dinsdag 17 april 2012

Dag 78 - 79: Naar Huis

Het constant geruis van de waterval op de achtergrond wordt luider als ik langzaam weer bij m'n positieven kom. Ik blijf nog even met m'n ogen dicht zitten, ik voel me nog zo moe. Ongemakkelijk, half liggend in mijn stoel dringt het besef tot me door dat dit geen powernapje is ergens onderweg op een parkeerplaats. Ik open m'n ogen  en kijk in het donkere, verlaten gangpad van de Boeing 777. Stoelleuningen aan weerskanten staan achterover, de inzittenden in slaap. Een blik op het LCD-scherm voor me vertelt dat we op 36.000 voet zitten, halverwege de zes uur durende leg van Bangkok naar Dubai. Ik draai me om in m'n stoel. Sluit mijn ogen en langzaam verandert het geruis van de motoren weer in een klaterende waterval. Ergens onderweg.

Ongeduldig kleeft de auto achter onze bumper terwijl we rustig de lange oprit naar de A4 opdraaien. Zodra we de 8-baans snelweg oprijden schiet hij voorbij. Het voelt allemaal een beetje vreemd. Ik zit op de vertrouwde rechterstoel, maar heb geen stuur voor mijn neus. De snelweg lijkt eindeloos breed. Zoveel ruimte, zoveel asfalt, zoveel auto's. Het groene polderlandschap schiet voorbij. Vagelijk bekend maar ik mis de contouren van de bergen op de achtergrond. Tegen de tijd dat de hoge bebouwing van Zwijndrecht in zicht komt, voelt Nieuw Zeeland zo ver weg. Als een droom.

In mijn eigen auto rij ik het laatste stuk terug naar huis. Niks is hier verandert, alles hetzelfde als op de dag toen ik vertrok. Ik maak een omweg om de accu de kans te geven zich extra op te laden. De wegen zo bekend dat ik gedachtenloos mijn weg vind. Ben ik wel weggeweest ?
Ik glimlach als ik de ruitenwisser aanzet in plaats van de richtingaanwijzer. Terwijl ik rechtsaf sla hoor ik mijn zelfbedachte rijmpje in m'n hoofd 'rechts is ruim, link is los'.  Rechts is niet meer ruim, ik neem de korte bocht en verzeker me ervan dat ik op de juiste weghelft zit. Bijna thuis.

Ik word wakker met een flinke aandrang om te plassen. Blijf nog even liggen, geen zin om op te staan. Uiteindelijk stap ik voorzichtig uit bed. Slaapdronken en zo weinig mogelijk geluid makend schuifel ik naar de deur. Ik wil de andere mensen op de slaapzaal niet wakker maken. Bij de deur besef ik dat ik in mijn eigen slaapkamer ben. Niemand hier die van mij wakker wordt. Op de alarmklok op mijn nachtkastje zie ik dat het drie uur in de ochtend is. Ik ben nu klaarwakker en de dag kan beginnen. Maar het is nog zo donker en stil buiten.

Thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten