevig windje. We beginnen de dag met het vervolgen van de wandeltocht van de vorige dag. We lopen nu met een groepje van ongeveer 8 mensen samen. Het is gezellig om met iedereen een praatje te maken en het is al snel tegen het middaguur als we weer op een strand uitkomen. Daar liggen kayaks klaar voor het laatste deel van de tocht.

Het is nu gaan regenen en het waait nog steeds stevig. Ik help de begeleidster weer om de kayaks de zee in te duwen en dan begint de terugtocht naar het plaatsje waar we gisteren vertrokken. De zee is omstuimig met flinke golven. Gelukkig hebben we de wind in de rug. Als iedereen een beetje moe gepeddeld is, gaan we met de kayaks naast elkaar liggen. De begeleidster haalt een een groot zeil tevoorschijn die aan de buitenste peddels wordt vastgebonden. Met die peddels in de lucht hebben we een groot zeil in de wind staan. Nu alleen elkaars kayaks goed vasthouden en we zeilen richting land. Dankzij de stevige wind gaat dat nog met een aardig vaartje.

Terug op het strand is het even afzien om de kayaks in de koude wind en regen op de aanhanger te laden, maar bij het kayak-centrum wacht een lekkere warme douche. Ik ga snel verder met de auto. Nog anderhalf uur rijden naar het laatste hostel vlakbij het uiterste Noordelijke puntje van het Zuidereiland. 'Bring food and money' was het laatste wat de hostel-eigenaar riep voordat de verbinding werd verbroken toen ik reserveerde. Dat doet me vermoeden dat het daar redelijk uitgestorven is. Dat wordt bevestigd als ik 's avonds aankom na een pittig ritje door regenachtige en mistige bergen. Het is warm en gezellig in het hostel en ik ga direct aan de slag met koken. Tagliatelli met zalm en kaassaus... jummie!

dinsdag 28 februari 2012

Dag 29 - Nelson en een C150

Om half 10 stap ik de deur uit samen met de andere Nederlander uit het hostel. Iemand heeft ooit eens bedacht dat op de heuvel achter het hostel het "Centre of New Zealand" ligt. Het geografisch middelpunt dus. Nou is die heuvel best puntig en zo'n 300 meter hoog. Stijle klim dus voor ons Nederlanders, die alleen het platte land gewend zijn. Boven aangekomen treffen we precies aan wat je van zo'n punt kunt verwachten: een paar bankjes, een klein kunstwerkje en een steen met inscriptie. En natuurlijk een prachtig uitzicht over Nelson en omgeving.

Terug in het hostel moet ik nu eindelijk eens gaan beginnen met het uitstippelen van de route. De oostkust en de westkust van het Zuidereiland zijn maar met een paar wegen met elkaar verbonden. En met de paar verplichte bestemmingen die ik al heb geboekt is het een puzzel om uit te zoeken wat de slimste route is. Een goede kaart van het Zuidereiland zou daarbij handig zijn, maar die moet ik nog kopen.

Zover is het echter nog niet. Ik ben ook naar Nelson gekomen om te relaxen. Dus ik ga eerst eens even lekker op bed liggen. Daarna wat ijs eten in de schommelstoel in de tuin en dan op pad naar het dorp om een kaart te kopen.

Rond 3 uur ben ik weer terug in het hostel. Zonder kaart. Het is zondag en alle kaartenwinkels zijn gesloten. Nu ook geen tijd meer om na te denken over een optimale route want ik moet snel door naar mijn volgende afpraak: de Nelson Aeroclub.

Het virtuele vliegen van gisteren was slechts een opwarmertje voor vanmiddag. Ik heb weer een vliegtuig geboekt met instructeur voor een tocht over de prachtige kust van het Abel Tasmanpark. Dit keer is het een Cessna 150. Een tweezitter waarmee je zelfs ook wat aerobatics kunt vliegen. Maar dat is vandaag niet de bedoeling. De instructeur is een jonge, enthousiaste kerel die is geemigreerd uit Canada. Hij laat de de controle van het toestel aan mij over en zelf bedient hij enkel de radio. Wijs geworden van de vorige vlucht laat ik nu het strobe light uit voordat ik de motor start. Maar dat blijkt niet de bedoeling, gewoon aanzetten dat licht. Tsja, nu weet ik het ook niet meer.

We doen een flapless take off van een lange, brede betonbaan. We draaien naar links en volgen als stijgend tot 1500 voet de kustlijn. Beneden ons dorpjes, stranden en helder blauw water. Al snel komen we bij de bergachtige kust van het Abel Tasmanpark. De bergen zijn grillig en dicht begroeit met naaldbomen. De kust bestaat uit talloze baaitjes met goudgele stranden en kleine rotsachtige eilandjes voor de kust. Het vliegwerk is niet heel spannend en ik geniet van het mooie uitzicht. Af en toe de controls overdragend om wat foto's te maken. Zo vliegend over dit paradijs vergeet je snel de tijd en na ruim een half uur stelt de instructeur voor om weer terug te keren. De terugvlucht is relaxed en de landing niet onaardig. Terug in het clubgebouw wisselen we sterke vliegverhalen uit aan de bar onder het genot van een aantal biertjes. Gezellige club met weer zeer betaalbare tarieven. Zowel voor het vliegen als voor het bier.

Morgen ga ik het Abel Tasmanpark nog eens bezoeken, maar dan op het land en in het water. Tassen pakken en naar bed want ik moet hier morgenochtend om 7 uur wegrijden. Tweedaagse tocht zonder internet, denk ik....

zondag 26 februari 2012

Dag 28 - Nelson en een L39

Gebakken spek met gepocheerde eieren, zalm en wat spinazie op toast. Een heerlijk begin van de dag in een van de vele eetzaakjes die Nelson rijk is. Na dit feestelijk ontbijt wandel ik verder naar de markt, die hier op zaterdagochtend wordt gehouden. Het zonnetje schijnt, er staat nauwelijks wind en toch is het niet overdreven warm. Het is druk op de markt. De kraampjes bieden voornamelijk verse streekwaren en er zijn ook veel kraampjes met ambachtelijke of artistieke produkten. Her en der proberen straatmuzikanten een centje bij te verdienen. Ik wandel eens rustig rond en zie een hoop lekkere en leuke dingen. Bij verschillende kraampjes koop ik zelfgemaakte honing, versgebakken ciabatta met fetta en olijven, Goudse schapenkaas en nog warme, vers gebrande cashewnoten. Ook nog wat kleine souvenir-knutselarijtjes en tenslotte een mooi geklonken mes. De man van het messenkraampje heeft een hele uitstalling van allerlei unieke messen. Hij maakt ze zelf en geeft ook workshops van een dag om zelf je eigen mes te maken. Dat lijkt me wel gaaf, maar je kunt je alleen met 2 man tegelijk hiervoor opgeven. Dat is dan weer lastig als je alleen reist.

Terug in het hostel ga ik lekker in de tuin zitten en regel telefonisch wat activiteiten voor de komende dagen in de omgeving. Na de lunch klets ik met de eigenaar en een Nederlander die net is aangekomen. Ik krijg zo nog wat goede reistips. Mijn onkunde met wasmachines komt pijnlijk aan het licht als ik na het draaien van een wasje de verkeerde knop indruk en het hele wasprogramma opnieuw start. Gelukkig weet de vrouw des huizes dit voor me op te lossen.

Genoeg gerelaxed. Tijd om wat te gaan doen. Ik pak de auto en rij naar het strand waar ik me een uurtje vermaak in de zon, de zee en op het terras. Dan door naar Simpit Technologies net buiten het plaatsje, waar ik om 5 uur een afspraak heb. Het is een klein zaakje waarvan de eigenaar een indrukwekkende flightsimulator heeft gebouwd. Je zit op een kleine verhoging en bijna helemaal rondom je wordt de cockpit van een vliegtuig naadloos geprojecteerd met behulp van 6 beamers. Het is een projectie van 270 graden en je kunt dus ook opzij en zelfs schuin naar achter over je schouders kijken. De stoel waar je in zit beweegt een beetje mee en schokt en schudt om het realisme te verhogen. Erg knap gemaakt allemaal en ik begin mijn eerste vluchtje met een L39 straaltrainer. De omgeving van Nelson ziet er erg goed uit en ik kan laag tussen de bergen door vliegen. Dan stijl omhoog om wat aerobatics uit te proberen. Het voelt en ziet er allemaal heel realistisch uit. Behalve dan de G-krachten, die ontbreken maar zo word je ook niet misselijk...

Na de L39 kruip ik in de cockpit van een Spitfire en vlieg wat rondjes over de omgeving. De eigenaar vertelt me dat een lokale aerobaticspiloot al ruim 300 uur gemaakt heeft met de simulator in een Pitts Special en dat dit vliegtuig heel realistisch is nagemaakt. Dat wil ik natuurlijk ook proberen en enkele tellen later buitel ik door het virtuele luchtruim in een kleine tweedekker. Dit is inderdaad een prima en hele goedkope manier om aerobatics te oefenen. Je kunt goed om je heen kijken, wat bij een huis-tuin-en keuken simulator nauwelijks mogelijk is.

Ik zit net bovenin een stallturn en geef vol links voeten als ik plotseling een harde kloink hoor. Oeps, het linkerpedaal heeft het begeven en bungelt er nu zielig bij. Enigzins beschaamt roep ik de eigenaar erbij. Die kijkt wat treurig naar zijn gesloopte creatie en begint meteen de pedalenset te ontmantelen. Wel sneu want hij is heel enthousiast en wilde me net laten zien hoe je ook heel realistisch vliegdekschip-landingen kunt maken met de simuator. Maar nu is het einde oefening. Ik betaal het half uurtje dat ik gevlogen heb en ga er maar snel vandoor. Als ik omkijk zie ik de eigenaar al druk in de weer met schroevendraaier en soldeerbout.

Vanavond niet uit eten maar zelf koken in het hostel. Nou ja, als je een steak bakken koken wilt noemen :-)

vrijdag 24 februari 2012

Dag 27 - Zuidereiland

Shit, autosleutel kwijt. Gisteren voor het laatst gezien toen ik mijn ferryticket boekte en mijn kenteken moest doorgeven. Met een beetje geluk heb ik 'm in het boekingskantoortje laten liggen. Gelukkig heb ik nog een reservesleutel dus ik hoef me geen hele grote zorgen te maken. Eerst maar even uitchecken en m'n tassen in de auto zetten, die nu op een parkeerplaats staat waar ik ook niet zo'n goed gevoel bij heb. Een klein doodlopend zijstraatje zonder parkeerborden. In alle omliggende straten is het enkel parkeren voor bewoners, wel duidelijk aangegeven met borden.Nou ja, hij hoeft er nog maar een paar uurtjes te staan.

Het zonnetje schijnt en het waait nauwelijks. In het boekingskantoortje hebben ze inderdaad m'n autosleutel gevonden. Lucky me :-) Ik wandel door naar de haven, waar allerlei winkeltjes en cafeetjes aan liggen. Lekker op een terrasje aan het water ontbijten, zo is Wellington toch wel prettig. Nog een beetje rondstruinen door het centrum, waar een paar gezellige winkelstraten liggen en dan terug naar het hostel. Lisa vertrekt ook vandaag en ik zet haar af bij de Interislander Terminal, dat scheelt haar weer een tocht met treinen en bussen. Zelf vaar ik met de Bleubridge ferry naar het Zuidereiland.

De ferry vaart om een uurtje of 2 af. Binnen zijn er overal zitplaatsen en een uitgebreide restauratie. Door de grote ramen zie ik Wellington langzaam uit het zicht verdwijnen.  Dag Noordereiland. Dan volgen een paar uurtjes varen op zee. Ik vul de tijd met wat dutten en een filmpje kijken op m'n tablet. Hallo Zuidereiland. We varen door de Noordelijke fjorden van het Zuidereiland. Hoge, groen begroeide heuvels en eilanden rijzen links en rechts op uit het water met als achtergrond het berglandschap van de vaste wal. Dat belooft een hoop moois.

Vanuit het havenplaatsje Picton rij ik meteen door naar de wat grotere plaats Nelson zo'n 100km naar het Westen. Het is weer een aardige slingerweg door de bergen, die nu begroeid zijn met donkere naaldboom bossen. Het is een ander landschap dan het Noordereiland. Na anderhalf uur rij ik Nelson binnen. Een prettig klein plaatsje gelegen aan een grote baai. Het familie-hostel is klein en gemoedelijk en gehuisvest in een wit victoriaans huis net buiten het centrum. Maar een paar kamers, een gezamenlijke keuken, woonkamer en een lekkere tuin. In de vriezer liggen ijsjes voor de gasten. Het echtpaar ontvangt me hartelijk en voorziet me van allerlei tips en handige weetjes over de omgeving. Het voelt erg prettig aan allemaal.

De komende dagen een beetje relaxen, in de buurt wat rondkijken en gaan bedenken wat ik op het Zuidereiland wil gaan zien en doen. Het Abel Tasman Park is hier in de buurt en daar wil ik zeker nog naar toe. Nou ja, we zien wel. Eerst maar eens wat eten en dan lekker slapen.

donderdag 23 februari 2012

Dag 25 - 26: Wellington

Het besef van tijd ben ik kwijt. Wat ik eergisteren heb gedaan lijkt wel een jaar geleden. Mijn eerste dagen in Dubai lijken iets uit een vorig leven. Geen idee welke dag het vandaag is of welke datum. Misschien moet ik het even wat rustiger aan doen. Ik moet ook gaan beslissen wat ik verder nog wil zien van het Noordereiland. Uiteindelijk moet ik in Wellington uitkomen om de ferry naar het Zuidereiland te nemen. Ik heb nu de keuze om via de oostkust te gaan en een stadje als Napiers te bezoeken, bekend om z'n kunst en wijnstreken. Of via de westkust om bij New Plymouth wederom een grote vulkaan te bewonderen. Beide vind ik niet zo aantrekkelijk. Het weer voor de komende dagen wordt regenachtig volgens de voorspellingen. Hmmmm....een vulkaan in de wolken of wijn proeven terwijl ik liever een biertje drink. Dan maar rechtstreeks naar Wellington. Daar even tot rust komen en dan door naar het Zuidereiland. Sowieso wil ik langer op het Zuidereiland rondreizen dan op het Noordereiland en ik heb er hier alweer bijna 4 weken op zitten.

's Ochtends rij ik nog samen met Tom, Frederique en Lisa naar een andere, nabijgelegen 'Lord of de Rings'-locatie. De waterval waar Smegol een vis verschalkte. Wederom een mooi stukje natuur, al kan ik me die hele scene uit de film niet echt meer voor de geest halen. Een eigen auto hebben is toch wel heel handig in Nieuw Zeeland. Dit soort uitstapjes zijn bijna onmogelijk voor de reizigers die gebruik maken van de bus.

Tom en Frederique gaan morgen naar Wellington met de bus. Lisa rijdt vandaag met me mee naar Wellington. Het regent al de hele ochtend en het houdt ook niet op tijdens de 2 1/2 uur durende rit. Het maakt alles wat troosteloos. Ik neem een kamer in het hostel en Lisa krijgt een modderig plekje in de voortuin voor haar tent. Het hostel is bevolkt met een merkwaardig gezelschap van reizigers en hippies. Het beloofde gratis internet is er  niet en de woensdagavond BBQ bestaat uit beschimmeld brood en een zak met worstjes die zo te zien ook al een aantal weken mee gaat. Lisa en ik besluiten maar om in de stad boodschappen te gaan doen en zelf pasta klaar te maken. Op het overdekte terras drinken we nog wat biertjes en kletsen wat met andere Nederlanders en Duitsers. Het is na tweeen in de ochtend als ik naar bed ga.

Het gratis contintental breakfast is net zo armetierig als de BBQ van de vorige avond. Gelukkig gister met de boodschappen al rekening mee gehouden. Mij auto staat voor de deur geparkeerd, maar mag daar niet blijven staan. Ik moet 'm gaan verplaatsen en dat blijkt een onmogelijke klus. Er is geen enkel plekje vrij in de omgeving en ik raak al snel verstrikt in de eenrichtingsweggetjes en het drukke stadsverkeer. Hopeloos zet ik 'm weer neer voor het hostel op een verboden plek. Wat ongerust door het wegtakel-incident in Auckland, wat wonder wel nog wel vers in mijn geheugen zit. Lisa komt net aanlopen en we besluiten met de auto naar Mount Victoria te rijden, waar je een mooi uitzicht over de stad hebt. Het is gelukkig droog maar wel flink bewolkt. En het waait. Het waait keihard en daar schijnt Wellington bekend om te staan: Windy Welly...

Na een kort en winderig bezoek aan het uitkijkpunt zet ik Lisa af bij de Botanic Gardens aan de rand van de stad, ook weer zo'n Lord of de Rings-locatie, en zelf rij ik door naar het Te Papa museum in het centrum. Een van de grootste en mooiste museums van Nieuw Zeeland. Zes verdiepingen met elk een eigen thema op een heel boeiende en interactieve manier tentoongesteld. Alles over de natuur, de aarde en vulkanen met een aardbevingsimulator, Maori cultuur, kunst en noem maar op. Na 4 uur kom ik hondsmoe uit het museum. Rij weer een half uur rond het hostel op zoek naar een niet bestaande parkeerplek en dan een powernap voor het avondeten. Wellington brengt me niet echt de rust die ik even nodig heb.

Morgen met de ferry naar het Zuidereiland. Daar heb ik echt zin in. Even tot rust komen en alles op een rijtje gaan zetten voor de volgende ontdekkingsreis.

dinsdag 21 februari 2012

Dag 24 - Mount Doom, Tongariro National Park

De bus vertrekt om 7:20 met ongeveer 40 personen aan boord. We worden afgezet op de parkeerplaats waar de Tongariro Alpine Crossing begint. Een dagtocht dwars door het vulkaanlandschap waar ook Lord of de Rings is opgenomen. Het is fris en flink bewolkt. Alleen de basis van de kenmerkende vulkaan Mt Doom uit Lord of de Rings (Mt Ngauruhoe in het echt) is zichtbaar. Het wandelpad slingert een stuk voorwaarts en verdwijnt dan in de laag hangende bewolking.

Ik loop samen met Tom (die eigenlijk Twan  heet), een Nederlander en Lisa, een Duitse. De tocht begint eenvoudig en vlak. Zoals wel vaker in Nieuw Zeeland is de route keurig gemarkeerd en het pad netjes aangelegd, inclusief afwatering en vlonders. Niet zo heel gek als je bedenkt dat op topdagen er wel 700 mensen deze route lopen. Maar vooralsnog zijn wij enkel met onze buslading en die verspreidt zich snel over de route. Na een klein uurtje lopen komen we bij Soda Springs, waar het laatste toiletgebouwtje van de route staat. Het zicht rondom is wit. De bewolking hangt op de grond en beperkt het uitzicht tot de omliggende vlakte en de basis van de vulkanen. Jammer genoeg geen perfecte dag om deze track te lopen maar het regent gelukkig niet. Het pad begint al wat te stijgen en na weer een klein uurtje komen we bij een bord met de uitdrukkelijke vraag: Voel je je fit genoeg om verder te gaan ? zo niet overweeg dan hier om terug te gaan. Hoopgevend.

Na een half uurtje lopen volgt een wegwijzer die een optionele sidetrip aangeeft. Het beklimmen van Mt Doom. Nu is heel Mt Doom niet te zien dus de beslissing is snel gemaakt om door te lopen. Volgens de routebeschrijving wandelen we langs een grote krater en dan begint een stijle klim omhoog. Blootgesteld aan de elementen begint de wind nu echt flink toe te nemen, zo nu en dan gecombineerd met een flinke miezerbui die hard in je gezicht wordt geblazen. Tijd voor een extra laagje regenkleding. De klim is best pittig en bijna bovenaan weer een keuze optie. Een sidetrip naar de top van Mt Tongariro. We besluiten deze wel te nemen en beginnen aan een geleidelijke klim via een smal pad. Het ongelooflijke gebeurd als de bewolking openbreekt en we een prachtig uitzicht hebben over het dal en de krater die we eerder niet konden zien. Aan het einde van het pad op de top van de berg rusten we even en is het tijd voor de lunch. De bewolking blijft af en toe openbreken waardoor we snel de camera pakken om al het moois in de omgeving vast te leggen.

Dan dezelfde weg weer terug en het vervolg van de originele route.Zodra we het hoogste punt gepasseerd hebben strekt een vlakte zich beneden voor ons uit. Drie helderblauwe meren liggen voor ons in een gekleurd landschap. Stoom stijgt op uit de rotsen en geeft aan dat dit nog steeds actief vulkanisch gebied is. Wederom de geur van zwavel. De meren zijn dan ook niet geschikt om uit te drinken of in te zwemmen.

De route is nu bergafwaarts langs de meren en het geothermisch gebied over een zwarte vlakte met gestold lava en weer bergopwaarts om een bergkam te traverseren. Om 2 uur komen we aan bij het eindpunt van de crossing. Groepjes mensen zitten hier te relaxen, maar het is hier nog niet het eindpunt van de tocht. We moeten doorlopen naar de parkeerplaats 6km verderop, waar de bus om 4 uur vertrekt. We gaan direct verder en de route gat nu door een heel ander landschap. Het pad slingert door een jungle die, nu de zon schijnt, warm en klef is. Anderhalf uur later eindelijk op de plek van bestemming.

Terug in het hostel met Tom en Frederique een lekker koud biertje drinken en dan douchen, eten en naar bed. De top van Mt Doom ligt nog steeds in de wolken.

maandag 20 februari 2012

Dag 23 - Taupo

Goethe zei het al: "stupiditeit kent geen angst". Laat ik dat maar als een opsteker zien, want ik zit 'm nu toch wel een beetje te knijpen. Het lieflijke Taupo is DE plaats in Nieuw Zeeland om te tandem skydiven. Zowel vanwege de prijs, er is veel concurrentie, als het prachtige uitzicht.

Keurig op tijd word ik opgehaald door een busje bij het hostel. De chauffeuse praat honderduit, maar iedereen in het busje blijft stil. Er heerst een nerveuse spanning. Aangekomen op het vliegveld kijk ik omhoog. Het ziet er behoorlijk bewolkt uit. Misschien wordt er vandaag wel niet gesprongen. Vreemd genoeg maakt die gedachte me wat rustiger.

In het kantoor van Taupo Tandem Skydiving gaat het er professioneel aan toe. Het is duidelijk dat ze jaarlijks vele duizenden mensen een tandem sprong laten maken. We krijgen een menu-kaart uitgedeeld met de mogelijkheden voor een foto of video herinnering: een persoonlijke cameraman, een handycam in de handen van je tandem master, foto's, DVD, USB, alles is mogelijk. Maar de hoofdkeuze is of je een sprong van 12.000 voet (4 kilometer hoogte) of 15.000 voet (5 kilometer hoogte) wilt maken. Met een sprong van 15.000 voet heb je een vrije val van ongeveer een minuut lang voordat de parachute zich opent.

Ik ga voor het Silver Package vanaf 15.000 voet: een persoonlijke cameraman en een DVD met filmpje van de hele gebeurtenis. Betalen hoeft pas na afloop. "Pay on survival" glimlacht de medewerkster. Het enige wat nu nog roet in het eten kan gooien is het weer. Rusteloos wordt er heen en weer gelopen en gewacht tot onze namen worden omgeroepen. Als het zover is krijg ik een jump-overall aangemeten en word ik in een tuigje gehesen. Een korte instructie volgt over wat we moeten doen bij het springen en de landing. En dan is het wachten tot het weer goed genoeg is om te vertrekken. Het is angstvallig stil op het bankje waar wij kandidaten zitten. Het wachten doet de spanning alleen maar stijgen. Dan zien we activiteit in de hangaar. De tanden masters trekken hun uitrusting aan en de piloot start het toestel. Een voor een worden we opgehaald door onze eigen tandem master en wandelen we naar het vliegtuig. Onderweg nog even op de film maar ik weet niks beters te doen dan te zwaaien. Ik heb nu even geen legendarische uitspraken op voorraad.

In het vliegtuig ga ik met mijn rug naar mijn tandem master zitten. Ik zit vlakbij de roldeur achterin het toestel dus ik zal waarschijnlijk als een van de eerste gaan springen. De deur gaat dicht en het vliegtuig gaat in take off. Ik zie het veld snel kleiner worden terwijl we in grote circels stijgen. De tandem master begint achter mijn rug te prutsen en ik voel hoe hij mijn harnas aan het zijne haakt. Toch vind ik de banden wat losjes zitten, maar hij stelt me gerust: dat hoort zo. De gedachte om straks tijdens de sprong uit het tuigje te vallen is niet heel geruststellend en ik vraag me af waarom ik in hemelsnaam uit een goed werkend vliegtuig ga springen. We vliegen door wolkenflarden heen en op 10.000 voet krijg ik een zuurstofmaskertje aangereikt.

Op 15.000 voet zijn we boven de bewolking en gaat de roldeur open. Vanaf nu gaat alles heel snel. Het eerste tandempaar gaat in de deuropening zitten, lachen naar de camera en hups ze zijn verdwenen. Dan schuifel ik naar de deuropening en hang mijn benen buiten het vliegtuig. De wind raast geweldadig naar binnen. Naar links kijken voor een geforceerde foto, handen om de schouderbanden en hoofd naar achteren tegen de schouder van de tandem master. Uit mijn ooghoek zie ik mijn cameraman naar buiten verdwijnen en dan gaan wij er achteraan.

De sensatie van het vallen is overweldigend en de adrenaline giert door m'n lijf. Na een tikje op m'n schouder spreid ik m'n armen en stabiel liggend vallen we nu naar beneden. Harder en harder tot zo'n 200 km/u. Ik heb moeite met ademhalen door de harde wind en af en toe probeer ik een goede ademteug te nemen. We vallen door flarden bewolking en de ijskristallen prikken als naaldjes in m'n gezicht. Die eerste momenten voelen aan als survival maar dan heb ik meer het gevoel van controle en kan ik om me heen gaan kijken. Voor me zweeft de cameraman, beneden het reusachtige meer van Taupo en de bergen daaromheen. Prachtig. Dan het geluid van de parachute die uitklapt en daarna wordt alles stil. "Welcome in my office" lacht de tandem master achter me. Langzaam en relaxed dalen we af naar het veld. De tandem master maakt ruime circels en beneden me zie ik al een aantal mensen landen. Vlak voor de landing benen vooruit steken en we komen heel zacht op onze kont in het gras terecht. De tandem master haakt me uit en ik blijf even liggen om de ervaring te verwerken. Dat was heel intens.

De afhandeling gaat net zo professioneel als de intake. In een aparte ruimte wachten we tot onze video klaar is en die krijgen we meteen te zien. Na het betalen krijg ik een keurig pakketje met DVD en t-shirt. Als ik een half uurtje later op de parking van het hostel word afgezet heb ik nog steeds een grote grijns op m'n gezicht. Lunchen in Taupo, boodschappen doen voor morgen bij de Pak 'n Save (een soort mega Aldi) en dan met de auto verder zuidwaarts.

Het is een uurtje rijden naar Tongariro National Park, een bergachtig natuurgebied. Vanuit het raam van het hostel zie ik de Mount Doom liggen met zijn top in de wolken. Het is de grote vulkaan uit de Lord of de Rings-films. Maar op tijd naar bed vandaag want morgenochtend vertrekt het busje om 7:15.

 

Dag 22 - Wairoa River

Vreemd hoe snel je in Nieuw Zeeland in een totaal andere omgeving bent. Met een uurtje rijden verruil ik het pruttelende en borrelende Rotorua voor een badplaats met drukke boulevard langs goudgele stranden. Ik ben aangekomen in Tauranga aan de oostkust van het Noordereiland. Pal voor de kust rijst een vulkaantop uit het water, Mount Maunganui. De zon laat zich weer van zijn beste kant zien en ik wandel over het strand waar een beachvolleybal-toernooi gaande is. Veel surfers in zee die gebruik maken van de hoge golven. Alles straalt de relaxte sfeer uit van een zomerse dag in een badplaats.

Een bordje bij het strand geeft aan dat er nog steeds olieresten op het strand kunnen liggen van het eind vorig jaar in tweeen gebroken containerschip hier voor de kust. Olie...ook zo'n splijtzwam in de Nieuw Zeelandse samenleving. De inkomsten uit oliewinning zijn nodig om de hoge levensstandaard te financieren, maar aan de andere kant heeft de winning impact op het milieu en nog gevaarlijker op de instabiele vulkanische bodem van Nieuw Zeeland. Het toegenomen aantal aardbevingen wordt onder andere toegeschreven aan de intensere oliewinning-industrie.

Maar ik heb maar een uurtje om van dit alles te genieten en dan stap ik weer in de auto om me te melden bij Raftabout net buiten Tarangau. Vandaag ga ik raften op de Wairoa rivier. Normaal een subtiel stroompje maar 26x per jaar, op zondag, worden de sluizen in de dam opengezet en verandert het riviertje in een kolkent monster met stroomversnellingen van de 4e categorie en hoger. Langzaam druppelen de deelnemers binnen en tenslotte zijn er genoeg mensen om 5 rafts te vullen. Ik hijs me voor de zoveelste keer deze vakantie in een wetsuit. Helm op en reddingsvest aan, klaar om te gaan.

Na een kort ritje met de bus worden de rafts in de rivier te water gelaten. Wade, onze gids, ziet er uit als een ervaren vent en zodra we zijn ingestapt begint hij ons te drillen in de edele kunst van het raften. Op commando peddelen we voorwaarts of achterwaarts, springen we van links naar rechts of duiken we de raft in en houden ons zo goed mogelijk vast. Als hij tevreden is gaan we op weg. De rivier slingert door een nauwe kloof met stijle rotswanden. Daarboven dichte begroeiing van bomen en struiken. Lang hebben we niet om er van te genieten, de eerste stroomversnelling komt er al aan. Vakkundig leidt Wade ons er doorheen. Halverwege is het zo'n kolkende massa water dat peddelen geen zin meer heeft. Stevig vasthouden en hopen dat alles verder goed gaat.

De stroomversnellingen hebben passende namen zoals Mothers Nightmare, Rollercoaster, Double Trouble en Rock Garden. Ze volgen elkaar in stevig tempo op. Soms duiken we met de raft enkele meters naar beneden in wit schuimend water, waarbij het lijkt of bij de  landing de raft dubbel vouwt. Soms slaan we bijna om en duiken we met z'n allen naar een kant van de raft om dat te voorkomen. Overal in de rivier liggen grote rotsen waar de raft tegenaan wordt geslingerd. Tijdens een heftige stroomversnelling wordt de achterste man uit de raft gespoeld. Met vereende krachten wordt hij weer snel aan boord gehesen. Op een rustigere plek kunnen we uit de raft springen en ons met de rivier laten meevoeren. Na een tweetal uurtjes zijn we aan het einde van de tocht gekomen. Dat was best een heftig ritje.

Helaas was er geen fotograaf mee en konden ze niemand hiervoor op het laatste moment regelen. Het zal dus bij herinneringen moeten blijven. Jammer want de foto's van eerdere tochten zien er erg spectaculair uit. We krijgen nog wel een sandwich en wat te drinken en dan stap ik in de auto op weg naar Taupo. Na tweeenhalf uur rijden kom ik bij zonsondergang aan bij het plaatsje aan een groot meer, omflankt met hoge bergen. Snel inchecken, hapje gaan eten en heel eventjes liggen. Om half 2 's nachts word ik wakker met al mijn kleren nog aan. Lenzen uit en dan echt naar bed.

zondag 19 februari 2012

Dag 21 - Rotorua by Night

Bruce, de zwijgzame Maori, neemt nog een lange haal van het pijpje waarna hij langzaam en aandachtig de rook uitblaast. Dan biedt hij mij het pijpje aan, maar ik sla het vriendelijke gebaar af en neem nog een teug bier. Ik heb geen zin om stoned te worden en eigenlijk word ik ook liever vanavond niet dronken. Maar dat laatste is niet uitgesloten gezien het tempo waarmee de flesjes bier uit de koelkast worden gehaald. Aan de muur naast me hangt een rek met geweren en op de  grond staat een geopende koffer met een zwaar sluipschuttersgeweer met telescoop. Jim, de eigenaar, is in het kleine keukentje bezig met het bakken van karbonades. Uit de televisie schettert de finale uitzending van de Australische versie van X-Factor, die ieders aandacht opeist. Ik neem nog een slok bier en bedenk me hoe ik hier terecht gekomen ben.

De dag is eigenlijk heel normaal begonnen. Een beetje moe opgestaan en daarna een wandeling door het plaatsje gemaakt. In een park wordt een zaterdagmarkt gehouden. Tussen de kraampjes stijgt stoom op uit de grond en een zware zwavelgeur verraadt de aanwezigheid van vulkanische activiteit. Hekjes en waarschuwingsborden schermen de argeloze wandelaar af van de meest actieve bronnen. Daar sputtert en borrelt de aarde alsof een pan dikke soep aan de kook raakt. Ik wandel weer terug naar m'n hostel waar ik moe even op bed ga liggen.

's Middags bezoek ik een commercieel uitgebaat thermisch gebied. Met een entree van NZ$40 kun je een wandeling maken langs borrelende modderpoelen en zelfs een heuse geyser die ongeveer elk half uur zijn kunstje vertoont. Om het allemaal wat interessanter te maken is er een sausje Maori-cultuur overheen gegoten. Houtsnijwerken, traditionele gebouwen en kano's en voor wie daar nog extra voor betaald een dansvoorstelling. Dat  hoeft van mij niet en na een tweetal uurtjes tuf ik weer terug naar Rotorua. Het is een uurtje of 4 in de middag, te vroeg om te gaan eten en te laat om nog iets groots te gaan ondernemen.

Dan valt mijn oog op de sjofele etalage van een pandje twee straten van mijn hostel vandaan. Shooting Gallery. 12 schoten NZ$3. Een zwijgzame Maori troont me na betaling mee naar de schietbaan achter in de zaak. Hoewel het om luchtdrukwapens gaat, zijn dit niet de standaard kermisgeweren. Er is een ruime keuzes aan type wapens en die schieten hard en zuiver. De luchtdruk komt van een externe compressor in plaats van een veer. Ik begin met een semi-automatisch geweer waarmee  ik in snel tempo 3 magazijnen leeg schiet op allerlei doelen. Dan ballonnen kapot schieten met een zwaar pistool. Vervolgens met een shotgun met pompmechanisme op een kaart schieten. Daar haal ik geen onaardige score mee en ik win een gedeukt blikje frisdank en een stukje chocolade. Ik vermaak me wel en ik besluit om ook te gaan schieten met het pronkstuk van de collectie. Een heus sluipschuttersgeweer. Hiervoor wordt Jim, de eigenaar, erbij gehaald. Hij  helpt me met het instellen van de telescoop en dan schiet ik haarzuiver vier doelen omver.

Ik vraag Jim of hij een foto wil maken met m'n telefoon. Maar voor ik het weet is Jim helemaal in zijn element als fotograaf en moet ik poseren met de volledige collectie wapens in allerlei stoere poses. Om het allemaal nog echter te maken haalt hij een setje handboeien tevoorschijn en klikt die aan m'n arm. Weer wat foto's later troont hij me mee naar buiten waar voor de deur twee politiewagens geparkeerd staan. Ook daar een foto-shoot met mij in de boeien. Jim zit erg in z'n rol als fotograaf en ik laat 'm maar z'n gang gaan. Gelukkig heeft hij ook het sleuteltje van de handboeien en onder het genot van m'n gewonnen frisdrankje kletsen we nog wat na. Als ik vertel dat ik Rotorua 's avonds een wat doods plaatsje vind, nodigt hij me uit om na sluitingstijd langs te komen om in de buurt een potje te gaan poolen en dan zal hij me het uitgaansleven in Rotorua laten zien.

Rond een uur of acht 's avonds wandel ik weer naar de Shooting Gallery. Jim is er niet en de zwijgzame Maori mompelt iets als 'he will be back when he is back'. Daar heb ik niks aan natuurlijk en ik ga ergens een hamburger eten. Op de terugweg weer langs de Shooting Gallery en dan is Jim er wel. Hij is net bezig de zaak te sluiten en  nodigt me uit om binnen te komen. Ik word voorgesteld aan Bruce, de zwijgzame Maori. Die mompelt iets onverstaanbaars en gaat verder met het onderhoud van de geweren. Jim geeft me een biertje en begint in het kleine keukentje het avondeten klaar te maken, waarbij hij met een half oog naar de finale uitzending van de X-Factor kijkt.

Ondanks dat ik al gegeten heb krijg ik ook een karbonade voorgeschoteld. De biertjes en het roken maken de sfeer ontspannen. De zwijgzame Maori transformeert in de onverstaanbare Maori. Jim en ik bespreken de wereldproblemathieken en de politiek in Nieuw Zeeland met af en toe een onverstaanbaar instemmend gemompel van Bruce. Als het onderwerp op de Maori-bevolking terecht komt, komt ook de keerzijde van Nieuw Zeeland ter sprake. Niet alles is hier het paradijs en er is een hoop armoede en ellende bij met name de Maori-bevolking. Bruce is daar een voorbeeld van. Met gebaren geeft hij aan dat hij een jeugd van mishandeling en verwaarlozing heeft gehad en in het bende-leven is terecht gekomen. Hij heeft heel wat jaren van zijn leven in de gevangenis gezeten. Jim heeft hem van de straat geplukt en nu probeert Bruce een gewoon leven te leiden zonder criminaliteit of bendes.

Het is al een uur of elf en flink wat biertjes verder, als we in de Jeep van Jim stappen om naar een nabijgelegen cafe te gaan. Daar spelen we spelletjes pool met andere gasten en ik trakteer op bier. Later die nacht gaan we ook nog naar Bruce z'n stamkroeg. Die bestaat voornamelijk uit Maori's, waarvan de meesten zwaar getatoeerd. Toch voel ik me er niet ongemakkelijk en we blijven tot sluitingstijd bier drinken en pool spelen. Dan neem ik afscheid van Jim en Bruce. Morgen moet ik op tijd weg en heb ik al m'n energie nodig. Ik hoop niet dat ik teveel gedronken heb.

zaterdag 18 februari 2012

Dag 20 - Rotorua

Vandaag ga ik de Waitomo Caves bezoeken en daarna rij ik in zo'n anderhalf uur door naar het plaatsje Rotorua, waar als het goed is een hostel-kamer op me wacht.

Het gebied rond Waitomo is bekend om z'n vele grotten en een aantal daarvan worden commercieel geexploiteerd. Ik ga met de organisatie Rap, Raft 'n' Rock op pad, die een 5 uur durende activiteit beloven. Om 9 uur 's ochtends sta ik in m'n zwembroek bij het kantoortje klaar.Een handdoek en extra paar sokken onder m'n arm. Er arriveren nog 4 deelnemers , waaronder een tamelijk forse Noor, en tesamen met de gids gaan we in een busje op pad. De eerste stop, na 10 minuten een onverharde weg volgen, is bij een aantal grote zeecontainers. Hier worden we in een wetsuit en klimtuigje gehesen. Ter bescherming van het wetsuit moet iedereen een kleurige piamabroek eroverheen aantrekken. Het geheel wordt afgemaakt met een paar witte rubberen kaplaarzen en een helm met homemade mijnlamp er op gemonteerd. Het resultaat ziet er wat eeuhmmm bijzonder uit. Het zonnetje schijnt weer volop en enigzins oververhit stapt iedereen weer in het busje voor de laatste etappe naar de grot. Zoals het een echte grot betaamt ligt die onder grond en om daar te komen moeten we afdalen in een grote spelonk. We oefenen de abseiltechniek eerst met een los stuk touw en dan mogen we allemaal 40 meter de spelonk in abseilen. De afdaling is niet moeilijk maar wel erg mooi. Stralen van het ochtendlicht schijnen door de bomen en rotsen boven je en lichten op in de waterdamp die uit de spelonk opstijgt. Het lijkt of je afdaalt in een Jurrasic Park-achtige wereld. Op de bodem aangekomen sta je meteen in een stromend riviertje. Het kost wat tijd om iedereen de afdaling te laten maken.Als iedereen beneden is aangekomen trekken we onze klimgordels uit en krijgt ieder een opgeblazen binnenband van een auto uitgereikt. Met het ding onder de arm plonzen we stroomopwaarts de grot in. Het water is wisselend diep. Soms tot je enkels en soms tot je middel. Dikke stalagtieten en -mieten geven een indicatie van de ouderdom van de grot. Wellicht wel 100.000en jaren of nog veel ouder. Als we geen daglicht meer zien doet ieder zijn lamp uit. De gids slaat met een harde knal zijn binnenband op het water. Overal gloeien groene lichtpuntjes op. Gloeiwormen. Maar hier zijn er veel meer dan in de grot in Waipu. Zover je links en rechts in de grot kunt kijken wordt het plafond verlicht door miljoenen lichtpuntjes. Een adembenemend schouwspel. Nu komt ook de meegenomen binnenband van pas. We gaan er met onze kont inliggen en laten ons dan meevoeren met de stroming van het water in de grot. Het heeft iets magisch om zo voort te kabbelen in het pikkedonker met alleen de verlichting van de gloeiwormen, die als een soort onmetelijke sterrenstels boven je voorbij glijden. We passeren weer de spelonk en gaan aan de andere kant verder. Onderweg weet de gids nog een aantal leuke klim, kruip en klauter plekjes in de grot. Niet echt geschikt voor claustrofibische mensen of de oversized Noor. Na een pauze met warme limonade en chocolade gaan we weer terug naar de spelonk. Hier volgt de laatste activiteit: het naar boven klimmen uit de spelonk via de steile rotswand. Wel keurig gezekerd door onze gids. Een klein uurtje later zijn we weer fris gedouched terug bij het kantoor waar een kop soep wacht. Iedereen koopt de CD met foto's die de gids onderweg gemaakt heeft.

De weg naar Rotorua is weer bijzonder mooi. De tropische vegetatie maakt langzaam plaats voor loofbomen en dennebossen. Het landschap blijft grillig en de weg kronkelt over en langs heuvels, bergjes en meren. Als ik Rotorua nader ruik ik een scherpe rotte eierenlucht. Zwavel. Rotorua ligt midden in een geothermisch gebied, zeg maar een actief vulkaanlandschap. Mijn kamer in het hostel heeft de lengte en breedte van een eenpersoonsbed met daarnaast nog 30cm om de deur open te kunnen doen. Weinig reden dus om in de kamer te blijven en na wat toeristische informatie te hebben ingewonnen maak ik een wandelingetje langs het grote meer waar Rotorua aan ligt. Het wandelpad geeft een eerste voorproefje van wat hier in de omgeving is te beleven. Links en rechts zijn pruttelende poelen waar dikke, stinkende rookpluimen uit opstijgen. Na een klein uurtje wandelen kom ik uit bij een Spa, die dankbaar gebruik maakt van al deze gratis warmte. Ik heb m'n zwembroek bij en de rest van de avond breng ik door in warme, stinkende baden met uitzicht over het meer.

donderdag 16 februari 2012

Dag 19 - Waitomo

Het is mistig als ik 's ochtends rond een uur of 9 opsta. Er is voor vandaag slecht weer voorspelt. Regen en onweer in de loop van de middag. Nadat ik ben uitgechecked uit het hostel rij ik met de auto naar het centrum van Hamilton. Vreemd genoeg blijft het lampje van de handrem branden, terwijl die er toch zeker niet op staat. Hmmmm, zal wel een los contactje zijn.

De hoofdstraat van Hamilton is gezelliger dan ik verwacht. Een brede, drukke straat met veel winkels en terrasjes op straat. Het zonnetje breekt door en ik ontbijt buiten op een van de terrasjes. Dan door naar een internet-cafe waar ik de volgende 2 uur zoet ben met het uploaden van foto's, bijwerken van e-mail en het plannen van de komende dagen. Ook vind ik op internet dat het handrem-lampje gaat branden als er een probleem is met het remsysteem. Shit. Internet helpt me ook met het vinden van een nabij gelegen Subaru-garage. Als ik met de auto wegrij om naar de garage te gaan, gaat het lampje van de handrem keurig uit. Mooi, probleem heeft zichzelf opgelost. Dat geeft me de gelegenheid om lekker in het zonnetje te lunchen op een terras.

Mijn volgende bestemming is Hamilton Airport. Hier staat de Alpha Aviation fabriek waar het aerobaticsvliegtuig van onze Rotterdamse vliegclub wordt gebouwd. Tenminste als ze nog bestaan, want het bedrijf is een paar keer op rij failliet verklaard en doorverkocht geweest. Met wat rondvragen op de luchthaven kom ik uit bij een kleine hangaar. En jawel hoor, daarbinnen staan 2 Alpha's in aanbouw. Oorspronkelijk een Frans toestel met de naam Robin 2160, heet het toestel nu Alpha 160. Ik word vriendelijk ontvangen en maak een praatje met de bouwers. Ze geven uitgebreid uitleg en laten van alles zien terwijl ik onbeperkt foto's mag maken. Leuk.

Maar ik ben hier natuurlijk niet alleen om te kijken, ik wil er ook in vliegen. En dat kan bij de vliegclub ernaast, die een drietal Alpha's in het assortiment heeft. Om 3 uur maak ik kennis met de instructeur die met mij mee gaat. Hij loopt keurig in uniform en het valt me op dat ook leerlingen op de club keurig in wit overhemd met epauletten, zwarte pantalon en dito schoenen rondlopen. Geeft wel wat cachet aan het vliegbedrijf.

De Alpha is al getankt en na de inspectieronde nemen we plaats in de mij zo bekende cockpit. Alleen de motorinstrumenten zijn hier digitaal in plaats van analoog. Ook heeft de Alpha een special prime-knop, maar die hoeven we nu niet te gebruiken. Het is warm en het toestel heeft net nog gevlogen. De instructeur zegt: 'doe de dingen maar op jouw manier, als ik iets geks zie zeg ik het wel'. Prima, ik zet het strobe -licht aan voordat ik de motor ga starten en de instructeur kijkt me met grote ogen aan. Zo werkt dat niet in Nieuw Zeeland. Het strobe licht gaat pas aan als je op de baan buiten de bebouwing bent, zodat je mensen niet verblind of een epileptische aanval bezorgt. Ik kan wat tegenargumenten bedenken, maar lands wijs, lands eer.

Take off gaat weer van een claustrofobisch smal en kort baantje, terwijl parallel ernaast een betonbaan met Rotterdamse afmetingen ligt. We vliegen naar het oefengebied 5 minuten verderop en krijgen clearance voor een blok tussen 2500 en 4000 voet. Moet voldoende zijn. Er zijn grote gaten tussen de bewolking waar we lekker kunnen gaan spelen. Na de HASELL-checks wat hoge bochten en dan een looping. Hij gaat wat stroefjes over de top met 3 1/2 G. Met 4G gaat het echter  prima. Vreemd, dingen werken blijkbaar toch net iets anders aan de onderkant van de wereld. Dan een half Cuban en een Quart Clover Leaf. Het lijkt of de instructeur deze figuren niet kent, of misschien hebben ze er hier een andere naam voor. Dan een mooie stallturn en een inverted half Cuban. Na nog wat rondgespeeld te hebben gaan we rollen, niet mij favoriet omdat ik daar misselijk van word. Maar goed we beginnen met de barrel roll die ik lekker hoog inzet. De instructeur kijkt me weer vreemd aan, Zo doen ze de barrel roll hier niet en hij laat me twee andere manieren zien om een barrel roll te vliegen. Een daarvan is vanuit een 45 graden rechter bocht, hoog rollen en dan in een 45 graden linkerbocht uitkomen. Interessant. Ook de aileron-roll  wordt hier wat anders uitgevoerd en zoals de instructeur hem voordoet lijkt die verdacht veel op mijn hoge barrel roll. Het is alweer bijna tijd om terug te gaan en we sluiten af met een snap roll. Die voer ik wat geweldadig uit...mooi dat het tijd is om terug naar het veld te gaan. De landing moet weer op dat enge smalle, korte baantje. Ik kom wat hoog binnenzetten en zie kostbare baanlengte onder me doorschieten. In m'n haast om de kist toch snel neer te zetten maken we nog een klein stuitertje. Ik heb wel eens netter geland. Voor 3 kwartier zuivere vliegtijd met instructeur en landing wordt NZ$ 195 in rekening gebracht. Wederom zeer betaalbaar, en dan ben ik nog niet eens clublid.

Het vliegveld ligt op de weg naar mijn nieuwe bestemming, het plaatsje Waitomo, een klein uurtje verderop. In het hostel krijg ik weer een 4-persoons dorm voor mijzelf alleen. Mooi, ik ben wel aan wat slaap toe.

woensdag 15 februari 2012

Dag 18 - Hamilton

Ik word wakker van de regen die op het dak roffelt. Opstaan, spullen pakken, olie chekken en vertrekken. Om 9 uur rij ik weg van het hostel en volg de binnendoor route die de navigatie voor me heeft uitgestippelt. Het is opgehouden met regenen. De bossen op de flanken van de heuvels lijken op adem te komen na de warme dagen van de afgelopen week. Dikke dampwolken stijgen op tussen de bomen en de hoogste heuveltoppen zijn verscholen in de wolken. Een mooie dag om ruim 600km te gaan rijden.

De weg kronkelt en slingert tussen de heuvels door. Het lijkt wel of ik de enige ben die op pad is, want ik kom geen andere auto tegen. De route komt weer dichter bij de kust en tussen de beboste heuvels door zie ik hoge, goudgele zandduinen. Na een uur rijden kom ik uit bij een veerpont. Hij ligt al te wachten en ik kan er direct oprijden. De veerpont zet me af aan de andere kant van een diepe inham in de kust met de naam Hokianga Harbour.

Hier volgt de weg de westkust naar het zuiden. Al snel is de zee niet meer in zicht en wordt het landschap weer heuvelachtig. Even later rij ik in een bos tussen 2 muren van dichte tropische begroeiing. De weg slingert weer als vanouds waarbij ik als een rally-coureur constant linksom en rechtsom bochten neem.
Een parkeerplaatsje naast de kant van de weg markeert een bijzonder punt. Een paar minuutjes lopen vanaf het parkeerplaatsje kom je bij Nieuw Zeelands grootste boom uit. De 2000 jaar oude  Tane Mahuta (God van het Woud), een Kauri boom die ongeveer 6 meter breed is en tientallen meters hoog. Een indrukwekkend ding inderdaad. Een paar kilomter verderop kun je weer parkeren voor een wandelroute het bos in. Er zijn verschillende keuzes en ik neem de kortste. Die leidt naar nog een 4-tal uit de kluiten gewassen Kauri bomen die gezusterlijk bij elkaar staan. Ze heten dan ook niet voor niets de 4 zusters.
Leuk allemaal maar ik heb nog flink wat kilometers voor de boeg. Morgenmiddag heb ik een afspraak in Hamilton, een stadje ongeveer anderhalf uur rijden onder Auckland.

Ik blijf de toeristische route naar het zuiden volgen die grofweg de westkust volgt. Het zijn hier maar smalle wegen en de snelheid komt niet vaak hoger dan 80km per uur. Tegen 5 uur kom ik bij Auckland aan. Het is de grootste stad van Nieuw Zeeland en heeft een heuse avondspits met files. Ik worstel me dwars door de stad en zie de markante Skytower overal boven uitsteken. Die heb ik 2 weken geleden nog bezocht, maar dat lijkt nu wel een eeuwigheid.

Eindelijk ben ik door het stadsverkeer heen en kan ik de snelweg naar het Zuiden verder volgen. Om 7 uur 's avonds kom ik doodmoe in Hamilton aan. Ik neem een kamer in het eerste de beste hostel wat ik tegenkom. Als ik na het eten terugwandel van een restaurantje in de buurt word ik getrakteerd op een flinke stortbui. Pffffff.... ik ben blij als ik in bed lig.

Foto's t/m dag 18

Zo, eindelijk de tijd om in een internet cafe achter de computer te gaan zitten en wat foto's te uploaden. Met m'n tablet en telefoon lukt dat jammer genoeg niet. De app waarmee ik m'n blog schrijf loopt vast als ik foto's toevoeg. De foto's zijn in willekeurige volgorde.



De Subaru Legacy 250T uit 1995 waarmee ik nu rondrij

De veranda van de vakantiewoning in Paihia

Maungawhau vulkaan in Auckland

Duikstek Poor Knight Islands

Zonsondergang Paihia

Orka's naast de boot, Poor Knight Islands

Gloeiworm grot, Waipu

Boot duiktrip Poor Knight Islands

Kronkelweg door het tropisch woud, westkust

Een hele dikke en hoge Kauri boom

Landing op Ninety Mile Beach

Mack Attack bezoekt 'hole in the rock'

Ik aan het duiken... ik hoop nog wat duikfoto's te krijgen van anderen van het duiken bij de wrakken, maar die moet ik krijgen van een fransman.... ijdele hoop ;-)

dinsdag 14 februari 2012

Dag 17 - Ahipara en Cape Reinga

Het weerbericht voorspelt regen voor vandaag en het is inderdaad bewolkt als ik opsta. Ik ontbijt samen met het Australisch meisje op de veranda en dan is het tijd om te vertrekken. Vandaag ga ik van de Oostkust naar de Westkust, naar het plaatjse Ahipara. Dit plaatsje markeert het begin van Ninety Mile Beach. Een zandstrand van 64 mijl lengte die de westkust vormt van een laatste, dunne strook land met als uiterste punt 'Cape Reinga', het meest noordelijkste puntje van Nieuw Zeeland. Het op en neer rijden via de weg naar Cape Reinga duurt in totaal 4 uur. Je kunt ook over het strand (90 Mile Beach) rijden, maar er zijn maar 2 toegangswegen en je moet rekening houden met het tij. Het wordt afgeraden om dit met de auto te doen, maar toch wil ik rijden op Ninety Mile Beach...

Maar zover is het nog niet. De weg van Paihia naar Ahipara slingert door bergachtig, tropisch landschap. En slingeren is hier letterlijk. Bochten volgen elkaar in razend tempo op. Het lijkt wel een achtbaan. Aangekomen in Ahipara schijnt de zon door het gebroken wolkendek. Ik check me in bij het hostel en ga dan direct door naar m'n eerste activiteit van de dag: Quad Bike rijden op Ninety Mile Beach.

Dit keer ben ik niet alleen, maar is er ook een Duitser die mee gaat. Samen met de gids zijn we met z'n drieen. Dat zorgt ervoor dat we het tempo er goed in kunnen houden. De quad is een stevig machien met 5 versnellingen. Gas geven gaat met je duim en remmen met de handrem. Eitje.
We scheuren weg over het strand en gaan dan al snel een gravelpad op. Ik rij als achterste en verdwijn in een dikke stofwolk. Het pad leidt naar de top van een hoog duingebied. Daar volgt een uitdagende rit door zwaar terrein. Grote keien, diepe sporen en kleine beekjes moeten met veel stuurmanskunst bedwongen worden. Voluit gas geven is er niet bij. Tot we bovenaan een heel hoog zandduin staan met uitzicht over zee. We duiken het zandduin af en rijden weer het strand op. We scheuren door de vloedlijn, rijden de zandduinen op en af en verdwijnen dan weer in het ruig begroeide heuvellandschap achter de duinen. Na een kleine 2 uur  zijn we weer terug bij de auto. Pikzwart van het stof maar een hele gave ervaring rijker.

Ninety Mile Beach heb ik gehad maar Cape Reinga heb ik nog niet gezien. Ik bel met Jim en spreek om 4 uur af, dat geeft me nog even de tijd om te douchen in het hostel en te lunchen. Dan weer in de auto op weg maar de 2e activiteit vandaag.

Om kwart voor 4 rij ik de parkeerplaats van het plaatselijke vliegveld op. Jim zit nog in de lucht dus maak ik een praatje met de plaatselijke beheerder van de vliegclub. Voor het clubhuis staat een merkwaardig uitzient vliegtuig. Het is een Fletcher Crop Duster, een sproeivliegtuig die ik ook in het vliegtuigmuseum in Auckland heb gezien. Dit toestel is van Jim en hij besproeit er nog dagelijks de velden mee in de omgeving.

Jim is een joviale kerel die na zijn pensioen niet thuis kon blijven zitten en zijn oude liefde "crop dusting" weer is gaan uitoefenen. Hij heeft inmiddels al meer dan 20.000 (!) vlieguren op de teller staan. Tevens is hij de vlieginstructeur van de plaatselijke vliegclub. Wij gaan vliegen met een Tecnam Golf. Een microlight tweezitter die eruit ziet als een gewoon vliegtuig. Met zijn 100Pk Rotaxmotor weet het toch zo'n 100 knopen kruissnelheid te halen, alleen veel goedkoper dan een traditioneel GA toestel. We stappen in en Jim laat de bediening volledig aan mij over. Met behulp van de checklist starten we en dan taxien we naar het begin van de baan. Run-up checks en gaan maar. Flink rechts voeten tijdens de start en bij zo'n 50 knoopjes trek ik de kist van de baan. Het toestel voelt helemaal niet licht aan en vliegt erg stabiel. We stijgen naar 2000 voet en vliegen naar Ninety Mile Beach, die we helemaal gaan volgen tot aan Cape Reinga. Het vliegt allemaal erg gemoedelijk en ik hoef de besturing nauwelijks aan te raken. Vanaf hier zie ik de twee oceanen aan beide kanten van het schiereiland. De wolken vormen een lange band precies over het midden van het schiereiland. Boven de beide kusten is het wolkenloos. Ik daal naar 500 voet als we boven het strand zijn en zo volgen we een tijdje de kustlijn. Jim vertelt honderuit over zijn leven als piloot. Facinerend. Het lijkt vloed te zijn want het strand is niet meer zo breed. Als ik dit tegen Jim zeg, stelt hij voor om op de overgebleven strook strand te landen. Ik vind het prima en geef hem de controls. Behendig landt hij het vliegtuig op de vloedlijn. We rollen wat over het strand en stijgen dan weer op. Ik krijg de controls weer terug. Dat is best cool om zo'n strandlanding te maken. Naarmate we Noordelijker komen, worden de duinen langs het strand hoger. Een populaire activiteit is hier het sandboarden. Met een soort surfbordje van de hoge zandduinen afglijden. Dat wil ik natuurlijk van dichterbij zien en al snel vliegen we laag tussen de enorme zandduinen door. Na de zandduinen wordt het gebied ruiger. Een scherpe bergkam leidt naar Cape Reinga, het uiterste puntje waar een vuurtoren op de rotsen staat. Voor Cape Reinga zie ik in zee een witte streep schuimend water. De donkerblauwe Stille Oceaan en de groene Abeltasman Zee komen hier bij elkaar. We draaien laag om de vuurtoren heen en dan vlieg ik laag tussen de bergkammen door naar de oostkust van het schiereiland. Onderweg laat Jim veldjes zien waar hij z'n crop duster neerzet om van nieuwe sproeilading voorzien te worden. Dit duurt maar 30 seconden en dan stijgt 'ie weer op om z'n lading uit te sproeien over de velden. Een paar minuten later landt hij dan alweer om een nieuwe lading in te nemen. En dit de hele dag door, dag in dag uit. En hij houdt ervan met hart en ziel. Als ik grappig bedoelt opmerk dat hij meer van z'n vliegtuig houdt dan van z'n vrouw, beaamt hij dat volmondig. En hij meent het echt. De veldjes die hij aanwijst zijn onmogelijk. Bijvoorbeeld een grasstrook van een paar meter breed die stijl een heuvel oploopt. We volgen de oostkust die een stuk ruiger is dan de westkust. Prachtige baaien met eilandjes worden afgewisseld met eindeloze velden met eucalyptusbomen waar vroeger gom uit werd gewonnen. Jim kan boeiend vertellen over de omgeving en we zigzaggen van het ene interessante punt naar het andere. Dan zijn we alweer terug bij het veld waar ik een geslaagde landing maak. Terug in het clubhuis bedank ik Jim hartelijk voor deze bijzondere vlucht. Hij zegt dat ondanks dat hij dit stuk wel 1000x heeft gevlogen in zijn leven, hij ook van de tocht heeft genoten. Dan aarzelt hij even en nodigt me dan uit voor de volgende dag op de vliegclub. Dan komen de lokale vliegers bij elkaar om een biertje te drinken en dat is een leuke gelegenheid om andere vliegers te ontmoeten. Ik moet helaas nee zeggen want morgen ga ik de reis naar het zuiden beginnen. Voor de ruim anderhalf uur dat we gevlogen hebben betaal ik NZ$210. Dat is nog eens goedkoop vliegen.

Ik rij terug naar het plaatsje en dwaal wat door de straten met een grote smile op mijn gezicht. Ik ben nog helemaal vol van de vlucht. Ik heb trek in steak en als ik een leuk restaurantje heb gevonden, is er nog enkel een tafeltje over in de tuin. Ik bestel een Corona en een goeie steak en wil net beginnen met lezen in een boek, als ik word uitgenodigd om aan tafel te komen zitten bij een drietal mensen aan een aangrenzend tafeltje. Ik ga op de uitnodiging in en al snel hebben we een levendig gesprek waarbij een hoop gelachen wordt. Het zijn lokale bewoners die veel interesse hebben in de bezoekers van hun streek. Als ik vertel hoe koud het nu is in Nederland, visualiseert een van hen hoe dat een bevroren klokkenspel kan opleveren. We liggen bijna onder tafel van het lachen.

Terug in het hostel blijk ik de enige slaper te zijn op de tweepersoons dorm. Mooi...een privekamer met eigen douche en toilet voor de prijs van een bed. 
Het was weer een bijzondere dag en tevreden ga ik slapen.

maandag 13 februari 2012

Dag 16 - Rainbow Warrior

In 1985 wordt het Greenpeace schip de 'Rainbow Warrior' in de haven van Auckland tot zinken gebracht door de Franse geheime dienst. Er valt een dode bij, maar de daders worden nooit echt bestraft. Het is nog steeds een gevoelig punt bij de Nieuw Zeelanders, die er een zekere antiphatie tegenover Fransen aan hebben over gehouden. Dat blijkt wel als ik vanochtend bij de bakker mijn ontbijt, een blueberry muffin met jus de orange, koop en de Rainbow Warrior ter sprake komt. Het zou me niet verbazen als hij aan het brood dat hij aan een fransman verkoopt een stukje speeksel toevoegd.

Vijf minuten later ben ik weer in de duikshop voor de laatste 2 duiken van de cursus. De groep is kleiner vandaag en past met gemak in het personenbusje voor de deur. We rijden naar Matauri Bay, een kleine 45 minuten verderop. De camping waar we uitstappen is weer een stukje paradijs op aarde. Het ligt op een smal schiereilandje in een baai, zodat zowel links als rechts een prachtig zandstrand ligt. Alle tenten en campers hebben een ruime plek onder palmbomen en staan allemaal pal aan het strand met uitzicht over de baai. We laden onze spullen over naar een speedboat op een trailer. Met vereende krachten en de hulp van een tractor wordt de speedboot te water gelaten. We klimmen aan boord en met volle snelheid stuiteren we de baai in. Het is goed vasthouden en bij elke klap flink schrap zetten. Tien minuten later zijn we op de plek van bestemming. Het graf van de Rainbow Warrior, aangegeven door boei in het water.

Duikspullen aan, buddy check en te water. Dit wordt de 4e skill van de cursus: wreck diving. Het afdalen wil niet echt lukken, maar met een stuk extra lood in m'n vest zak ik toch rustig naar beneden. Brrrr wat ziet dat er toch spookachtig uit zo'n wrak dat opdoemt uit de donkerblauwe duisternis beneden je. We belanden midscheeps naast het wrak en volgen de instructeur langs de romp van het onfortuinelijke schip. Ook hier is het schip volledig begroeit met koraal, algen en wat al niet meer. We passeren een groot donker zwart gat in de romp waar een van de mijnen is ontploft. Dit schip is een stuk kleiner en we zijn dan ook zo bij de voorsteven. Een machtig gezicht als je op je rug in het zand voor de boeg gaat liggen en deze hoog boven je ziet uitsteken. We zweven over de boeg en over het dek en gaan dan via een deur een ruimte in wat de vroeger het restaurant moet zijn geweest. Aan het plafond hangen nog allerlei leidingen en loshangende panelen. Scholen vissen zwemmen heen en weer in de donkere ruimte. Via een gat in het plafond komen we weer buiten. Het dek en de relingen zijn begroeit met zweewier waar allerlei soorten vissen en andere onderwaterwezens hun onderkomen hebben gevonden. We vervolgen de tocht naar de achtersteven en gaan dan weer via de lijn waar de boei aan vast zit naar de oppervlakte, uiteraard na een decompressiestop op 5 meter. Het is nog best lastig om aan boord van de speedboat te klimmen, maar met wat getrek en gesjor is iedereen weer aan boord. Met volle vaart stuiven we naar een eilandje waar we op het strandje genieten van de lunch en de zon.

De tweede duik 's middags staat voor mij in het teken van onderwaterfotografie. Dit is de 5e en laatste skill die nodig is voor het advanced diver certificaat. Met een onderwatercamera daal ik af onder water. Op een meter of 7 diep cruise ik achter de instructeur aan, onderweg foto's nemend van alles wat interessant is. De bodem is bezaait met grote rotsblokken en onderwaterplanten. Best leuk om daar tussendoor te manouevreren en onderweg goed uitkijken naar interessante foto-objecten. Om de een of andere reden ga ik heel snel door m'n lucht heen en moet ik na een half uur alweer naar de oppervlakte. Dat geeft me wel weer de gelegenheid om op de boeg van de speedboat in het zonnetje te liggen, wachten tot iedereen terug is gekeerd. De terugweg gaat vlot en voor ik het weet sta ik in de duikshop met het advanced diver certificaat in m'n handen. Ach jah, leuk om te hebben maar ik ben me er bewust van dat je pas een advanced diver wordt met ervaring. Veel ervaring.

Na een Nederlands stel bij hun hotel te hebben afgezet ga ik terug naar m'n huis op de berg. De 2 Duitse dames hebben plaatsgemaakt voor 1 Australisch meisje met wie ik kort kennis maakt. Zij gaat naar het dorp en ik ga even douchen en relaxen. Tijdens het douchen wordt er op de deur geklopt. De huisbaas komt wat zaken regelen en herinnert me er an passant aan dat ik nog moet betalen. Het betalen gebeurt bij het hostel beneden in het dorp. Daar beland ik op het terras waar ik een paar biertjes drink met de eigenaar en nog wat gasten die aanschuiven.  Het is gezellig en het is alweer later op de avond als ik terugkeer  in het huis op de berg. Daar klets ik nog de hele avond met het Australische meisje die met een auto van vrienden een week het Noordereiland rond reist. Ze heeft een bustour geboekt naar Cape Reinga, het uiterst noordelijke puntje van Nieuw Zeeland waar de Stille Oceaan en de Tasman Zee bij elkaar komen. Ik wil daar ook wel heen, maar heb daar andere plannen voor. Een hele dag, van 6 uur 's ochtends tot 6 uur 's avonds, in een bus zitten lijkt me niks. Morgen maar eens kijken of mijn plannetje lukt...

zondag 12 februari 2012

Dag 15 - Canterbury F421

Niet zo lekker geslapen vannacht. Zou het de spanning zijn voor de duiken die me vandaag te wachten staan ?

Om kwart voor acht ben ik bij de duikshop, waar al de nodige activiteit is. Een aantal mensen staan te wachten of zijn  bezig formulieren in te vullen.
Achter in de winkel wordt materiaal op karren geladen. Het ziet er allemaal wat minder gestructureerd uit als in Tutukaka. Het bord met het weerbericht is al een aantal dagen niet meer bijgewerkt, overal liggen stukken duikuitrusting en het lijkt erop alsof de 1 op 1 begeleiding ook niet gaat lukken omdat er meer mensen meegaan voor een cursus. De uitgifte van de duikuitrusting gaat wel snel, octopus met automaten en duikcomputer, vest en duikpak krijg ik uitgereikt en deze stop ik in een grote tas. Geen persoonlijk label eraan, dus maar hopen dat ik straks dezelfde tas weer uitpak.

Als iedereen compleet is, een groepje van ongeveer 12 man en 3 begeleiders, rijden we de karren naar de haven waar we ze inladen in de boot. Een flink maatje kleiner dan in Tutukaka maar wel met een kajuit waar je binnen kunt zitten. We varen de haven uit en zetten koers naar Russell aan de overkant van de baai, waar nog iemand wordt opgepikt. Dan door naar de duiklocatie een stuk verderop in de baai. Onderweg worden we in groepjes verdeeld en ik zit met 3 anderen bij een instructeur. Het is bewolkt en het water ziet er grauw uit.

De eerste duik is een 'deep water' duik waarbij we afdalen tot 30 meter diepte. Omdat er op die diepte ook een wrak ligt gaan we die ook bezoeken. Het gaat om de HMS Canterbury, een oud marine fregat  van 113m lengte die in de baai is afgezonken. Ik vind het best spannend. Met maar 4 duikjes in m'n logoek al afdalen naar 30m en dan ook nog een scheepswrak bezoeken, waarbij vrolijk verteld wordt dat we ook nog naar binnen gaan.

We trekken onze duikuitrusting aan en gaan te water. Langs een lijn dalen we af de diepte in. Op zo'n 12 meter diepte zie ik onder me de groenige contouren van een platformpje met een reling verschijnen. Alles is begroeid met koraal. Het ziet er spookachtig uit. Van het plaatje weet ik dat dit een uitkijkplatform is op een mast. Als iedereen van ons groepje op of rond het platform is volgen we de instructeur verder naar beneden. We zweven over de dekken naar de achtersteven van het schip. Er zwemmen veel vissen rond en het wrak zelf is flink begroeid. Bij de achtersteven dalen we af naar zo'n 30 meter. Via een grote donkere opening zwemmen we het wrak in, het is de ruimte onder het voormalig helikopterdek. Het is even aardedonker en ik zie alleen nog de fluoriscerend gele kleur van de fles van de instructeur voor me. Ik volg blindelings en vrij snel wennen m'n ogen aan het donker. Langs de wanden van de ruimte waar we in zweven staan allerlei rekken. We zwemmen door naar achter, dieper het wrak in. Overal zwemmen vissen in alle soorten en maten. Via een zijdeur komen we uit op het gangboord, die we volgen naar de voorkant van het schip. Af en toe trek ik me voort aan de reling. We passeren open deuren naar andere ruimtes en als ik daar in kijk, zie ik in het spookachtige blauw hele zwermen vissen rondzwemmen. Een bizar gezicht. Halverwege het schip gaan we weer een opening in en zwemmen via een trap omhoog naar de stuurbrug. Nu helemaal voorzien van koraal en andere begroeiing. Het kost weinig voorstellingsvermogen om te bedenken hoe hier de kapitein en zijn bemanning hebben gewerkt. Via een raam verlaten we de stuurbrug en gaan verder naar voren over de dekken van het schip. We zwemmen de boeg over en draaien ons dan om. Het schip ligt indrukwekkend voor ons. Net het beeld van de gezonken Titanic op Discovery Channel. Het is tijd om weer omhoog te gaan en we volgen de lijn terug naar de boot. Onderweg nog een veiligheidsstop van 3 minuten. Best onder de indruk kom ik weer aan boord. Wauw, dat was supergaaf en het viel uiteindelijk alles mee. Zo ik ben nu een deep water diver...

We varen verder en gaan voor anker in de luwte van een eilandje. De zon is doorgebroken en het water is helderblauw. Het is al weer tijd voor m'n tweede duik vandaag: de navigatie-duik. Snel wordt uitgelegd hoe het kompas werkt en we gaan weer te water. Ik, nog een cursist en de instructeur. Het is de bedoeling dat we met behulp van het kompas een vierkant gaan zwemmen onder water, waarbij we de afstand meten door het tellen van onze vinuitslagen. De eerste 2 zijden van de rechthoek gaan netjes recht, maar dan wordt het allemaal wat slordiger. Uiteindelijk komen we weer uit bij de instructeur. Ondanks de vreemde vorm van de gezwommen rechthoek geeft hij het teken OK en ik kan navigatie aan mijn skills toevoegen.

De derde en laatste duik van de dag is op dezelfde locatie. Bij deze duik moet ik de skill 'neutraal drijfvermogen beheersen' laten zien. Ik volg de instructeur weer het water in en met ons groepje zwemmen we vrolijk achter hem aan. Een ontspannen tochtje langs het rif, kijkend naar het onderwaterleven. Terug aan boord vraag ik hem hoe het zit met uitgevoerde skill. Hij kijkt me even vragend aan, glimlacht dan  breed en zegt 'prima gedaan'. Zo weer een skill rijker. Morgen nog  2 te gaan en dan ben ik een advanced diver. Voor wat het waard is...

Terug in de haven wordt alles uitgeladen en op karren teruggebracht naar de duikshop. De administatie en logboeken worden bijgewerkt en mijn behaalde skills worden officieel afgetekend.

Terug in de woning op de heuvel ga ik even liggen en val diep in slaap....

zaterdag 11 februari 2012

Dag 14 - Paihia, Bay of Islands

Dag 14 alweer. Twee weken onderweg en ik zit pas 300km boven Auckland. In dit tempo ga ik wel een jaar nodig hebben om heel Nieuw Zeeland te bereizen. Hmmm, dat zou niet echt een straf zijn ;P

Ik pak m'n spullen en laad de auto in en loop dan nog even langs bij de cabin van Bernie en Norma om gedag te zeggen. Om 10 uur precies rij ik het terrein af. Muziekje aan, navigatie ingesteld en het is weer een zonnige dag. Volgens de navigatie is het vandaag 80km rijden en daar ga ik anderhalf uur over doen. Ik verbaas me er nog steeds over hoe kort de afstanden zijn in Nieuw Zeeland.

De auto rijdt 1:10 en de benzinemeter lijkt akelig te kloppen. Geeft bijna per liter aan hoeveel er nog in de tank zit. Met nog een kwart tank vol maar geen risico's nemen en bij het eerste benzinestation aftanken. Iets te letterlijk want het ding slaat niet af waardoor een grote gulp benzine wordt gemorst. Ach jah voor NZ$2 per liter kan dat er wel bij.

De rit naar Paihia aan de Bay of Islands, weer wat verder noordelijk aan de kust, verloopt verder voorspoedig. Vlak voor het middaguur rij ik het toeristische plaatsje in. Ik parkeer aan de boulevard die uitkijkt over de baai. De baai doet zijn naam eer aan, want is rijkelijk voorzien van allerlei groenbegroeide eilandjes, waarvan de meeste voorzien van een mooie, goudgele rand strand. Het is hier duidelijk een watersport mekka. De haven ligt vol met allerlei soorten boten en in de baai wordt driftig gezeild en gevaren. Direct achter het plaatsje begint het tropisch begroeide heuvellandschap. Wat een land...

De hostels lijken zich gegroepeerd te hebben in een straat. Ik ga er een aantal af, maar die blijken allemaal vol te zitten. Oei, had ik misschien toch beter van tevoren moeten bellen. Gelukkig is er een hoop keus en na een aantal pogingen is het raak. Echter de eenpersoonskamer bevindt zich op een andere locatie, maar niet ver weg. Prima, ik volg met mijn auto de eigenaresse en we rijden het plaatsje uit de heuvel op. Daar is tegen de heuvel een woning aangebouwd die uitkijkt over Paihia. In de woning worden de slaapkamers los verhuurd. De woonkamer is een gezellige kamer met luxe banken, kachel, LCD-tv en een grote schuifdeur die uitkomt op de veranda die de hele breedte van de woning beslaat. Vanaf de veranda een mooi uitzicht over het dal en en het omringende heuvellandschap.
Prima stek, ik installeer me in de kamer en neem dan de auto terug naar Paihia.

Ik wil graag nog wat duiken om ervaring op te doen. Er liggen in deze omgeving twee scheepswrakken waarop gedoken wordt, maar met mijn 4 duikjes ben ik denk ik nog wat te onervaren hiervoor. Dive Tutukaka heeft me hier een duikshop aangeraden dus ga ik die maar eens bezoeken met de vraag wat de mogelijkheden zijn. Die vraag blijkt niet moeilijk te beantwoorden. Alles is hier mogelijk en mijn gebrek aan ervaring is geen enkel probleem om de wrakduiken te doen. Tsja, zelf ben ik daar niet zo zeker van. Maar dan wordt een interessante optie geboden. De Advanced diver cursus. Dat zijn 5 duiken over 2 dagen met elk een ander onderwerp waarbij ik 1 op 1 wordt begeleid door een instructeur. Verplicht zijn de diepwaterduik en een navigatieduik. De diepwaterduik is meteen een  bezoek aan het wrak van een afgezonken fregat. Dit klinkt wel interessant en ik boek de cursus. Meteen krijg ik weer een dik PADI cursusboek mee en huiswerk voor de volgende dag.

Tevreden ga ik op een terrasje aan de baai lunchen. Het is nog vroeg in de middag en ik vraag me af wat ik nou nog eens kan doen. Terwijl ik langs het haventje loop, wordt het antwoord me in de schoot geworpen. Daar ligt de "Mack Attack" te dobberen. Een flinke speedboat met allemaal stoeltjes op het voordek. Afvaart over een kwartier dus dat komt mooi uit. Voorzien van regenjas en reddingsvest gesp ik me, samen met nog eeen aantal andere passagiers, in 1 van de stoeltjes. Zodra we de haven zijn uitgevaren gaat het gas vol open en stuitert de Mack over het water van de baai. Een rondvaart door de baai van ruim anderhalf uur volgt. We scheren langs eilandjes en varen door een natuurlijk gevormde boog in de rotsen. Onderweg wordt er nog uitgekeken naar een walvis die daar schijnt rond te zwemmen. Maar hij wordt niet gevonden en we stuiteren weer vrolijk verder.

Zo is het alweer einde middag als ik in de woning terug kom. Mijn mede huisbewoners zijn er nu ook. Twee wat oudere dames van Duitse afkomst. We kletsen wat en dan ga ik bedenken wat ik na de duikcursus wil gaan doen. Nog verder noordwaards of de reis naar het zuiden gaan  beginnen...

Na het eten is het tijd om te gaan leren. Twee hoofdstukken met oefenopgaven. De veranda is hier een prima plek voor.

vrijdag 10 februari 2012

Dag 13 - Poor Knight Islands 2

Vandaag de tweede duikdag. Als alles goed gaat ben ik aan het einde van de dag een gebreveteerd duiker...
Alles mag vandaag een kwartiertje later want er hoeven geen spullen gepakt te worden. Maar ik ben vroeg wakker en wandel rustig naar het duikcentrum.

Daar zit Dawn al te wachten op het terras. Als iedereen van ons lesgroepje is aangekomen beginnen we op het nabijgelegen grasveld te oefenen met kompasnavigatie. Met een handdoek over ons hoofd een koers volgen terwijl je buddy de stappen telt. Als Dawn hierover tevreden is gaan we aan boord van de Calypso en snel daarna vaart die uit. Het weer is wederom prachtig, geen wolkje en geen zuchtje wind. Het water is bijna zo glad als een spiegel.

We zijn de haven amper uit of een aantal dolfijnen vergezellen ons. Ze zwemmen vlak voor de boeg van de boot en duiken daar op en neer alsof ze willen laten zien dat ze lekker toch sneller kunnen zwemmen dan wij varen. Dan geeft de skipper volg gas en vaart een dolfijn bruut in tweeen. Nee  hoor, even checken of iedereen wel oplet ;-)

Een prachtig begin van de dag, maar Dawn is genadeloos en begint weer met de briefing van de oefeningen. Dit keer moeten we de noodopstijging droog oefenen. We staan om de beurt allemaal te trappelen met onze armen omhoog in de superman-houding. De andere opvarenden kijken meelijwekkend toe.

Na een klein uurtje gaat de Calypso weer voor anker voor de kust van de Poort Knight Islands. Een andere plek dan gisteren. Dawn zorgt ervoor dat we als eersten onze duikuitrusting aan hebben en ook als eersten in het water liggen. We beginnen direct met de oefening van de noodopstijging.

Afdalen naar 6m en dan al aaaaahhhhhh murmelend weer naar boven flipperen. Echter halverwege de opstijging zit ik zonder lucht en moet ik even een ademteug nemen. Dawn ziet het en is onverbiddelijk. Weer omlaag en opnieuw de oefening doen. Hmmm....zou het komen omdat ze me duikpak maatje M hebben gegeven ?

Na de oefening duiken we met z'n allen tot een meter of 12. Het krioelt weer van de vissen. Een tropisch aquarium is er niks bij. Vlak voor ons komt op z'n dooie gemak een pijlstaarrog voorbij zweven met rustige slagen van de uiteinden van z'n vleugels. We doen nog wat oefeningen en zwemmen wat achter Dawn aan die ons tussen de planten en de rotsformaties door troont. Plots schijnt ze met haar zaklamp op een stuk rots. Het blijkt een flinke schorpioenvis te zijn, die zich camoufleert als rots. Wat een lelijk, indrukwekkend beest is het. Dan is de tijd alweer op en gaan we naar de oppervlakte. Na nog wat oppervlakte-oefeningen mogen we eindelijk pauzeren en lunchen. Hoewel, mijn lunchpakketje is vergeten. Gelukkig wordt dit creatief opgelost.

De calypso verkast naar een andere locatie vlak bij een grote rotsformatie in de vorm van een boog. We gaan weer snel te water om de laatste oefeningen te doen. Al oefenend duiken we tot een meter of 17 diep en komen we onder de boog terecht. Daar krioelt het van de scholen vissen. Vlak bij onze oefenplek op de bodem steken 2 murena's hun kop uit een rotsspleet. De bek geopend en voorzien van een indrukwekkende rij vlijmscherpe tanden. Dawn richt haar zaklamp op een dikke, grote, oranje bijna lichtgevende zeester. Wat een wereld...

Na alle oefeningen gaan we weer terug naar de boot waar we onze duikuitrusting uitdoen en dan weer te water gaan om te snorkelen. Al drijvend met je gezicht in het water de wondere onderwaterwereld aanschouwen. Bijzonder. Dan is het tijd om terug te gaan.

Maar aan boord is er grote opwinding. Een aantal duikers hebben een reusachtige Manta Ray voorbij zien zwemmen met een spandwijdte van enkele meters. Een bijzondere gebeurtenis, jammer dat we dat gemist hebben.

De terugreis gaat snel. Onderweg vullen we ons logboek in en maakt Dawn alle formulieren in orde voor ons brevet. Terug bij het duikcentrum krijgen we allemaal een certificaat en het brevet. We vieren dit met enkele biertjes op het terras. Bernie, Norma en ik blijven als laatste over. We worden uitgenodigd om die avond mee te doen met de BBQ van het personeel van het duikcentrum, waar we graag op in gaan.

Het is eeen 'bring your own' feestje en natuurlijk hebben we niks bij. Maar alles wordt gul gedeeld en we hebben een gezellige avond, waarbij naarmate het bier vloeit de afmetingen van de Manta groeit tot de omvang van een huizenblok.

Terug wandelend naar de camping bespreken we verdere plannen. Bernie en Norma besluiten toch niet verder noordwaarts te gaan om te gaan wrakduiken. Ze hebben nog anderhalve week en willen ook nog het zuidereiland bezoeken. Zij gaan dus direct door naar het zuiden. Jammer maar wel logisch.

Ik ben weer versleten na deze dag en het licht gaat dan ook snel uit...

Dag 12 - Poor Knight Islands 1

Spannend... vandaag begint de duikcursus. Of beter gezegd, de buitenwater-duiken voor m'n PADI Open Water duikbrevet. Het theorie-gedeelte en de zwembadduiken heb ik al in Nederland gedaan. De 4 benodigde duiken vinden plaats bij de Poor Knight Islands, schijnbaar een van de mooiste duiklocaties ter wereld. We zullen zien...

Om kwart voor 8 ben ik bij het duikcentrum waar ik kennismaak met Dawn en mijn 3 medecursisten. Een Nieuw Zeelands echtpaar en een Duitser.
We gaan meteen aan de slag met het inpakken van onze duiktas. Octopus, vest, flippers, schoentjes en een 7mm dik duikpak.
Alles wordt aan boord gebracht van de Calipso, een flinke boot speciaal ingericht voor duiktrips. Elke duiktas is onder een bank geschoven waarachter 2 duikflessen staan. Het ziet er allemaal strak georganiseerd uit.

Het is prachtig weer als we met een stevig gangetje wegvaren uit de haven van Tutukaka. Het is een uurtje varen naar de eilandengroep die we in de verte al zien liggen. Dawn neemt ons groepje apart op het bovendek en begint met de briefing van de eerste duik. Dat doet ze vakkundig en heel grondig. Het hele uur naar de eilanden is ze aan het woord. Dan gaan we voor anker in de luwte van het eiland. Of beter eilandje. Een flink stuk rots dat recht uit zee torent en bovenop flink begroeit is. Het schijnt dat er unieke diersoorten op rondlopen omdat de evolutie hier de afgelopen miljoenen jaren heeft stilgestaan. Het betreden van het eiland is dan ook verboden.

We trekken onze duikuitrusting aan. Met 12kg lood aan m'n lijf en een grote fles op m'n rug voel ik me lomp en zwaar. En lopen met die flippers aan is ook onmogelijk. Dan zijn we eindelijk aan de beurt om te water te gaan. Met een grote stap springen we van het achterdek in het water, waar Dawn ons verzamelt.
Ze controleert of we goed zijn uitgelood en dan dalen we eindelijk af onder water.

Zodra ik onder water zwem, kom ik in een andere wereld terecht. Het water is heel helder en je kunt tot op de bodem kijken. De hoeveelheid vissen die ik zie is onvoorstelbaar. Geen tientallen maar honderden, wellicht wel duizenden. In alle soorten en maten en kleuren. Temidden van al deze vissen dalen we af naar de bodem, waar grote zeewierplanten op de rotsachtige bodem zachtjes heen en weer deinen. We volgen Dawn naar een plek wat verderop. Onderweg zien we een pijlstaartrog op de bodem in het zand liggen met zijn kenmerkende zwarte staart/stekel. Zo'n beest heeft ooit eens Steve Irwin dodelijk gespietst.

We zwemmen naar een plek waar we rustig op de bodem kunnen zitten en oefenen daar ons masker te klaren. Allerlei vissen komen nieuwsgierig bij ons kijken wat we aan het doen zijn. Hierna zwemmen we nog wat rond en gaan dan terug naar de oppervlakte. Hier laat Dawn ons nog een paar oefeningen doen en dan is de eerste duik alweer voorbij. Wat een wonderbaarlijke kennismaking met de onderwaterwereld.

Na de lunchpauze aan boord gaat de Calypso op een nieuwe locatie voor anker. We hijsen ons weer in onze duikuitrusting en gaan te water. De onderwaterwereld is ook hier weer adembenemend. Er staat onder water een stevige deining. In een constant tempo zie je het zeewier op de bodem samen met alle vissen die er rondzwemmen heen en weer bewegen. We dalen af naar de bodem om ook hier weer de nodige oefeningen te doen. Met deze deining een stuk lastiger.

De wereld is hier zo mooi dat ik veel liever rond zou zwemmen dan deze oefeningen te doen. Als Dawn dan ook bezig is met 2 anderen sein ik m'n buddy om samen een klein rondje te zwemmen. We zijn nauwelijk onderweg of ik kijk om en zie Dawn driftig naar ons gebaren. Oeps... we moeten terugkomen en krijgen een vermandende vinger  als reprimande. De rest van de duik blijven we braaf en na nog wat oefeningen gaan we weer terug naar de oppervlakte. Wat gaat de tijd snel als je onderwater bent. Als iedereen aan boord is worden de motoren gestart en varen we weer terug naar de haven.

We zijn echter nog geen 10 minuten onderweg of de Skipper ziet de kenmerkende vin van een Orca uit het water steken, en nog een en nog een. Het lijkt wel een hele familie. Enthousiasme alom aan boord want dit is geen dagelijkse kost. We varen er heen en via de boordradio worden ook andere boten in de omgeving op de hoogte gebracht. Er zijn meerdere groepjes Orca's en we varen van  groepje naar groepje. Op een gegeven moment zwemmen ze pal naast de boot, samen met een groep dolfijnen. Je ziet hun grote zwart witte lichamen onder water naar de oppervlakte komen, dan duiken ze boven water, spuiten een fontijn uit hun luchtgat en duiken dan weer onder. Heel indukwekkend. Na ruim een uur gaan we weer verder terug naar de haven.

Terug aan land ga ik met Bernie, de Duitser, en zijn vriending Norma een biertje drinken. Onder het genot van een steak maken we vervolgen wilde plannen om te gaan wrakduiken na deze cursus. Het klikt wel, Bernie blijkt ook een CTO te zijn van een Duitse startup.

Rond 10 uur ben ik terug in m'n cabin. Doodmoe van de lange, inspannende dag ga ik direct slapen.

woensdag 8 februari 2012

Dag 11- Tutukaka

Vandaag weer een reisdagje. Al is de afstand niet zo heel groot. Sowieso zijn de afstanden hier in NZ goed te doen. Hooguit een paar uur in de auto om op je volgende bestemming te komen. Na m'n tas gepakt te hebben, betaal ik het motel en ga dan op weg naar Whangarei. Dat is een wat grotere havenplaats op ongeveer 40 minuten rijden.

Ik parkeer bij de haven die vol ligt met luxe jachten en catamarans. De haven met de tropisch begroeide heuvels eromheen is weer een mooi fotomomentje. Dan het centrum in op zoek naar een postkantoor. Eenmaal gevonden betaal ik daar voor 3 maanden de wegenbelasting voor m'n auto, een slordige NZ$70. Dan brunchen en de noodzakelijke middelen kopen om in dit tropisch klimaat te overleven: zonnebrand, zonnebril en een pet.

Na deze stop is het nog een klein stukje naar mijn eindbestemming voor de komende dagen: Tutukaka. Ook weer een idilisch gelegen havenplaatjse. Alleen is dit plaatsje niet groter dan een halve weg met 5 huizen, een jachthaven en een camping. Op de camping heb ik een cabin gereserveerd. Ruim maar spartaans ingericht. Spullen droppen en dan meteen door naar het duikcentrum. Jaja, komende dagen ga ik de buitenduiken doen voor m'n PADI Open Water brevet. En dat op een van de mooiste duiklocaties ter wereld... de Poor Knight Islands.

In  het duikcentrum word ik al verwacht en ik kan meteen beginnen  met het invullen van allerlei formulieren. Een medische verklaring is vereist en ik ging er van uit dat mijn medisch certificaat van mijn vliegbrevet voldoende zou zijn. In Nederland was dat wel zo, maar hier helaas niet. Een afspraak met een dokter in een naburig dorp wordt gemaakt en ik ben weer onderweg. De medische tests stellen niet zo heel veel voor. Een vragenlijst invullen, bloeddruk opmeten, een paar keer diep ademhalen en NZ$75 aftikken... gehaald. Weer terug naar het duikcentrum voor de laatste formaliteiten.

Het is alweer einde middag als ik terug ben in m'n cabin om een beetje te relaxen. Als ik langs m'n auto loop zie ik de antenne er heel ongelukkig bij hangen.Die is afgebroken/doorgeroest en hangt nog aan het riempje van het in/uitschuifmechanisme.

Tsja... als het daarbij blijft ben ik blij ;-)

dinsdag 7 februari 2012

Dag 10 - Waipu

Als ik wakker word slaat de twijfel toe. Ik heb voor nog een nacht geboekt in dit motel, maar kan ik me hier wel een hele dag vermaken ? volgens de info die ik heb over dit gebied is het meest spannende het streekmuseum en een grot met gloeiwormen. Misschien kan ik maar beter even die grot bezoeken en dan doorreizen. Aan de andere kant zo ver hoef ik niet te reizen voor woensdag en ze hebben hier een wasmachine zodat ik een wasje kan draaien vanmiddag. Ik besluit dan toch maar om te blijven en er vandaag het beste van te maken.

Ik pak de auto naar het dorp en haal brood bij de bakker. Zittend in de achterbak van mijn auto ontbijt ik, terwijl de zon steeds feller begint te schijnen. Het gaat een warme dag worden. Ik sta geparkeerd bij het museum maar die gaat pas om half 10 open. Dan maar doorrijden naar de grot. Hoewel het een kleine 20km is,duurt de rit toch nog best lang. Zodra ik van de grote weg af ben wordt de weg onverhard en slingert door dalen en over bergen/grote heuvels. Het uitzicht en de omgeving zijn weer magnefiek. De omgeving uitgestorven.

Uiteindelijk kom ik bij een bord die aangeeft dat hier de Waipu Caves zijn. De omgeving bestaat uit heuvels voorzien van weilanden en tropische begroeiing. Er is een gravel parkeerterreintje en in het weiland erachter staat een heel net toiletgebouwtje. Een paard bewaakt de ingang van het weiland en staat met zijn achterste precies bij een bordje met wat lijkt op een kaartje. Hmmmm ik heb het er niet zo op om achter een paard te gaan staan. Als ik over het hek heen klim, maakt het beest gelukkig wat ruimte. Het kaartje blijkt van een wandelroute en aan de overkant van het weiland, waar dichte begroeiing begint, zie ik een bord met 'Waipu Caves'. Tsjonge er wordt een hoop moeite gestoken in dit verlaten gebeuren.

Ik wandel naar de overkant van het weiland en ja hoor tussen de begroeiing door zie ik de ingang van een grot liggen. Met een zaklampje aan ga ik naar binnen. De wanden zijn glibberig en op de bodem staat een laagje water. Ik schuifel voorzichtig verder. God weet wanneer ik hier gevonden word als ik wat ongelukkig ten val kom. Als ik een stuk verder de grot in ben doe ik mijn zaklamp uit. Dan gebeurd het, overal in het donker boven me zie ik kleine groene puntjes opgloeien,. Het zijn er duizenden. Het lijkt alsof ik in het voslagen donker naar een heldere sterrennacht kijk. Overal klusters van lichtjes. En waar ik ook boven me kijk, ik ontdek er steeds meer. Wauw, toch wel mooi.

Als ik de grot weer uitloop, parkeert er net een camperbusje op het parkeerterreintje. Meer bezoekers dus. Ik besluit, nu ik hier toch ben, om ook de wandeling uit te proberen. Duidelijk gekleurde markeringen geven de route aan.Op het kaartje had ik gezien dat de route niet rond liep dus ergens halverwege zal ik moeten omkeren en dezelfde route weer teruglopen. De wandeling is erg mooi. Door dichte begroeiing en ruig terrein van grote, achteloos neergesmeten rotsblokken. De route is grotendeels heuvelopwaarts en als ik eindelijk boven ben heb ik een prachtig uitzicht over de omgeving. In de verte achter de heuvels zie ik de zee.

Terug bij de auto is het alweer lunchtijd. Ik rij naar Waipu Cove, het strand waar ik gisterenavond foto's heb genomen. Daar geniet ik op een terrasje van een fish&chips. Dan m'n zwembroek aan en lekker op het strand gaan liggen. Bruin worden is net als biefstuk bakken. Eerst even goed schroeien onder de hete zon, wat rood mag, en daarna beter beschermd op een lager pitje het rood bruin laten worden.

Oef alleen het aanbakken gaat wel erg snel. Het is zeker 30 graden en de zon brandt voluit. Wat afkoeling in de zee. Hmmm m'n gezicht, buik en schenen voelen toch wel wat branderig aan. Morgen maar zonnebrandcreme kopen en een pet. Het ijsje wat ik koop smelt ook sneller dan ik het kan opeten. Tijd om hier weg te gaan.

Het is 3 uur 's middags en ik besluit toch maar naar het streekmuseum te gaan. Gezien de grootte zal ik er wel in 5 minuten doorheen gelopen zijn, om kennis te hebben genomen van 5 potscherven en het skelet van een vorige eeuw omgekomen mus. In het museum word ik uitermate hartelijk ontvangen, waarbij ik voorzien wordt van een heuse geplastificeerde routebeschrijving. Hmmmm, ik kan het niet maken om die over 5 minuten alweer in te leveren bij die aardige mevrouw. Dan maar wat meer tijd aan de collectie besteden en alle bordjes erbij lezen. Thema van het museum is een groep kolonisten uit Schotland die omstreeks 1850 via vele omzwervingen in Nieuw Zeeland zijn beland en daar in Waipu hun bestaan hebben opgebouwd. Dat alles onder aanvoering van een bejaarde prediker. Nu ik de tijd neem om het verhaal tot me te nemen, intrigeert het me toch wel. Ongelooflijk hoeveel tegenslag en ellende deze mensen in hun leven hebben gehad en dan toch telkens het doorzettingsvermogen en de moed hebben om al hun spullen op te pakken en te vertrekken naar onbekende oorden om daar een nieuw leven van de grond af weer op te bouwen. Van Schotland naar Canada, van Canada naar Zuid Afrika, dan door naar Australie en uiteindelijk belanden in Nieuw Zeeland. Anderhalf uur later lever ik de routebeschrijving weer in bij een tevreden kijkende mevrouw.

Terug in het motel nog een biertje drinken in het zonnetje met wat andere gasten. M'n wasje doen, hapje eten en wat internetten. De dag was toch interessanter verlopen dan dat ik me 's ochtends had voorgesteld.